Onderscheiden
2 Petrus 1:19a
„En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats…”
Wanneer onze vaderen nu opstonden en de wonderen van onze tijd zagen, zij zouden althans voor een ogenblik menen reeds in het Duizendjarig Rijk te zijn. Nee, wij herhalen het: de profetieën der Schrift zijn zoals zij daar liggen niet licht te verstaan, en daarom worden zij ook zo weinig gelezen. De geleerdsten worden er zelfs door afgeschrikt om ze te bestuderen. Er wordt ook een grote mate van Schrift- en historiekennis vereist om de rechtstreekse bedoelingen der profeten, en de kracht en schoonheid van hun uitdrukkingen te kunnen vatten. Daarbij liggen de heerlijkheid van Israël en de volken, van Christus en de kerk chaotisch verenigd, zodat wij ze, om zo te spreken, scheikundig moeten weten af te zonderen en te bewerken. Wat Christus van Zichzelf zei: Een kleine tijd, en gij zult Mij niet zien; en wederom een kleine tijd en gij zult Mij zien, geldt van Hem ook in de profetieën. Wij zien Hem daar, zoals wij de zon aan een drijvend zwerk zien, nu en dan, tussen de wolken door. Het komt dus aan op onderscheiding, op rangschikking en ordening van tijd en plaats. Alles moet bearbeid worden, anders heeft men er voor zichzelf geen nut van, zij vereisen veeleer een afzonderlijke studie. Immers, men moet even zorgvuldig letten op de vervulling van de profetie als op haar wording.
Isaac da Costa, schrijver en dichter te Amsterdam
(”Bijbellezingen”, 1879)