Onderwijs & opvoeding

Jeugdliteratuur bij uitstek geschikt voor vormend onderwijs

Vorming, plezier en interactie zijn dé sleutelbegrippen voor goed literatuuronderwijs, stellen Anne Marie Adriaanse, Peter van Arum en Janneke de Jong. Het drietal lanceerde vrijdag de website boekenopdracht.nl. „We willen dat leerlingen nadenken en praten over wat ze lezen.”

29 September 2020 08:45Gewijzigd op 16 November 2020 20:30
Leerlingen aanzetten tot het lezen van én het nadenken over boeken: dat is het doel van boekenopdracht.nl. De website werd vrijdag gelanceerd tijdens de studiemiddag jeugdliteratuur van Driestar educatief. „Het nadenken over boeken vormt scholieren.” beel
Leerlingen aanzetten tot het lezen van én het nadenken over boeken: dat is het doel van boekenopdracht.nl. De website werd vrijdag gelanceerd tijdens de studiemiddag jeugdliteratuur van Driestar educatief. „Het nadenken over boeken vormt scholieren.” beel

Een onderbouwklas van een middelbare school heeft het vak Nederlands. Op het programma staat –zoals meerdere keren per jaar– een les over jeugdliteratuur. Twee eersteklassers hebben het boek ”Naar het noorden” van Koos Meinderts gelezen. Daarin reist de 11-jarige Jaap tijdens de Tweede Wereldoorlog per boot naar Friesland. Onderweg maakt hij van alles mee, maar zeker ook tijdens zijn verblijf bij het echtpaar Schut. De opdracht voor het duo? Maak vijf vlogjes. Twee vanuit het perspectief van Jaap, een vanuit meneer Schut, een vanuit mevrouw Schut en een vanuit het perspectief van de lezer.

Twee andere scholieren hebben ”Majoor Rosalie” van de schrijfster Timothée de Fombelle gelezen – een boek dat zich afspeelt tijdens de Eerste Wereldoorlog. De 5-jarige hoofdpersoon Rosalie wil graag leren lezen, zodat ze kan achterhalen hoe het nu echt gaat met haar vader die aan het front vecht. Aan de hand van verschillende opdrachten analyseert het tweetal het taalgebruik in het jeugdboek. Waarom gebruikt de hoofdpersoon soms wat grove taal? In hoeverre roept dat herkenning op bij de leerlingen? En hoe moeten ze als christen tegenover dergelijk taalgebruik staan?

Bovenstaande lessituaties zijn fictief. De opdrachten bij de beide jeugdboeken zijn dat echter niet. Die zijn te vinden op boekenopdracht.nl: een nieuwe website voor jeugdliteratuur voor het voortgezet onderwijs. Afgelopen vrijdag werd de website gelanceerd op een studiemiddag over jeugdliteratuur van Driestar educatief.

Tekort

Aan de wieg van boekenopdracht.nl staat Peter van Arum, docent Nederlands en voorzitter van CVHO, de protestants-christelijke afdeling binnen de Algemene Onderwijsbond (AOb). Hij liep er als docent al langere tijd tegen aan dat bestaande materialen tekortschoten als het gaat over het nadenken over jeugdboeken in de onderbouw van het voortgezet onderwijs.

De concrete aanleiding voor de ontwikkeling van boekenopdracht.nl vormde een artikel dat Van Arum in 2018 in het Reformatorisch Dagblad las. „Daarin stelden de auteurs onder meer dat leerlingen die niet meer lezen, ook vervreemd raken van de Bijbel. God spreekt door Zijn Woord, maar dan moet dat wel gelezen worden.”

Het idee om een project rondom jeugdliteratuur op poten te zetten en zo het lezen van én nadenken over boeken te stimuleren, liet hem niet meer los. Hij benaderde Janneke de Jong, docent jeugdliteratuur bij Driestar educatief, met de vraag of zij inhoudelijk de regie wilde voeren. Anne Marie Adriaanse, docent klassieke talen en bestuurslid van AOb/CVHO, haakte aan als beheerder van een website die twee studenten van het Hoornbeeck College als afstudeerproject ontwikkelden. „Het is dus een gezamenlijk project van CVHO en het onderzoekscentrum van Driestar educatief geworden, waaraan ook het mbo een bijdrage heeft geleverd”, legt De Jong uit.

Creatief

Op boekenopdracht.nl kunnen docenten voor een breed scala aan jeugdboeken beschrijvingen en opdrachten vinden. Het is de bedoeling dat onderwijsgevenden die gebruikmaken van boekenopdracht.nl ook materiaal aanleveren. Daarnaast zullen studenten van Driestar hogeschool opdrachten voor de website ontwerpen. „We weten dat docenten Nederlands al best wat materiaal hebben ontwikkeld”, zegt Van Arum. „Door dat op de website te bundelen, hoeft niet iedereen hetzelfde werk te doen en wordt boekenopdracht.nl echt een project vanuit het onderwijsveld zelf.”

De opdrachten die op boekenopdracht.nl staan, zijn van een andere orde dan die doorgaans in lesmethoden Nederlands bij het onderdeel fictie worden aangeboden. Taalmethoden gaan vaak competentiegericht met jeugdliteratuur om, zegt De Jong. „Leerlingen moeten bijvoorbeeld vragen beantwoorden over de spanningstechnieken of de tijd waarin het boek zich afspeelt.” Bij dat soort opdrachten zijn leerlingen vooral analytisch bezig, merkt de docent jeugdliteratuur op.

Op boekenopdracht.nl worden echter creatieve en vormende opdrachten aangeboden die de inhoud van het gelezen boek centraal stellen. „Het mes snijdt dan aan twee kanten”, legt De Jong uit. „Leerlingen beleven plezier aan boeken, waardoor ze hopelijk meer gaan lezen. Daarnaast worden ze door de verwerkingsopdrachten tot reflectie aangezet. Hoe verhoudt de wereld die in het boek geschetst wordt zich tot de werkelijke wereld? En hoe kijkt de leerling tegen het gedachtegoed van het boek aan? Het nadenken over dat soort vragen vormt scholieren.”

Controversieel

De website onderscheidt vijf categorieën jeugdboeken: reformatorisch, algemeen christelijk, andere levensbeschouwing, neutraal/modern en controversieel. Op de docentenpagina staat achtergrondinformatie, bijvoorbeeld op welke pagina er een vloek of bedenkelijke passage voorkomt.

Over de vraag in hoeverre je leerlingen kennis moet laten maken met boeken die qua inhoud controversieel zijn of qua taalgebruik niet overeenkomen met de Bijbelse norm, is volgens het drietal discussie mogelijk. „Wij willen scholen ook zeker niet voorschrijven wat ze hun leerlingen wel of niet moeten laten lezen”, zegt De Jong. „Docenten kunnen, op basis van de achtergrondinformatie die boekenopdracht.nl biedt, zelf besluiten een boek wel of niet aan te schaffen. Ze kunnen er daarnaast voor kiezen om dat boek zelfstandig of klassikaal te laten lezen óf om een gedeelte van een verhaal te gebruiken als discussieonderwerp in de klas.”

Dat laatste kan volgens haar ook bij bijvoorbeeld lessen burgerschap of geschiedenis. „Op die manier kan de website bijdragen aan de vorming van kritische lezers die het openbare debat niet schuwen.”

Links

De Jong merkt dat docenten Nederlands nogal eens worstelen met de vraag hoe ze boeken met een afwijkende inhoud of levensvisie aan de orde moeten stellen. „Begrijpelijk”, vindt de docent jeugdliteratuur. „Je moet ook goed weten wat je daarmee beoogt. Hoe kun je via zo’n boek bijdragen aan de vorming van leerlingen? Dat moet je voor jezelf heel helder hebben.”

Het lezen en bespreken van boeken waarvan de inhoud niet strookt met de Bijbelse visie op thema’s als bijvoorbeeld de seksuele moraal, genderkwesties of voltooid leven, kan volgens het drietal echter wel degelijk nuttig zijn. „Natuurlijk, het gedachtegoed dat uit zulke boeken spreekt, is soms confronterend”, zegt De Jong. Maar het is volgens haar niet verstandig om alles wat afwijkt van de eigen visie links te laten liggen. „Je kunt er als school bijvoorbeeld voor kiezen geen boeken te laten lezen waarin ruwe taal voorkomt”, legt ze uit. „Eigenlijk probeer je dan een veilige wereld te creëren. Dat is wel begrijpelijk, maar de wereld is niet veilig; ook die van reformatorische jongeren niet. Je kunt er daarom beter, binnen de veiligheid van het klaslokaal, een gesprek over voeren. En dat kan goed door middel van een verhaal.”

De Jong illustreert dat met een voorbeeld. „Een van mijn studentes koos voor een mentorles een verhaal waarin nadrukkelijk seksuele opmerkingen voorkomen. Ze was van mening dat er op dit gebied correctie nodig was en wilde het daarover met de klas hebben. Nagenoeg iedereen ging praten: over het gedrag van de personages, over wat ze raar vonden of al dan niet zouden accepteren.”

Het grote voordeel is dat leerlingen het in zulke situaties niet over zichzelf hoeven te hebben. „Ze praten over het verhaal en zo’n thema wordt concreet”, legt De Jong uit. „Het gedrag van een personage werkt wat uit. Hoe staat hij in het leven? Met welk motief doet hij dingen? Als je die vragen met leerlingen bespreekt en hen zo laat reflecteren op de tekst én daarmee op de wereld om hen heen, komt de christelijke levensovertuiging vaak op een natuurlijke manier aan de orde. Zo ben je als docent vormend bezig.”

>>boekenopdracht.nl

Aan de slag met de leescyclus

De opdrachten op boekenopdracht.nl worden ontworpen aan de hand van de zogenoemde leescyclus, een didactisch model dat wordt gepresenteerd in het handboek ”Jeugdliteratuur en didactiek” (Van Duijvenboden, Kamp & De Jong, 2019). In een les die is ingericht volgens de leescyclus staan leesplezier, maatwerk en ervaringsgerichte didactiek centraal. Leesplezier omdat leerlingen die met plezier lezen vaardigere lezers zijn. Maatwerk omdat de interesse en leesvaardigheid van leerlingen verschilt. Ervaringsgerichte didactiek omdat lessen waarin leerlingen het boek op hun eigen leven betrekken effect hebben op het sociale inzicht en het zelfinzicht van leerlingen.

De leescyclus bestaat uit vier fasen: de inspiratiefase, waarin de leerling enthousiast wordt gemaakt voor een boek. De keuzefase, waarin hij een boek kiest. De leesfase, waarin hij een boek leest, en de verdiepingsfase, waarin hij het boek verwerkt. In iedere fase komen idealiter de kenmerken actief, passend en samen terug. De lezer kiest namelijk een op hem afgestemd boek, heeft de vrijheid om uit een aantal opdrachten te kiezen en betrekt anderen bij het eindresultaat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer