Moeder mocht nog een nacht blijven
Kun je je tien jaar na het overlijden van een dierbaar familielid nog exact herinneren wat op welk moment door welke arts of verpleegkundige werd gezegd? De dochter van een in 2010 overleden, bejaarde moeder meent van wel en klaagt vier zorgwerkers aan.
Er is werk aan de winkel voor het topklinisch ziekenhuis in Noordoost-Nederland. „Patiënte op komst”, klinkt het op de gangen van de afdeling spoedeisende hulp. De klachten van de 78-jarige vrouw zijn divers. Aangezichtsverlamming, gedeeltelijke spieruitval, kortademigheid en zwellingen in het linkeronderbeen. Mogelijk trombose, is de eerste diagnose, al dan niet in combinatie met longontsteking en/of longembolie.
Als een van de specialisten een beroerte denkt te zien, volgen opnames op diverse afdelingen. Neurologie, intensive care en uiteindelijk interne geneeskunde. De artsen daar bevestigen de beroerte. Ze treffen voorbereidingen voor nader onderzoek, maar op dat moment grijpt de familie, vertegenwoordigd door een dochter van de vrouw, in.
Een CT-scan voor de longen? Een echo voor de lever? Nee, moeder gaat gewoon terug naar huis. Samen met haar broer kan de dochter instaan voor een 24-uurs-begeleiding, verzekert ze het ziekenhuis.
Verbaasd
De artsen reageren verbaasd. In haar dossier heeft de patiënte laten vastleggen dat ze te allen tijde wil worden gereanimeerd of naar de ic wil, welke verslechtering van haar toestand er ook intreedt. Waarom dan geen eenvoudig vervolgonderzoek? Toch kiezen ze ervoor de familie ter wille te zijn. De patiënte is stabiel en heeft geen zuurstof of antibiotica meer nodig. De kuur met hartmedicijnen en plastabletten kan thuis worden afgemaakt.
Er worden afspraken gemaakt met de fysiotherapeut, de ergotherapeut en de diëtiste. De laatste voorbereidingshandeling voor het accorderen van het ontslag is het inschakelen van de thuiszorg voor de steunkousen en de zwachtels aan het linkeronderbeen.
Over wat er vervolgens, op de dag van het ziekenhuisontslag gebeurde, lopen de meningen tien jaar na dato uiteen. Volgens de zorgwerkers zag de dochter pas op de bewuste dag in dat een zo spoedig mogelijk terugkeer naar huis bij nader inzien veel te hoog was gegrepen. Moeder was slecht ter been, trap lopen was al helemaal geen optie, maar beneden stond nog lang geen bed.
De verpleegkundige die de paniek zag toeslaan, toonde zich coulant: moeder mocht nog een nacht blijven. Enkele uren later overleed ze in haar slaap.
Nee, zegt de dochter. Toen zij haar moeder kwam ophalen, bleek dat haar toestand opeens hard achteruit was gegaan. De dienstdoend verpleegkundige deed daar nogal vaag over, waarna ze alles in het werk moest stellen om het ontslag met één dag uitgesteld te krijgen. Haar conclusie: moeder is die laatste nacht verwaarloosd, met haar dood als gevolg. In haar klaagschrift stelt ze twee verpleegkundigen, een basisarts in opleiding tot specialist en een internist in staat van beschuldiging.
Dossier
Slechts op één punt stemmen de lezingen overeen: toen de dochter na het overlijdensbericht weer in het ziekenhuis was, lag haar overleden moeder niet meer in de ziekenhuiszaal. Verpleegkundigen hadden het bed naar een leegstaande artsenkamer gereden. Uit gemakzucht, stelt de dochter. Uit piëteit, zodat de familie geen afscheid hoefde te nemen terwijl de volgende patiënt al werd binnengebracht, zegt het ziekenhuis.
Dat de dochter namens de familie elk vervolgonderzoek blokkeerde en aandrong op snel ontslag; in het dossier is het alles stapsgewijs terug te lezen. Gevolg: de zorgwerkers gaan vrijuit. Zelf de regie willen nemen over een ziekenhuisbehandeling mag en ook dan zijn artsen gehouden verantwoorde zorg te bieden. Maar voor deze aantijging ontbreekt werkelijk elke grond.
In deze maandelijkse rubriek staat een actuele medische tuchtzaak centraal.