Gaswinning heeft Groningen aangetast, en blijft dat doen
Het idee dat het in Groningen wel goed komt nu de gaskraan dichtgaat, strookt niet met de werkelijkheid. Dat blijkt wel uit de ervaring van Marijke de Groot uit Noordoost-Groningen. „Mensen gaan er nog steeds aan kapot. Ik ook.”
Tien jaar was Marijke de Groot (64) toen het eerste gas in Slochteren gevonden werd. Ze ziet de gasvlammen in het land nog voor zich. En hoe het landschap voor haar deur daarna langzaam veranderde. De gaswinning breidde zich uit tot Loppersum, dichter bij de boerderij waar Marijke met haar ouders, zus en twee broers woonde. De boerderij zelf werd pas in 1976 aangesloten op het gas, want ze lag afgelegen. Maar de gevolgen van gaswinning begonnen in de boerderij al vanaf die tijd zichtbaar te worden. „Barsten in het glas, klemmende deuren, cement dat uit de voegen barst en verzakte muren”, somt ze op. Schade die er anno 2020 nog steeds is.
Vijf dagen per week reed De Groot vanuit haar woonplaats Heerenveen naar de boerderij van haar ouders in Noordoost-Groningen. Eerst om mantelzorg te verlenen aan haar moeder, maar ook om te helpen op de boerderij. Vanwege corona heeft ze even een stap teruggedaan. Maar het boerenbedrijf, dat na het overlijden van haar ouders is overgedragen aan haar broer, trekt zich van gaswinning en schade weinig aan. De Groot zit in de maatschap. Haar andere broer, zus en man helpen een aantal dagen per week op de boerderij mee. Dat is hard werken, maar zo redden ze het.
Op het land groeien pootaardappelen, suikerbieten en graan. Het is een bewerkelijk bedrijf, vertelt ze. „Onze grond, 70 hectare, bestaat deels uit kleine lapjes omdat wij de sloten in het land niet hebben dichtgemaakt. Op grote percelen ben je natuurlijk vlugger klaar.” Maar het gezin voelt zich rentmeester van de vruchtbare grond waar zij opgegroeid zijn. Stevig ingrijpen past daar niet bij.
„Mijn vader liep nooit voorop bij nieuwe ontwikkelingen”, zegt De Groot. „„Wacht maar even af”, zei hij. „We hoeven niet als eerste.” Daardoor hebben wij misschien nu meer werk. Maar ik heb veel van hem geleerd.”
Liefde voor Groningen
En toch trekt de boerderij van haar jeugd en het geliefde Groninger land haar steeds weer. De boerderij, gebouwd in 1878 en al sinds 1892 in de familie, verkeert nog in originele staat. De Groot is verknocht aan het huis. Maar de inspecteurs die sinds 2013 over de vloer komen, zien dit anders. „De eerste inspecteur die langskwam bleef maar hangen in de woorden „oud” en „verzakt”, maakte wat foto’s en vertrok. Geen greintje empathie. We voelden ons na zijn bezoek leeg en in ons hemd gezet.”
Na het eerste bezoek bleef het stil, en er volgde geen conclusie over hoe nu verder. Na wat telefoontjes bleek een deel van het dossier kwijt te zijn. Er moest een nieuwe inspecteur komen. „Ik wees de inspecteur de schade en scheuren aan, maar hij wuifde het weg. Ik vroeg hem: Moet daar dan geen foto van worden gemaakt? En hij zei: „Prima hoor, als u dat wilt.” Mijn moeder leefde nog, maar was slecht. Geen groet kon ervan af en ik zag spot in zijn ogen toen hij naar die oude vrouw keek. Dat beeld is mij altijd bijgebleven.”
Er kwam een contra-expertise van een ander bouwbureau. Hun conclusie was dat alle schade in het huis bevingsschade was. Maar dit advies werd niet overgenomen door het Centrum Veilig Wonen. Toen er na een arbitrageprocedure eindelijk een definitief rapport was, waren er nieuwe bevingen en was het rapport niet meer actueel: de schade was inmiddels verergerd.
Al eerder besloten de broers en zussen zelf wat te verstevigen, „want dat was hard nodig”, zegt De Groot. „Maar de werkzaamheden hadden veel impact op mijn moeder, die toen snel slechter werd en kort daarop zou overlijden.”
Renovatie is wat ze wil voor de boerderij, nieuwbouw is geen optie. „Ik houd van origineel, ik knap ervan op”, zegt De Groot. Maar zorgen over hoe het nu verder moet, zijn er ook. „Ik wil natuurlijk vooral dat mijn broer daar veilig kan leven.” Tot haar spijt heeft de boerderij nooit een monumentenstatus gekregen.
Dan maar de sloophamer erin, lijkt het credo in Groningen. Hele woonwijken gaan tegen de vlakte, ziet De Groot, en worden nieuw opgebouwd. Dat geldt ook voor boerderijen, waardoor de typische rode Groninger baksteen verdwijnt. „Versterkingsgeld wordt gebruikt voor nieuwbouw omdat nieuwbouw goedkoper is dan renoveren. Dat klopt toch niet?”
De Groot ziet ook sociale scheuren ontstaan. „Mensen worden zomaar uit hun huurhuis gezet en elders in gemeubileerde woningen geplaatst. Mensen met een demente partner van wie de hele buurt wist wie te bellen als Henk weer over straat zwierf, leven ontheemd in een vreemd huis.” De Groot leest schrijnende verhalen van mensen die stonden te huilen toen grote grijpers de nog intact gelaten slaapkamer van hun verongelukte dochter sloopten. De buurman verloor zijn volières waar hij jaren zo veel plezier aan had beleefd.
Tegelijkertijd komen groepen Groningers tegenover elkaar te staan. „De bewoners van een mooie boerderij in de buurt kregen sloop en nieuwbouw voor elkaar. Zij waren blij, maar omwonenden niet. Weer een stuk geschiedenis verdwenen.”
De boodschap die klinkt vanuit Rutte en consorten „dat het in Groningen inmiddels geregeld is” raken De Groot telkens in het hart. Want de bezoeken van vreemden hebben hun sporen nagelaten. De Groot kent genoeg mensen die zeggen: Ze komen er bij mij niet meer in. „Bij mijn buren zijn ze laatst van acht uur ’s ochtends tot acht uur ’s avonds bezig geweest met foto’s maken. Meubels aan de kant, schilderijen van de muren, stukjes vloer en plafond open, gipsplaat van de muur om de constructie te beoordelen. Wildvreemden denderen huizen, levens, relaties, huwelijken en gezinnen binnen. Mensen gaan hieraan kapot. Ik ook.”
Keukentafel
Want gaswinning en de gevolgen ervan, zo weet ze, hebben eigenlijk haar hele leven beheerst. „De zogenaamde vooruitgang heeft niet alleen geluk gebracht. Het heeft mensen het idee gegeven dat warmte in huis, van vroeg tot laat en in alle vertrekken, de standaard moet zijn. Maar wij zitten bij ons in de boerderij nog altijd ’s avonds om de keukentafel, waar het lekker warm is. En als je een deur verderop moet, waar het kouder is, trek je even een extra laagje kleding aan. Zo erg is dat niet.”
Het laatste nieuws over alle ontwikkelingen rondom gas leest ze soms bewust niet meer. „Maar erover praten kan ik wel. Om een gezicht te geven aan wat er gebeurt. En om Friezen te waarschuwen alert te blijven.”
Uit angst voor tegenwerking is de naam Marijke de Groot gefingeerd.