Limburg herdenkt kerkrazzia’s 1944
Op veel plaatsen in Noord– en Midden–Limburg wordt vrijdag de deportatie herdacht van ruim 3000 mannen in 1944. De Duitsers pakten hen op tijdens razzia’s na de zondagse mis.
De mannen werden vervolgens naar Duitsland gebracht en daar in de oorlogsindustrie tewerkgesteld. De centrale herdenking van deze kerkrazzia’s in het gebied tussen Maas en Peel zestig jaar geleden, vindt vrijdag in Venlo plaats. Daarbij wordt een plaquette onthuld. In de weken daarna volgen onthullingen van soortgelijke plaquettes in de getroffen dorpen.
Van de mannen die gedeporteerd werden, keerden er volgens de stichting Deportatie Oktober 1944 129 niet terug. Ze kwamen tijdens de dwangarbeid om het leven. Uit de archieven van de stichting blijkt dat velen het slachtoffer waren van het strenge katholieke geloof, dat hen verplichtte om op zondag naar de kerk te gaan. De Duitsers wisten dat ook.
De stichting publiceerde onder meer een verslag van Jos Aerts uit Horst, die beschreef hoe hij op 5 april 1944 in Sevenum werd opgepakt. Hij wist evenwel te vluchten en keerde op 7 oktober naar huis terug. Daar dwong zijn moeder hem daags daarna naar de kerk te gaan. „Je bent al zolang niet meer geweest", hield ze hem voor. Samen met zijn vader ging hij naar de vroege mis, maar de vroomheid van zijn moeder bleek fataal.
De kerk werd omsingeld, veel mannen verstopten zich. Samen met zijn kameraad Rutten Graad, ook uit Sevenum, vluchtte Jan de torenspits in. Daar werden zij niet gevonden. Vanuit de torenspits zag Jan hoe de Duitsers zijn vader en de andere mannen tussen de 16 en 60 jaar „abtransportierten". Nadat de kust tijdens het lof van drie uur veilig leek, vluchtten Jan en zijn kameraad naar boer Vorstermans, waar zij zich de rest van de zondag schuilhielden tussen het stro in een schuur.
Vanaf 8 oktober 1944 hielden de Duitsers soortgelijke razzia’s in het bezette deel van Limburg. Uiteindelijk werd dit gebied op 1 maart 1945 bevrijd.