Kunstenaarsvereniging Korf viert 20-jarig jubileum
De reformatorische kunstenaarsvereniging Korf bestaat twintig jaar. Een terug- en vooruitblik met voorzitter Tijs Huisman en secretaris/penningmeester Geertje van den Broek-den Ouden. „Kunst wordt in eigen kring niet meer zo argwanend bekeken.”
Beeldend kunstenaar Tijs Huisman (1945) uit Stolwijk werkte zo’n veertig jaar als docent tekenen en beeldende vorming op hogeschool de Driestar in Gouda. Vanaf de begintijd is hij betrokken geweest bij Korf, al heeft hij de allereerste bijeenkomst niet bijgewoond. „Er was behoefte aan onderling contact tussen kunstenaars met een reformatorische achtergrond. De waardering voor kunst was in eigen kring niet heel groot. Het beeld bestond dat kunstenaars maar een losbandig en werelds leven leidden. Studeren aan de kunstacademie was ook nauwelijks een optie. In zo’n situatie is het natuurlijk fijn om gelijkgezinden te ontmoeten.”
Van den Broek: „Er werd vaak ook te weinig kritisch naar het eigen werk gekeken. Naaste familieleden vinden het algauw knap wat iemand schildert, tekent of knutselt. Ook dan is het fijn om met anderen te kunnen praten over wat je maakt. Korf bood die mogelijkheid. Zelf tekende ik al van jongs af aan en daar wilde ik graag verder mee. De sfeer op de kunstacademie in Utrecht stond me echter tegen, daar heb ik me toen niet voor aangemeld. Maar dan ben je wel heel erg op jezelf aangewezen.”
Huisman: „Voor zulke mensen is Korf een geweldige oplossing.”
Hoe staat het nu met de waardering voor kunst in reformatorische kring?
Huisman: „Nog altijd staat kunst niet in hoog aanzien. De vraag is vaak: Wat heb je eraan? En kun je als christen je tijd niet aan iets beters besteden?”
Van den Broek: „De waardering voor kunst is wel toegenomen, vergeleken met twintig jaar geleden; er gaan bijvoorbeeld beduidend meer jongeren naar de kunstacademie. Het klimaat is zeker niet meer vijandig, er is acceptatie, kunst mag erbij horen. Maar we hebben op dit punt nog wel een slag te winnen. En daar werken we hard aan. Het zou fijn zijn als veel mensen het jubileumnummer van ons blad bijKorf zouden lezen. Daarin komen onder meer reformatorische kunstenaars aan het woord die vertellen over wat hen drijft.”
Wat is er in twintig jaar tijd veranderd in de vereniging?
Huisman: „We zijn behoorlijk gegroeid. Korf telt op dit moment zo’n veertig leden en dat aantal blijft redelijk stabiel.”
Van den Broek: „In de begintijd moest je worden uitgenodigd. Ik ben via Tijs bij de vereniging gekomen.”
Huisman: „Aanvankelijk was er een commissie die beoordeelde of iemand als lid kon worden toegelaten. Dan werd met drie man vergaderd over het werk dat iemand liet zien. Het kwam dan wel voor dat een kandidaat werd afgewezen. Dat was pijnlijk en ook niet altijd gemakkelijk te beargumenteren. Gelukkig is dat systeem losgelaten.”
Van den Broek: „Dat is wel een weg van zoeken en aftasten geweest. Er werd veel over gediscussieerd in de vereniging. Zozeer zelfs dat sommige geïnteresseerden heel snel afhaakten.”
Huisman: „Nu kan iedereen lid worden die de reformatorische grondslag van Korf onderschrijft. Natuurlijk vinden we het werk dat iemand maakt heel belangrijk, maar we kijken ook naar de persoon: er zijn prachtige mensen die we heel graag bij de vereniging willen hebben.”
Lukt het om de kunst die de leden maken op een hoger plan te tillen?
Huisman: „Vanaf het begin organiseert Korf ontmoetingsdagen waarop de leden elkaars werk bespreken en elkaar kunnen stimuleren om nieuwe wegen in te slaan. De leden voeden elkaar een beetje op.”
Van den Broek: „We hebben tegenwoordig ook een leden-app waarop Korfleden hun werk onderling kunnen delen en daarover kunnen discussiëren. Heel leerzaam. Soms gaat dat tot laat in de avond door.”
Huisman: „Dan blijft de smartphone maar trillen op het nachtkastje. Soms app ik wel eens vaderlijk: En nu slapen allemaal!”
Van den Broek: „Als je eenmaal bij de vereniging zit, ontstaan er ook vriendschappen voor het leven. Voor mij voelt Korf als familie.”
Huisman: „De leden zien er elke keer weer naar uit om elkaar en het liefst ook nieuwe gezichten op onze bijeenkomsten te ontmoeten.”
Van den Broek: „Bij het beoordelen van kunstwerken met een religieuze duiding en symboliek is men altijd voorzichtig in het verwoorden.”
Huisman: „In dat beoordelen van elkaars werk hebben we wel een ontwikkeling doorgemaakt. We zijn wat minder krampachtig geworden, wat minder statisch. In de begintijd ging het bespreken niet altijd op een goede manier; dan werd wel naar bijvoorbeeld compositie en perspectief gekeken, maar minder naar de expressieve kracht van een werk. We gaan nu vriendelijker met elkaar om, stellen eerder vragen dan dat we direct onze mening geven. Dat geeft bij de leden minder spanning en zorgt voor wederzijds vertrouwen.”
Van den Broek: „Sommigen durfden hun werk bijna niet ter beoordeling aan de anderen voor te leggen. Nu behandelen we elkaar meer als gelijken, of we nu op de academie hebben gezeten of niet. Al blijft het wel lastig om kritiek te incasseren.”
Huisman: „De inmiddels overleden Jan van den Berge, nestor van onze vereniging, zei weleens: „Eigenlijk zijn we allemaal amateurs.” Terwijl hij zelf een opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag had gevolgd. Niemand hoeft zich boven een ander te verheffen; als zijn of haar werk maar eerlijk is, gemaakt vanuit een persoonlijke benadering en visie.”
Van den Broek: „Bij het organiseren van een expositie kijken we natuurlijk wél naar de kwaliteit van het werk, dat is soms al lastig genoeg. We willen niemand voor het hoofd stoten. Daarom kijkt altijd een externe professional mee bij de selectie.”
Huisman: „We proberen te werken aan kwaliteit en authenticiteit. Als we daar stappen in kunnen maken, is mijn missie geslaagd. Leden kunnen elkaar hiervoor tips geven. Bijvoorbeeld door eens een andere verfsoort te kiezen, of te experimenteren met kleur, vorm of materiaal.”
Wat onderscheidt de kunst van Korfleden van andere kunst?
Huisman: „Als christelijke kunstenaar mag je genieten van Gods Schepping, je verwonderen over wat je ziet. Over de vraag wat christelijke kunst is zijn boeken volgeschreven. Binnen Korf wordt daarover ook best verschillend gedacht. Wat ons bindt, is onze christelijke levensovertuiging. Daar passen geen shockerende, zinnenprikkelende en aanstootgevende kunstuitingen bij. In de praktijk levert dat eigenlijk nooit problemen op. Ik kan me geen geval herinneren dat we op dit punt hebben moeten ingrijpen.”
Van den Broek: „Het is bij Korf geen verplichting om vernieuwend bezig te zijn; ook kunstenaars die traditioneel willen werken zijn van harte welkom.”
Huisman: „Maar dat betekent niet dat er bij Korf alleen blauwe luchten worden geschilderd. Als het goed is gaat een christelijke kunstenaar niet aan de werkelijkheid voorbij. Kunst is niet alleen een versierrand bij het leven, in kunst klopt het leven. Het gaat niet altijd zoals wij wensen. Soms kan dat schuren, maar als het goed is gaan mensen daardoor nadenken over de grote vragen van het leven. De dichter Jan Greshoff schreef: „De dichter openbaart geheimen zonder ze te verraden.” Dat vind ik een geweldige uitspraak, die je ook op beeldende kunstenaars kunt toepassen. Al werkende kom je dichter bij het geheim, het mysterie van het leven, maar je beschadigt het niet. Dat is zoeken en tasten, want wanneer raak je de kern van iets? En je moet op tijd stoppen om het geheim te laten bestaan. Met een zoet tafereel raak je nooit de diepte van het geheim.”
Welke toekomstplannen heeft de vereniging?
Huisman: „Het zou mooi zijn als we nog wat verder konden groeien qua ledental. Ik zou er heel graag wat meer jongelui bij willen hebben. Mensen met een eigentijdse benadering van het leven, van de kunst, met eigentijdse technieken. Daar kunnen we veel van leren.”
Van den Broek: „Het is een beetje vreemd dat er wel meer reformatorische jongeren naar de kunstacademie gaan, maar dat we hen vrijwel niet bij Korf terugzien.”
Huisman: „Ik zou graag een oproep aan de jongeren doen: Wat speelt er op de kunstacademies? Kom er eens wat over vertellen!”
Van den Broek: „Een wens is ook dat we een databank met afbeeldingen van kunstwerken van Korfleden kunnen opzetten. Het is voor onze leden heel lastig om met een expositie naar buiten te treden; de meeste galerieën of instellingen zijn op zondag open. Een eigen galerie zou mooi zijn, maar wie gaat die draaiende houden?”
Mannen van het eerste uur
„Zaterdag 1 mei 1999 was het zover. De eerste bijeenkomst om te komen tot het verenigen van gelijkgestemden, beoefenaars van beeldende kunst met eenzelfde achtergrond, was eindelijk een feit…
Daarvoor hadden we, Kees Kok en Adri Burghout, al aardig wat denk- en regelwerk verzet. Het begon eigenlijk allemaal op de Wegwijsbeurs te Utrecht, waar een langdurig gesprek ontstond. Er was meteen een duidelijke klik voelbaar. Samen hebben we daarna in Barneveld een aantal dagen gewerkt aan een wandschildering van ongeveer 40 vierkante meter, waarbij tegelijkertijd heel wat werd gebrainstormd! Later praatten we ook nog verder in Scherpenzeel. Allebei kenden we wel een aantal mensen om uit te nodigen voor de eerste bijeenkomst. Die namen kwamen dan uit een catalogus van de SGP.
De locatie werd de Wouwse Tol bij Bergen op Zoom. Geografisch gezien is dat ongeveer in het midden van het land. Mensen van het eerste uur waren o.a. Kees den Braber, Piet den Hertog, Jan van den Berge en nog een aantal bekende namen. Op de eerste bijeenkomst waren 14 mensen aanwezig. Een ‘oogst’ waar we heel tevreden mee waren!
Het oogmerk was om binnen de reformatorische gezindte contact te maken met kunstenaars, maar ook om onze kunstzinnige uitingen te delen met de wereld om ons heen.”
Terugblik in de jubileumeditie van ”bijKorf”
Kunstenaarsvereniging Korf
Korf staat voor ”Kunstenaars op reformatorisch fundament”. De leden van deze vereniging van christelijke kunstenaars wonen verspreid door heel Nederland. Op Korfvergaderingen, die een paar keer per jaar worden gehouden, ontmoeten ze elkaar. Ze doen er inspiratie op en bestuderen en bediscussiëren elkaars werk.
Verder worden regelmatig kunstenaars van buiten de vereniging uitgenodigd, die hun werk laten zien en er iets over vertellen.
Verschillende Korfleden zijn zelfstandig kunstenaar. Anderen geven als docent dagelijks onderwijs om hun kennis over te dragen. Onder de leden bevinden zich schilders, tekenaars, illustratoren, beeldhouwers, bronsgieters, ontwerpers en grafische vormgevers.
De werken die Korfleden maken variëren van figuratief, half abstract tot volledig abstract. De diversiteit aan onderwerpen is groot en er wordt met verschillende materialen gewerkt.
De kunstcollectie van Korf en haar leden bestaat voor een groot deel uit schilderijen en ruimtelijk werk. Regelmatig wordt op verschillende locaties in Nederland een expositie georganiseerd.
In het kader van het 20-jarig jubileum wordt zaterdag 19 september in Barneveld de jubileumeditie van verenigingsblad bijKorf gepresenteerd. In deze uitgave wordt ook een beeldendekunstwedstrijd aangekondigd.
In de Sint-Joriskerk in Amersfoort wordt van 27 juli tot en met 4 september 2021 een jubileumexpositie van Korfleden gehouden.
www.korfinfo.nl