Helder als de zon
Psalm 4:7
„Velen zeggen: Wie zal ons het goede doen zien? Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns, o Heere.”
Mensen, die alleen op zoek zijn naar (oppervlakkige) dingen, snellen voorbij aan de werkelijk goede dingen, ik bedoel de deugd en de liefde voor de wijsheid. En degenen die niet willen weten van Gods voorzienigheid en zeggen: „Waar is de voorzienigheid van God, gezien de enorme chaos, die in het leven ontstaan is en gezien het feit dat de meeste mensen als bedelaar, in armoede of in extreme ellende door het leven moeten? Wat getuigt nu van Gods zorg?”
Wel, de mensen die deze dingen zeggen, doen hetzelfde als iemand die op het heetste en helderste moment van de middag pogingen doet om de zon te ontdekken en zich afvraagt of hij wel licht geeft. Zo legt de profeet het aan ons voor en dan geeft hij een zeer snelle verklaring door te zeggen: „Het licht van Uw aangezicht werd als een teken op ons geschreven”, en maakte zo duidelijk dat –zoals iets dat op het voorhoofd als teken aangebracht is, voor allen duidelijk te zien is en voor niemand verborgen kan blijven– niemand de verschijning (van Gods aangezicht), die vollicht is en stralend is, niet kan opmerken.
Zoals immers licht, dat als een teken aangebracht is –dat wil zeggen: op het voorhoofd gestempeld en gegraveerd is– voor allen overduidelijk is, zo is de voorzienigheid, namelijk Uw liefde voor de mens (voor ons), overduidelijk.
Johannes Chrysostomus, priester in Antiochië (”Homiliën”, ca. 390)