Jaarvergadering Gereformeerde Bond: „Vrijheid heeft grenzen nodig”
Vrijheid heeft grenzen nodig. Ze wordt het beste gewaarborgd onder een regering die met God en Zijn Woord rekening houdt.
Ds. H. Liefting sprak maandagmiddag in Putten tijdens de uitgestelde jaarvergadering van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland. De hervormde emeritus predikant hield een lezing over vrijheid, het thema dat de Gereformeerde Bond tijdens de ambtsdragersvergaderingen in september aan de orde stelt.
Ds. Liefting ging uit van Psalm 126. Hij gaf aan dat vrijheid een groot goed is, maar dat absolute vrijheid niet bestaat. Die ontaardt volgens hem in anarchie omdat iedereen dan zijn eigen wil doorzet. „Er zijn normen en restricties nodig. De Heere heeft normen gegeven die voor ieder mens goed zijn.”
Onvrijheid
De predikant uit Gouda stelde dat er nogal wat onvrijheid bestaat in onze maatschappij. Hij somde vier terreinen op waar naar zijn mening omkeer nodig is. Als eerst noemde hij de coronacrisis. „Door onze manier van leven zijn we in een nieuwe gevangenschap met veel onvrijheid terechtgekomen”, zei hij. „De Heere schudt aan de grondslagen van de wereld die we dachten naar onze hand te kunnen zetten.” Volgens hem is er bekering nodig van onze manier van leven: meer aandacht voor het ”bewaren” van de wereld en minder voor het ”bouwen”.
Als tweede verwees ds. Liefting naar de arbeid. Hij zei dat velen slaaf van hun werk zijn en dat men de eigen status vaak beoordeelt naar de geleverde prestaties, terwijl het „nooit genoeg” is. „Velen zijn niet vrij en bezwijken onder de voortdurende druk.”
Techniek was zijn derde punt. „Techniek kan een zegen zijn, maar ook worden tot een vijand van de vrijheid door het gevoel van overmoed dat zij geeft en door de sociale controle die zij werkt.”
Ds. Liefting noemde als laatste het streven naar geluk. Een rusteloos streven naar geluk berooft mensen van hun vrijheid, aldus de predikant.
Tijdens de bespreking van vragen zei ds. Liefting te vrezen voor „afhakers” ten gevolge van de coronacrisis. Hij vertelde van een jongeman die zei dat zijn ouders, die vroeger trouwe kerkgangers waren, thuis niet naar de diensten luisterden. Ze gingen vervolgens niet meer naar de kerk en misten dat ook niet.
Doop
In zijn openingswoord zei ds. A. J. Mensink dat de doop niet alleen belangrijk is voor het persoonlijke leven, maar ook voor de kerk. „De doop drukt de identiteit van de kerk uit. Alle thema’s vanuit de ambtelijke vergaderingen moeten benaderd worden vanuit de doop.”
De voorzitter van de Gereformeerde Bond noemde de doop een samenvatting van het Woord van God. „Een gemeente wordt gekenmerkt door de mate waarin zij haar doop verstaat. Leer de kerk haar doop verstaan en zij is niet alleen zelf gered, maar zij weet ook anderen te redden.”
Tijdens de vergadering werden de bestuursleden ds. J. J. ten Brinke, mr. P. C. Knook en prof. dr. M. de Vries herkozen. A. H. Teeuwissen, die jarenlang penningmeester is geweest, trad terug. Zijn opvolger is L. P. de Wit.