Verschillende wegen
Romeinen 7:9a
„En zonder de wet, zo leefde ik eertijds.” De Heere toont snel de bedriegerij van een mensenhart, en de heimelijke, zondige praktijken van zijn leven, als hadden sommigen het de leraar bekendgemaakt. Het scheen alsof Hij tot niemand dan tot hem sprak. Zo wordt hij zo overtuigd en gedrongen neer te vallen en te bekennen dat God in deze mens is (1 Korinthe 14:25). Dit kan hem pas tot overtuiging brengen. Nicodémus werd overtuigd van zijn gebrek aan wedergeboorte en voelde daardoor hoezeer hij Christus nodig had. De Heere kan iemand geheel zijn voorgaand leven doen overdenken, hoe goddeloos het is doorgebracht. Zo kunnen niet één, maar een menigte van ongerechtigheden hem omringen. Iemand kan het godvruchtig voorbeeld zien van zijn ouders, of van andere vrome christenen, en hierdoor overtuigd worden dat indien hun toestand en weg goed is, de zijne zover beneden de hunne is, dat die vanzelf méér dan ellendig moet zijn.
De Heere overtuigt altijd de ziel van zonden in het bijzonder. Maar Hij overtuigt niet altijd dadelijk de ene mens van dezelfde particuliere zonde zoals hij met anderen doet. Of de Heere al de uitverkorenen het eerst van de zonden van hun natuur overtuigt, en hen hun karakterzonden toont, in deze eerste aanval van overtuiging heb ik geen twijfel. Paulus zou onbekeerd en een hoogmoedig farizeeër gebleven zijn als de Heere hem deze zonde niet door de wet had laten zien (Romeinen 7:9).
Thomas Shepard, predikant te Cambridge (Amerika) (”De gezonde gelovige”, 1685)