Minister Slob tikt Cheider op de vingers
De joods-orthodoxe scholengemeenschap Cheider in Amsterdam doet niet genoeg om de problemen op de school op te lossen, vindt Onderwijsminister Slob. Bij D66 en de SP begint het geduld met de school op te raken.

Diverse malen kreeg de school herstelopdrachten van de inspectie, maar die werden volgens de onderwijsinspectie niet voortvarend opgepakt. Onderwijsminister Arie Slob stuurde vorige week nog een nieuw inspectierapport naar de Kamer. „De sociale veiligheid van de leerlingen van Cheider is nog steeds niet voldoende geborgd” en „het tempo waarin het bestuur werkt aan herstel is laag”, zo vatte Slob de conclusies van de inspectie samen.
In 2018 werd een voormalig docent van de school veroordeeld wegens ontucht met een leerling. Over de leerkracht kwamen in 2012 al meldingen bij de school binnen, maar daar deed het schoolbestuur te weinig mee, zo concludeerde de onderwijsinspectie.
Traag
Het bestuur zou weg moeten, concludeert D66-Kamerlid Paul van Meenen. „Wat is het moment dat de stekker eruit gaat?” vroeg Peter Kwint van de SP.
Volgens Slob liggen er nu stevige opdrachten van de inspectie, en moet de school daarmee aan de slag. Hij erkent wel dat het tot dusver „traag, soms tergend traag gaat, ook als het gaat om medewerking van het bestuur”. Doet de school niet waartoe de inspectie opdracht heeft gegeven, dan kunnen er financiële sancties volgen, aldus de minister.
Van Meenen wilde weten of het bestuur wat Slob betreft kan aanblijven, maar daar wilde de minister geen antwoord op geven. Voor dat oordeel is hij afhankelijk van de rapportages van de inspectie, zei hij. „Ik ga niet hardop speculeren over wat ik vind. Maar in het algemeen vind ik het wel heel onbevredigend dat dit zo loopt.”
Principiële discussie
Bestuursvoorzitter mr. Herman Loonstein reageert verbaasd op de aantijging dat de school onvoldoende werk maakt van verbeteringen. „Ik kan me niet aan indruk onttrekken dat de minister niet over alle informatie beschikt”, zegt hij. „Van de elf herstelopdrachten die de school kreeg, zijn er 10,5 correct en tijdig uitgevoerd. Over de overgebleven halve opdracht loopt een principiële discussie. Die gaat over de vraag hoe je onderwijs geeft over seksualiteit.”
Drie maanden lang werd het Cheider financieel gekort omdat ze niet zou voldoen aan de eisen. De school diende dit voorjaar echter met succes bezwaar in tegen die sanctie. „We voelen ons gesteund omdat we die procedure hebben gewonnen. Dat tekent toch wel wie er hier gelijk en ongelijk heeft.”
Voortbestaan
De bestuurder wijst erop dat het voortbestaan van de Joodse school „cruciaal” is voor de aanwezigheid van de Joodse gemeenschap in Nederland. „Als het Cheider omvalt, betekent dat ook het einde van de Joden in Nederland.” Dit schooljaar telt het Cheider 75 basisschoolleerlingen en 38 leerlingen in het voortgezet onderwijs. De optie om de leerlingen naar een andere school te sturen, noemt Loonstein „uitgesloten.”