Teerds zei dit dinsdagavond in Middelburg tijdens een bijeenkomst over ”Het gezin in een digitale wereld”. De Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten (JBGG) belegt een serie opvoedingsondersteuningsavonden rond dit thema. Het omgaan met multimedia staat hierbij centraal. Teerds is directeur van de begeleidingsdienst van reformatorische basisscholen (BGS). Daarnaast is hij voorzitter van de ICT-commissie van de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten.

Teerds belichtte gisteravond in zijn lezing ”Opvoeden in de beeldcultuur” de pedagogische kant van het omgaan met informatie- en communicatietechnologie (ICT).

Op dit moment kom je als gezin niet op achterstand met een opvoeding zonder internet, is zijn inschatting. De BGS-directeur pleitte ervoor afstand te houden waar dat mogelijk is en er bewust mee te leren omgaan waar dat nodig is. „We moeten ons realiseren dat jongeren op school –ook op de reformatorische school– volop met ICT te maken krijgen.”

Begeleiding
Teerds denkt niet dat ICT nu al onmisbaar is, maar hij constateerde wel dat het gebruik ervan toeneemt. Hij sprak het vermoeden uit dat het er in de toekomst wel eens op zou kunnen uitlopen „dat we niet anders kunnen dan bepaalde gebruiksmogelijkheden van ICT benutten.” Daarom vindt hij het belangrijk er nu al over na te denken.

Begeleiding van kinderen mag zijns inziens niet ontbreken bij het gebruik van computer, e-mail en internet. Ook controle acht hij noodzakelijk. De gevaren van internet zijn zo groot, dat je het alleen moet gebruiken met een bepaald zakelijk doel, hield de ouderling uit Zwijndrecht de aanwezigen voor. „Behalve voor e-mail hebben we internet in een gezin met jonge kinderen nog steeds niet nodig. Als de kinderen ouder worden kan dat anders liggen.”

Hij onderstreepte de noodzaak van filtering. „Volledig internet gaat alle perken te buiten.” Als er een computer in het gezin is, zal dat de zorg van ouders vragen, maakte hij duidelijk.

Volgens de BGS-directeur mogen ouders de mediaopvoeding niet helemaal aan de school overlaten. Het gesprek over media moet volgens hem al met het jonge kind beginnen. Hij onderstreepte daarnaast het grote belang van begeleiding in de tienerfase. „Op deze leeftijd gaan jongeren experimenteren, grenzen verkennen en soms grenzen verleggen. Als tieners niet op een goede manier met ICT leren omgaan, is het gevaar dat ze op een slinkse manier op zoek gaan naar verkeerde sites groter dan wanneer je ze wat meer ruimte en verantwoordelijkheid geeft. Uiteraard zal er dan wel sprake moeten zijn van regelmatige controle en een open gesprek.”

Gewetensvorming
Teerds wees erop dat kinderen hun ouders op ICT-gebied vaak voor zijn. Dat leidt in de praktijk nog wel eens tot gezagsverlies. Maar het betekent, aldus Teerds, niet dat ouders daarom verder maar moeten zwijgen. „Gezag zit niet in het kennen en kunnen van de ouders.”

Aan de andere kant bracht hij naar voren dat ouders wel moeten weten wat ze begeleiden. „Bovendien gaat ICT steeds meer het dagelijks leven doortrekken, zodat ouders er wel enige kennis van moeten hebben.” Als een goed middel om als ouder meer zicht te krijgen op het internetgebruik noemde hij het bespreken van schoolopdrachten.

Hij raadde de ouders ook aan om kinderen bewust te maken van de voor- en nadelen van internet. „Benadruk het belang van een kritisch houding tegenover internetgebruik.” Gewetensvorming is volgens Teerds essentieel. „Bij onze jongeren moeten we kritisch bewustzijn ontwikkelen. Laten we echter niet de indruk wekken dat voldoende kennis ook voldoende bescherming betekent. Het gaat om de omtuining door het Woord.”