Minister blijft bij weigering huren tijdelijk te bevriezen
Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) blijft weigeren de huurverhoging per 1 juli te schrappen in verband met de coronacrisis. De Eerste Kamer heeft daar recent twee moties over aangenomen, maar de minister wil alleen dat huurders worden geholpen die echt door deze crisis in de problemen komen. Ze heeft onder meer met verhuurders afgesproken om maatwerk te bedenken voor deze groep mensen. Aanvullende maatregelen sluit ze niet uit, maar ze wil eerst zien hoe de situatie zich de komende maanden ontwikkelt.
In een brief vrijdag aan de senaat wijst ze opnieuw op het financiële gat dat zou ontstaan als de jaarlijkse huurverhoging niet doorgaat, meer dan 400 miljoen euro. Geld waar de woningcorporaties en private verhuurders volgens haar op hebben gerekend en dat ze hard nodig hebben om te investeren in nieuwbouw, onderhoud en verduurzaming. De verhoging is komend jaar al beperkt tot de inflatie van 2,6 procent plus 1 procent.
Maar een meerderheid in de Eerste Kamer is het eens met de SP dat veel mensen het door de crisis moeilijk krijgen. Steun kwam er van FVD, GroenLinks, PvdA, PVV, PvdD, 50PLUS en OSF. Als de huurverhoging eenmaal is doorgevoerd, is die volgens hen niet meer terug te draaien. De coalitiepartijen vormen met 32 van de 75 zetels een minderheid in de senaat.
SP-senator Tiny Kox vindt de reactie van Ollongren zeer teleurstellend en gaat dinsdag met zijn collega’s overleggen wat nu te doen. Hij vindt het niet kunnen dat een minister een motie naast zich neerlegt. Dit leidt volgens hem tot een conflict met de volksvertegenwoordiging en het maakt daarbij niet uit dat dit alleen oppositiepartijen zijn.
„De meerderheid wil dat ze actie onderneemt. Ze kan het ook maar ze wil het niet.” Deze zaak is volgens de SP’er nog niet af voor het parlement. De senaat kan een motie van afkeuring of wantrouwen indienen maar Kox wil niet zeggen of hij dat gaat doen.