Theologenblog: Seminarie Zuidelijke Baptisten (VS) krijgt verwijt liberale koers te varen
In de Verenigde Staten is een discussie ontstaan over het orthodoxe karakter van het Southern Baptist Theological Seminary (SBTS). Het seminarie was door inkomensverlies vanwege de coronacrisis genoodzaakt om personeelsleden te ontslaan. Het ontslagen personeel werd gevraagd om een NDA (non-disclosure agreement) te tekenen: een contract waarin partijen vertrouwelijkheid beloven en de ondertekenaars aangeven het seminarie niet te zullen schaden.
Enkele medewerkers hebben geweigerd dit contract te tekenen en zullen geen geld ontvangen. Een van die medewerkers is professor Russell T. Fuller, sinds 1998 hoogleraar Oude Testament. Zijn ontslag heeft volgens hem niet te maken met de coronacrisis en financiële problemen. In een interview wijst hij een andere oorzaak aan. Fuller stelt dat SBTS bezig is een liberale koers te varen en zijn kritiek op deze koers is de daadwerkelijke reden voor zijn ontslag.
In het interview staaft Fuller zijn beschuldigingen. In een eerste deel beschuldigt hij collega’s van Higher Biblical Criticism, een historisch-kritische benadering van de Bijbel die volgens hem Schriftkritiek zou inhouden. Fuller ziet deze benadering van de Bijbel bij zijn collega Dominick Hernandez in zijn werk op het Bijbelboek Job en bij zijn collega Jarvis Williams in zijn benadering van de Bijbel vanuit zijn identiteit als zwarte Amerikaan. Fuller had Al Mohler, de bekende decaan van SBTS, gewaarschuwd voor de liberale tendens in het werk van Hernandez, maar Mohler had zijn kritiek terzijde geschoven. In een tweede deel beschuldigt Fuller collega Jonathan Pennington van postmoderne hermeneutiek in zijn boek ”Reading the Gospels Wisely”. Pennington zou ontkennen dat er een objectieve betekenis van de tekst bestaat.
De timing van Fullers publieke kritiek is bedenkelijk. Deze publieke aanval op collega’s komt over als een uiting van woede en frustratie over zijn ontslag en het weigeren van het tekenen van het NDA. Het platform waarop Fuller zijn kritiek uit is ook niet vrij van controverse. De interviewer en de verspreiders van het interview worden door velen bestempeld als ”alt-right”. Zij zien in Fullers kritiek een bevestiging van hun politieke overtuiging dat links-liberaal denken het hoger onderwijs domineert – kennelijk zelfs al bij een bastion van conservatieve theologie als SBTS. Fullers kritiek wordt op deze manier een instrument in een polariserende en scherpe politieke strijd.
Inhoudelijk is er ook meer te zeggen over Fullers aantijgingen. Hernandez blijkt bij nadere beschouwing niet te stellen dat de auteur van Job mythologie promoot. Het werk van Pennington ken ik wat beter. Ik heb zowel in zijn dissertatie (over het Koninkrijk der hemelen bij Mattheüs) als in zijn boek over de Bergrede (”The Sermon on the Mount and Human Flourishing”) geen spoor van postmodern denken en het ontkennen van objectieve betekenis kunnen ontdekken. SBTS heeft door middel van interviews met Hernandez en Pennington ook Fullers aantijgingen ontkend.
De beschuldiging van liberalisme ligt gevoelig bij de Southern Baptists, omdat het kerkverband zich vanaf de jaren zeventig afgezet heeft tegen liberale theologie en een conservatieve koers is gaan varen (de zogenoemde ”Conservative Resurgence”). Er zal een goede en Bijbels verantwoorde overweging gemaakt moeten worden voordat men beschuldigingen als die van Fuller uit. Het gevaar is namelijk dat de goede naam van de ander en de liefde voor de naaste naar de achtergrond verdwijnen ten faveure van mijn wrevel en eerherstel. Paulus zei niet voor niets: „doe niets uit geldingsdrang of eigendunk, maar laat in ootmoed de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf” (Filippenzen 2:3). Deze toon moet ik in dit debat nog zien te ontdekken.
Deze episode leert ons dat wij voorzichtig moeten zijn in het publiek betitelen van andermans theologie als liberaal of (in de Nederlandse context) ongereformeerd. De wetenschap is een speelveld waarop verschillende meningen mogen bestaan en waar discussies ook scherp en fair gevoerd mogen worden. De benadering van Fuller om openlijk het werk van trouwe collega’s te betitelen als Schriftkritisch en postmodern past niet bij deze wetenschappelijke attitude, te meer omdat zijn aantijgingen niet overeenkomen met het bewijs. Iedere gelovige, en dus ook de theoloog, hoort haastig te zijn in het luisteren, maar traag te zijn in het spreken (Jakobus 1:19).
Arjan van den Os is promovendus Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Hij schrijft deze blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.