Coronacrisis onderstreept belang van christelijke hoop
Het is de morele plicht van elk mens om optimistisch te zijn, zei de filosoof Karl Popper eind vorige eeuw in een interview. Voor die stelling valt veel te zeggen.
Toegepast op politici krijgt de bewering van de Oostenrijks-Britse denker nog meer zeggingskracht. Want wat zou de samenleving aan moeten met leiders die haar in de put praten? Pessimisme verlamt, optimisme activeert en verbindt.
Als iemand deze wijsheid heeft verinnerlijkt, dan onze minister-president Rutte. Van karakter al uitgesproken opgewekt, beseft hij als geen ander dat het land behoefte heeft aan positivisme. Zeker tijdens de huidige coronacrisis.
Het uitstralen van hoop gaat hem des te gemakkelijker af sinds de effecten van het door zijn kabinet gevoerde beleid zichtbaar werden: het aantal besmettingen door corona nam sterk af, het aantal doden door deze ziekte eveneens.
Wel is bij dit alles een belangrijke vraag waarop iemands optimisme en hoop gestoeld zijn. Bij veel politici is de basis ervan ten diepste het geloof in de goedheid van de mens en in zijn vermogen om door wetenschap en techniek uiteindelijk elk probleem de baas te kunnen. „Samen krijgen wíj het virus eronder”, luidt het mantra van de premier.
En niet alleen van hem. Want hoe wijs iemand als oud-politicus Jan Terlouw ook moge zijn, en hoezeer we als samenleving veel van zijn adviezen en vermaningen ter harte mogen nemen, ook bij hem is het fundament van zijn optimisme het geloof in de vermogens van mensen. Een medicijn tegen corona? Dat komt er „over enkele maanden”, poneerde de D66’er zaterdag in een interview met Volkskrant Magazine. Waarom hij dat denkt? „Omdat er enorm naar gezocht wordt. En we zijn goed hoor, we kunnen veel. Als wetenschappers zich er echt op storten, kunnen we toch alles.”
Wie wat tegenwicht zoekt voor zoveel vertrouwen in menselijk kunnen, leze of herleze het kort na de Tweede Wereldoorlog uitgekomen boek van een ander wijs mens, ds. J. Overduin: ”Het onaantastbare. Over de christelijke hoop”. Hij wijst erop dat het enige echte medicijn in deze zieke wereld, in het bijzonder in tijden van crisis, de christelijke hoop is: het uitzicht dat gelovigen mogen hebben op de heerlijke toekomst van het Koninkrijk van God. Een hoop die zich enerzijds richt op een schepping die ooit vernieuwd zal worden, maar die ook de huidige werkelijkheid in een ander licht plaatst.
Ds. Overduin wijst niet alleen de seculiere wereld een medicijn aan, maar geeft ook christenen volop huiswerk mee. „Wij spraken, ook in de prediking, honderd maal over het geloof, tegen tienmaal over de liefde, tegen éénmaal over de hoop”, klaagt hij zichzelf en zijn medegelovigen aan.
Iets om over na te denken. Kan de coronacrisis onze ogen misschien openen voor het belang van het overdenken en uitdragen van de christelijke hoop?