Bekommerden
De staat van deze wereld is gelijk een onstuimige zee, die nooit stil staat. Zo is het ook met de strijdende kerk Christi, die gelijk is aan een scheepje dat in deze wereld gewenteld en getuimeld wordt. Ze doet echter niet gelijk velen die zo dronken zijn van de rijkdom en de wellusten van deze wereld, dat ze niet eens denken aan de verbreking van Jozef. Dat is de nood van de strijdende kerk. Want, kind des Heeren, het is niet mogelijk dat u de nood van dat scheepje vergeten zou, waarin al uw beste vrienden zijn die u op de aarde bezit, namelijk al Gods kinderen. Ja, in dat scheepje waarin u zelf eenmaal hoopt overgezet te worden in het eeuwige leven.Daarom kan er geen zwarigheid met dat schip voorkomen of het gaat u ook aan. Het was een grote zorgeloosheid van Jona de profeet, dat hij lag en sliep in het onderste van het schip toen het schip in nood was, zodat het bijna verging. Daarom moest hij ook de bestraffing horen van de heidenen, dat het toen geen tijd was om te slapen, maar om te waken en te bidden.
Geliefden, volg dan de voetstappen van de heiligen in vroeger tijden, ja, het zuchten en kermen van David, Daniël, Elia en anderen dat zij voor Gods kerk hebben uitgestort. Zij rekenden het voor een grote zegen dat zij vrede mochten zien in Israël. Daarentegen was het hun een grote droefheid te zien de verstoring van de tempel des Heeren.
G. Udemans, predikant te Zierikzee (Christelijke bedenkingen voor een gelovige ziel, 1643)