Kerk & religie

Gods volk

Jesaja. 43:21

1 May 2020 15:18Gewijzigd op 16 November 2020 19:07

„Want dit volk, spreekt de Heere, heb Ik Mij geformeerd, zij zullen Mijn lof vertellen.”

Boter van koeien en melk van kleinvee, met het vette van de lammeren en van de rammen die in Basan weiden. Het vette van tarwe en het druivenbloed; reine wijn hebben zij gedronken. Kortom, God is hen geweest tot een fontein, vloeiende van alle lichamelijke en geestelijke zegeningen. Maar waarom toch? Omdat zij ook, boven alle volken, hun God verheerlijken zouden. „Want dit volk, spreekt de Heere, heb Ik Mij geformeerd, zij zullen Mijn lof vertellen” (Jesaja 43:21). En dit was Gods doel en oogmerk met alles wat Hij aan dit volk, om het volkomen te maken in heerlijkheid, gedaan heeft.

Merkwaardig zijn daarom de woorden Gods, gesproken door Jeremia, de profeet: „Hoe zal Ik u onder de kinderen zetten en u geven het gewenste land, de sierlijke erfenis, de heirscharen der heidenen?” Maar, let wel: „Ik zei: gij zult tot Mij roepen, mijn Vader! en gij zult van achter Mij niet afkeren” (Jeremia 3:19). Daarom ook, toen dit volk begon te zondigen, bestrafte de Heere hen niet alleen vanwege hun ongehoorzaamheid, maar ook –en wel voornamelijk– vanwege hun ondankbaarheid. Toen werd het goddelijk verwijt gehoord: „Zult gij dit de Heere vergelden, gij dwaas en onwijs volk? Is Hij niet uw Vader, Die u verkregen, Die u gemaakt, Die u bevestigd heeft?” (Deuteronomium 32:6).

Abraham van de Velden, predikant te Middelburg

(”Wonderen des Allerhoogsten”, 1669)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer