Diaken: Denk ook aan hulp aan onkerkelijken
Het leek diaken André Vink uit Sommelsdijk mooi om in de coronacrisis niet alleen hulp aan te bieden aan eigen gemeenteleden, maar ook aan buitenkerkelijken. „Ik wou dat ik hier een prachtig verhaal over kon vertellen, maar we hebben helaas nog geen hulpvraag gekregen.”
„Kan je hier wat mee?”, vraagt Vink (53), diaken in de christelijke gereformeerde kerk in Middelharnis, aan het einde van het telefonische interview vertwijfeld. Hij had graag een succesverhaal verteld over tientallen ouderen die door de diaconie zijn geholpen en buitenkerkelijken die door de coronacrisis in aanraking zijn gekomen met het Evangelie, maar de praktijk is anders.
Toen de zondagse diensten door het coronavirus niet meer op gebruikelijke wijze door konden gaan en alle kerkelijke activiteiten stil kwamen te liggen, pakten ambtsdragers de telefoon om ouderen en kwetsbaren te bellen. Ook de hulpendienst, een groep dames die praktische hulp biedt aan gemeenteleden, deed hetzelfde.
De bellers verwachtten tientallen hulpvragen van ouderen die de deur niet meer uit durfden uit angst om besmet te raken. Jongeren van de +16-vereniging stonden klaar om boodschappen voor hen te doen. Maar het bleef stil. Slechts een enkeling gaf aan hulp nodig te hebben. „Ik denk dat de meeste mensen goede contacten in de kerk en in het dorp hebben, waar ze een beroep op doen.”
Eén hulpvraag pakte Vink, docent praktijkonderwijs aan de christelijke scholengemeenschap Prins Maurits in Middelharnis, zelf op. „Een oudere alleenstaande man zocht iemand die boodschappen voor hem kon doen. Hij stond op mijn bellijst en ik kende hem al, dus vandaar dat ik mezelf aanbood. Mijn vrouw gaat twee keer per week voor hem naar de winkel. Ik breng de boodschappen langs. Dan maken we een praatje. Het is fijn om elkaar wekelijks even te zien en te spreken.”
Vink hoort niet direct van grote eenzaamheid onder gemeenteleden. „Vier keer per week zenden we in samenwerking met een andere gemeente een eerder gehouden preek of een bezinningsmoment uit. Op twee middagen leest iemand een vrij verhaal voor. Op vrijdag houdt onze predikant, ds. G. R. Procee, een weeksluiting. Van ouderen en eenzamen hoor ik enthousiaste geluiden over dit programma.”
Ondanks de coronacrisis ligt het diaconale werk niet stil, zegt Vink. „Vrijwilligers brengen wekelijks een voedselpakket bij vluchtelingen in de omgeving. Ook bezorgen gemeenteleden onverkocht brood van een bakker uit onze gemeente bij gezinnen die het moeilijk hebben. Dit gebeurt al jaren en kan gelukkig ook nu doorgaan.”
De diaconie stimuleerde gemeenteleden om tijdens deze coronacrisis niet alleen hulp aan eigen gemeenteleden aan te bieden, maar ook aan buitenkerkelijken. „Jakobus 2 roept ons op om aan de lichamelijke noden van broeders of zusters te denken. Dat motiveert om ons in te zetten voor elkaar, maar ook om breder te kijken. Van het aanbod is jammer genoeg nog geen gebruik gemaakt.”
Nu de gemeente niet meer wekelijks samenkomt, betekent dat de inkomsten uit collecten wegvallen. Daar maakt Vink zich echter nog geen zorgen over. „We hebben gemeenteleden twee voorstellen gedaan. Of ze sparen het collectegeld op en leveren het later in of ze maken hun collectegeld over per bank. De meeste leden kiezen voor het laatste. Er wordt goed gegeven.”
De diaconie heeft tot nu toe niet gehoord van financiële problemen in de gemeente. „Ik sluit niet uit dat die nog gaan komen. We hebben verschillende eigenaren van bedrijven en zzp’ers in onze gemeente. Mochten ze in moeilijkheden raken, dan kunnen ze bij ons terecht.”
De coronacrisis zet ons stil bij onze afhankelijkheid, ervaart Vink. „Zaken, zoals de zondagse kerkgang, die we normaal vonden, zijn niet langer vanzelfsprekend. We zijn bepaald bij de broosheid van ons bestaan en deze omstandigheden zijn een roepstem om ons tot God te wenden. Tegelijk zie ik ook positieve dingen. De crisis heeft de onderlinge band in de gemeente versterkt.”
serie kerk in coronatijd
In een serie van zeven artikelen wordt stilgestaan bij de gevolgen van het coronavirus voor het kerkelijk leven. Deel 3: de koster.