Ziekenhuis reinigen: poetswerk in barre tijden
Schoonmakers staan in de schijnwerpers. Ze poetsen wat af in deze crisistijd. Koning Willem-Alexander en premier Rutte beklemtonen de waarde van hun werk. Maar veel schoonmakers zitten ook op de schopstoel.
Boenen, soppen, desinfecteren. Voor schoonmakers in de zorg zijn het pittige tijden. Ic’s, ziekenzalen en operatiekamers moeten er spic en span uitzien. Doel: het coronavirus weren of verdelgen.
Piet Adema, voorzitter van schoonmaakbrancheorganisatie OSB, is blij dat de koning en de premier schoonmakers in het zonnetje zetten. „Zonder schoonmakers kunnen we elkaar niet mobiel bellen”, markeert Adema, niet zonder gevoel voor dramatiek, het belang van zijn mensen. Hij bedoelt dat grondige reiniging van bijvoorbeeld productieruimtes voor chips voor smartphones van cruciaal belang is.
Funest
Toch is het niet alles goud wat er blinkt in de schoonmaakbranche. Reinigers in de zorg hebben werk in overvloed, maar voor hun collega’s in andere sectoren pakt de coronacrisis funest uit. Bedrijven die leven van schoonmaakwerk in (nu gesloten) hotels of universiteiten zien hun inkomsten verdampen. Over de hele linie kampt de branche sinds anderhalve maand met een omzetderving van ongeveer 30 procent, schat de voorzitter van OSB, die 70 procent van de werknemers in de schoonmaakbranche vertegenwoordigt.
Pijnlijk is dat het ziekteverzuim fors stijgt. Van 5 procent in normale tijden tot ongeveer 15 procent nu. Schoonmakers die nu weinig te doen hebben in hun eigen sector deinzen er uit angst voor coronabesmetting voor terug aan de slag te gaan in de zorg, merkt Adema. „In onze sector werken mensen van 130 verschillende nationaliteiten met uiteenlopende culturele achtergronden. Sommigen van hen zijn wat sneller bang om besmet te raken. Al nemen veel schoonmakers gelukkig hun verantwoordelijkheid en houden ze een ziekenhuis schoon. Dat waardeer ik zeer.”
Intussen maakt Adema zich zorgen over persoonlijke beschermingsmiddelen voor schoonmakers in zorgcentra. Woensdag wees hij er het kabinet op dat er een „groot tekort” dreigt.
Handschoenen
Schoonmakers kunnen hygiënebeleid in zorgcentra „maken en breken”, zegt Charlotte Michels, expert op het gebied van infectiepreventie. „In deze coronacrisis, maar ook als in een ziekenhuis de MRSA-bacterie opduikt, is goed schoonmaakwerk van het grootste belang”, zegt Michels, die tal van ziekenhuizen en verpleeghuizen op dat terrein adviseert. „Schoonmakers kunnen een positieve rol spelen als het gaat om infectiepreventie.”
Wrang genoeg kunnen schoonmakers in zorginstellingen het coronavirus ook verspreiden, zegt de deskundige. Als ze bijvoorbeeld vuile handschoenen blijven dragen en zo een virus van de ene naar de andere kamer transporteren.
Zeker nu het coronavirus veel ellende teweegbrengt in verpleeghuizen, moet iedere schoonmaker zich houden aan een paar ijzeren vuistregels, benadrukt Michels. Vervang handschoenen onmiddellijk als je op een kamer in contact bent geweest met bijvoorbeeld ontlasting, urine en braaksel van een bewoner. Stap dus alleen met nieuwe handschoenen bij een volgende cliënt naar binnen.
Een andere gulden regel: Werk zo mogelijk van schoon naar vuil. Dus reinig eerst de minst vieze dingen en later de smerigste oppervlakken. „Maak eerst de deur en deurklink schoon en pas daarna het toilet. Als je met de wc begint, kunnen bacteriën uit zo’n ruimte via je schoonmaakspullen op de deurklink terechtkomen.”
Lang niet alle schoonmakers houden zich netjes aan deugdelijke hygiënevoorschriften, weet Michels. Tegen de regels in dragen nogal wat schoonmakers in zorgcentra sieraden en horloges. „Probleem is dat bacteriën en andere micro-organismen zich onder die sieraden kunnen nestelen, waardoor een schoonmaker die bacteriën kan verspreiden.”
Verantwoordelijkheid
De leiding van een zorgcentrum heeft een grote verantwoordelijkheid, beklemtoont Michels, voorheen jarenlang lid van de Werkgroep Infectie Preventie, een club die nationale richtlijnen voor zorginstellingen uitbracht. „Het management moet zorgen dat het personeel hygiëneprotocollen niet alleen kent, maar ze ook naleeft.”
Trapleuningen
Reguliere opleidingen van schoonmakers op de werkvloer zijn vanwege de coronacrisis grotendeels stilgevallen, zegt Charles Scholte, directeur van SVS, een bedrijf dat jaarlijks tussen de 6000 en 9000 cursisten opleidt tot schoonmaker.
Via onderwijs op afstand (e-learning) spijkert SVS de kennis bij van met name schoonmaakpersoneel in de zorg. Ook schoonmakers die voor het eerst aan de slag gaan in zorgcentra krijgen online les.
Op het programma staan onder meer handreiniging, „volgens standaarden van wereldgezondheidsorganisatie WHO.” Verder krijgen de cursisten advies over wanneer „gewoon schoonmaken” van objecten volstaat met bijvoorbeeld een microvezeldoek of wanneer ze een voorwerp of ruimte grondiger moeten reinigen, via desinfectie.
Uiteraard is optimale reiniging van bijvoorbeeld een operatiekamer geboden. Ook trapleuningen, liftknoppen en deurkrukken verdienen extra aandacht.
Scholte is eveneens blij dat de koning en de minister-president schoonmakers expliciet noemden. „Goed dat de schoonmakers in de spotlights worden gezet. Ze hebben recht op erkenning.”
De sociale partners in de schoonmaakbranche (de vakbonden CNV, FNV en koepelorganisatie OSB), verenigd in de Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche, trokken vorige week 5 miljoen euro uit om de schoonmaakbranche in deze crisistijd te steunen. Een deel van dat bedrag gaat naar online onderwijs voor schoonmakers.