Beurs in Japan begint week met verlies
De aandelenbeurs in Japan is maandag met verlies aan de nieuwe handelsweek begonnen. Ook de graadmeters in Seoul en Shanghai stonden in mineur. De handelsvloeren in Hongkong en Australië waren nog gesloten in verband met een lang paasweekend. Beleggers blijven zich zorgen maken over de impact van de coronapandemie op de wereldwijde economie. Dat belooft weinig goeds voor het nieuwe cijferseizoen, dat in aantocht is. Het goede nieuws op de oliemarkt over een akkoord tussen oliekartel OPEC en bondgenoten over een productiebeperking kon de stemming niet ombuigen.
De toonaangevende Nikkei in Tokio sloot 2,3 procent lager op 19.043 punten. Exporterende bedrijven zoals autobouwer Toyota verloren terrein (min 1,6 procent) vanwege de duurdere yen. De Japanse valuta, die doorgaans als een veilige haven op de financiële markten wordt gezien, won vanwege de toenemende onzekerheid door het nieuwe coronavirus. Het aantal besmettingen met Covid-19 wereldwijd bereikte inmiddels 1,85 miljoen.
Oliekartel OPEC, Rusland en andere olieproducerende landen zijn het zondagavond alsnog eens geworden over beperking van de productie met 9,7 miljoen vaten per dag voor de maanden mei en juni. Dat is ongeveer 10 procent van de hoeveelheid die wereldwijd dagelijks wordt opgepompt. De olieprijzen veerden op na dit nieuws maar stonden nog altijd op een zeer laag niveau. Japanse oliebedrijven JXTG Holdings en Idemitsu Kosan eindigden in het rood.
De Zuid-Koreaanse Kospi noteerde tussentijds een min van 1,7 procent. Zwaargewicht Samsung duwde de graadmeter omlaag nadat bekend werd dat meerdere fabrieken in Vietnam in quarantaine gaan nadat een medewerker besmet bleek met het longvirus. De beursgraadmeter in Shanghai verloor tussentijds 0,6 procent. China zag het aantal nieuwe besmettingen met het virus stijgen naar een hoogtepunt van de afgelopen zes weken. De provincie Heilongjiang, die de grens deelt met Rusland, lijkt de nieuwe brandhaard te zijn.