”Homme en het noodgeval”: bijzonder kinderboek over bijzonder meisje
Homme windt er geen doekjes om: hij vindt het maar niks dat zijn rare klasgenoot Pien (grote handen, pluizige vlechten) tijdelijk bij hen in huis komt.
Hommes moeder –die in het boek Moes heet, en vader Vaas– is van het type standvastig en stabiel (ze werkt vast niet voor niets aan een boek over opvoeding). Ze toont begrip voor Hommes gevoelens, maar maakt zich vooral sterk voor het welzijn van Pien, van wie de moeder tijdelijk rust moet nemen.
Homme vindt troost in het knutselen aan zijn ijzerdieren en in gesprekjes met fietsenmaker Kees. Iemand met wijze inzichten – en hij levert Homme zijn knutselmateriaal. Kijk maar eens een paar dagen aan wat er gebeurt, adviseert hij Homme. Pas daarna is het tijd voor stap twee: niet op Pien letten.
Dat valt nog niet mee: Homme wil ontdekken wie Pien echt is en gaandeweg het boek komen de twee dichter bij elkaar, zonder dikke vrienden te worden. De plotselinge verdwijning van Kees is hierbij een aanjager. Annejan Mieras beschrijft het mooi. Als lezer voel je zowel sympathie voor de onhandige Pien als voor Homme (al gedraagt hij zich soms horkerig) en dat is knap.
”Homme en het noodgeval” is Mieras’ tweede boek, na ”Portiek Zeezicht” (2018). Ze schrijft kleurrijk en bouwt haar verhaal goed op. Meerdere lijntjes komen op het laatst fraai bij elkaar. De een tikje onbegrijpelijke gedichtjes aan het eind van elk hoofdstuk –van Piens hand, ontdek je snel– vormen een sleutelrol in de ontknoping.
Homme en het noodgeval, Annejan Mieras; uitg. Lemniscaat, € 14,95.