Steun in de rug voor scholen Schotland
Samen gingen ze op reis: drie vertrekkende bestuursleden van Stichting Vrienden van Christelijk Onderwijs in Schotland en hun drie opvolgers. Drie vaders, drie zonen. Op de schooltjes in Schotland maakten ze duidelijk dat de broodnodige steun uit Nederland blijft.
Samen op reis zou op dit moment vanwege de coronacrisis niet kunnen; ze waren op tijd in Nederland terug. Digitaal delen ze hun ervaringen: voorzitter G. J. Bossenbroek in Zwijndrecht, zijn zoon Gert in Elspeet; secretaris A. G. Kroon in Zwijndrecht, zijn zoon Martijn in Barneveld; penningmeester G. van Tol in Rouveen, zoon Arjan in Nunspeet.
Van Tol jr. is nu voorzitter. Kroon jr. nam het secretariaat van zijn vader over. Bossenbroek jr. doet de pr. Naar een penningmeester zijn ze nog op zoek.
De nieuwe bestuursleden werken alle drie in het onderwijs. Maar dat is niet het enige wat hen dreef om het werk van hun vaders over te nemen: „Als je ziet hoe de schooltjes in Schotland tot stand komen en welke offers de ouders ervoor brengen, raak je diep onder de indruk.”
Klein
Het was dezelfde ervaring die hun vaders eerder dreef om zich voor de scholen aan de overkant van de Noordzee in te zetten. Bossenbroek werd in 2002 bestuurslid van wat toen de Stichting Vrienden van Mannafields heette, Kroon en Van Tol volgden niet veel later. In 2018 is de naam verbreed naar Stichting Vrienden van Christelijk Onderwijs in Schotland, omdat naast Mannafields Christian School in Edinburgh inmiddels ook Melville-Knox Christian School in Glasgow en Providence Christian School in Stornoway op het eiland Lewis steun ontvingen. In februari, tijdens de reis waarin het oude bestuur het nieuwe bij de scholen introduceerde, ontmoetten ze ook een groep ouders die in augustus in Inverness de Highland Christian School wil beginnen. Met zes leerlingen.
Het tekent de situatie in het uitgestrekte Schotland: de drie schooltjes zijn klein, met twintig, hooguit dertig leerlingen. Er zijn ouders die het niet kunnen opbrengen hun kind naar een niet-gesubsidieerde school te sturen. Of ze kiezen bewust voor thuisonderwijs. Veel christelijke ouders menen zo lang mogelijk invloed in het openbaar onderwijs te moeten uitoefenen. „Dat is echter steeds meer een illusie geworden”, zeggen de bestuursleden. „Kerken mochten lessen op openbare scholen verzorgen, maar dat is inmiddels verboden. De wetgeving die seksuele diversiteit promoot, is in Schotland nog stringenter dan in Nederland. De onderwijsinspectrice is een lesbische dame die er alles aan doet om de moderne uitgangspunten aan de scholen op te leggen. Ouders raken daardoor in de knel.”
Afhankelijkheid
De school in Edinburgh bestaat sinds 1988, die op Lewis sinds 1999, Glasgow kwam er in 2013 bij. Ze stonden los van elkaar, maar werken –gestimuleerd door de Nederlandse stichting– inmiddels intensief samen. „Alle drie kiezen ze voor ”Christ centered education”: onderwijs waarbij de identiteit alle vakken doortrekt. In alle lessen is de Bijbel het uitgangspunt, veel meer dan we in Nederland gewend zijn. Het materiaal daarvoor hebben ze zelf moeten ontwikkelen. Ze wisselen dat nu volop uit.”
De gedrevenheid van ouders en leerkrachten maakt op de Nederlanders steeds weer indruk. „Een school stichten is niet eenvoudig. In Nederland willen we eerst alles goed geregeld hebben, maar daar beginnen ze gewoon. Er spreekt veel geloofsvertrouwen, moed en afhankelijkheid uit. De ouders in Inverness zeiden tegen ons: „We vragen niet om geld, we vragen om gebed. De Heere zal voorzien.” Ze wonen in Inverness, maar kiezen er bewust voor de school buiten de stad te vestigen, in de hoop dat ook ouders uit de Hooglanden hun kinderen ernaartoe zullen sturen.”
Vrijwilliger
De huisvesting is soms een knelpunt. De groep uit Inverness huurt een zaaltje in een verenigingsgebouw. De school in Glasgow had een ruimte die ook voor andere doelen werd gebruikt. „Daar moesten aan het eind van de schooldag alle spullen in een bomvolle gangkast worden opgeborgen. Daarom wil men nu een voormalige kerk tot school gaan verbouwen.”
Mannafields in Edinburgh zat jarenlang in het souterrain van een kerk, maar de huur werd opgezegd. In een cultuurcentrum is vorig jaar zomer een deel van de parkeergarage omgevormd tot school. „De ouders hebben samen hun schouders onder die opknapbeurt gezet. Het oogt nu veel meer als een school dan de vorige locatie.”
De school op het eiland Lewis plaatst binnenkort kantoorunits, ook omdat men na de zomer start met voortgezet onderwijs. Jan Murre, docent aan het Calvijn College, gaat er als vrijwilliger met zijn gezin een jaar naartoe om de eerste twee leerjaren op te zetten.
Ambassadeurs
Voor al deze plannen is financiële steun uit Nederland nodig. Daarvoor willen de nieuwe bestuursleden zich inzetten. „We waren alle drie weleens op een van de scholen geweest, maar hebben ze nu voor het eerst allemaal bezocht.” Bossenbroek en Van Tol waren als pabostagiair op de school in Edinburgh, Kroon kwam er toen hij voor zijn werk als docent tweetalig onderwijs een opleiding Engels volgde.
Hun vaders blijven bij het werk betrokken. „We gaan ons meer op het geven van voorlichting richten”, zeggen ze. „Ook andere ambassadeurs zetten zich daarvoor in en we willen hun aantal uitbreiden. We zoeken ook nieuwe sponsors.”
Offers
Bossenbroek sr. maakte als Driestardocent kennis met de school in Edinburgh toen die een jaarlijkse bestemming van pabowerkweken werd. Van Tol raakte bij het werk betrokken doordat de Rouveense basisschool waarvan hij destijds directeur was, geld aan een goed doel wilde besteden: „Die school had veel geld en dat werd nog meer toen een pand voor een astronomisch bedrag aan de Rabobank werd verkocht. Mijn oudste zoon was net terug van zijn werkweek in Edinburgh en noemde de Mannafieldsschool als bestemming. Het Rouveense schoolbestuur vond dat ik de cheque er zelf moest gaan brengen. In Schotland dacht ik: zo was het honderd jaar geleden in Nederland; onze voorouders hebben ook grote offers moeten brengen om onderwijs van eigen richting op te zetten. Ik was ervan onder de indruk. Kort daarna werd ik bestuurslid van de stichting en in 2011 penningmeester.”
Bossenbroek betrok Kroon bij het werk: „Ga mee, want jij kunt goed links rijden.” „Ik was dat inderdaad gewend: ik werkte 35 jaar bij Shell en was in Kenia en andere landen geweest”, zegt Kroon. „Toen ik eenmaal op de school in Edinburgh was geweest, was ik verkocht. Maar ik ben nu 74; het is goed dat een jongere generatie het werk overneemt.”
Eenvoud
De bestuursleden van de vriendenstichting hebben reis- en verblijfkosten altijd zelf betaald, zodat al het bijeengebrachte geld aan de schooltjes kon worden geschonken. Vorige maand deden oud en nieuw bestuur –vier van de zes hadden hun vrouw meegenomen– in vier dagen tijd vier plaatsen aan. „We vlogen naar Glasgow en bezochten daar de school. ’s Middags per trein naar Edinburgh, en daar ons tweede schoolbezoek. De volgende dag een indrukwekkende treinreis door de besneeuwde Hooglanden naar Inverness voor een ontmoeting met de ouders daar. Daags daarna per bus naar Ullapool, waarna de veerboot ons in tweeënhalf uur naar het eiland Lewis bracht. Na bezoek aan de school de volgende morgen al vroeg terug naar huis, per boot, bus, taxi en vliegtuig.”
De verzamelde informatie wordt gedeeld met de achterban in Nederland. „We krijgen steun van kerken, scholen en verenigingen. Uit een actie die het Van Lodenstein College in Barneveld hield, kunnen de kantoorunits op Lewis worden betaald. Oude laptops van het Van Lodenstein zijn aan de Schotse scholen geschonken en Nederlandse systeembeheerders zijn die gaan installeren.”
Uit de opbrengst van een actie van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten is 50.000 euro voor Schotland bestemd, waardoor aan elk van de drie scholen een smartboard kon worden gedoneerd. „Die kunnen ze zelf onmogelijk betalen. Elke luxe ontbreekt, en in de huizen zie je hoe eenvoudig men leeft. In Edinburgh is een hoekje van het parkeerterrein afgepaald en er zijn een paar speeltoestellen geplaatst op de helling naar de weg. Dat is het schoolplein: een gering aantal vierkante meters houtsnippers. Maar men is blij met wat men heeft. De kinderen krijgen onderwijs naar de Bijbelse beginselen, daar gaat het de ouders om. En dan zijn ze met de uiterlijke omstandigheden al snel tevreden.”