Aanslag in Bagdad: 47 doden
Een aanslag met een autobom op een politiebureau in de Iraakse hoofdstad Bagdad heeft dinsdag aan zeker 47 mensen het leven gekost. Meer dan honderd mensen raakten gewond. Bij het bureau stonden tientallen mensen te wachten in de hoop werk te krijgen bij de politie.
De aanslag met een autobom sloeg een enorme krater in de weg bij het bureau in de Haifa-straat. Diezelfde straat was zondag het toneel van felle gevechten tussen Amerikaanse soldaten en Iraakse opstandelingen. Winkels en auto’s in de buurt van de ontploffing raakten zwaar beschadigd.
Na de aanslag verzamelden zich woedende mensen in de straat. Velen gaven de Iraakse interim-regering en de Amerikanen de schuld van het bloedvergieten. „De regering van Allawi is schuldig, want ze heeft geen goede veiligheidsmaatregelen genomen”, zei een man die zelf in de rij bij het bureau had willen gaan staan, maar nog even wat te drinken was gaan halen. Anderen scandeerden: „Bush is een hond.”
Rijen wachtenden bij Iraakse politiebureaus zijn eerder het doelwit geweest van aanslagen. Extremisten zien Irakezen die bij de met Amerikaanse steun opgezette politie willen als collaborateurs.
Maandagmiddag zijn in Bagdad twee Amerikaanse soldaten gesneuveld nadat zij in een hinderlaag van Iraakse opstandelingen waren gelopen. Drie soldaten raakten gewond, aldus het leger dinsdag. De slachtoffers namen deel aan een patrouille in Bagdad die eerst werd getroffen door de explosie van een langs de kant van de weg verstopte bom en vervolgens door opstandelingen onder vuur werd genomen. Het leger wilde niet meer details kwijt over het incident.
Saboteurs hebben dinsdagmorgen bij Beiji, in Noord-Irak, een oliepijpleiding opgeblazen. De schade was zo groot dat de leiding voor onbepaalde tijd moest worden afgesloten. Via de pijpleiding wordt ruwe olie uit de olievelden bij Kirkuk naar de raffinaderij bij Beiji gepompt.