Orthodoxe Denen starten opleiding
De orthodoxe vleugel in de lutherse Deense staatskerk (de Folkekirke) neemt de opleiding van de predikanten uit onvrede over de oprukkende vrijzinnigheid in eigen hand.
Dat is voor het eerst in de geschiedenis van deze staatskerk, waar tot dusver het monopolie op de predikantenopleiding altijd heeft berust bij de theologische faculteiten van de universiteiten in Kopenhagen en Aarhus.
De doorslag voor de breuk met de historische opleidingstraditie gaf de lopende discussie over de belijdenis van de kerk. Deze discussie woedt volop naar aanleiding van de affaire rond een predikant die stelde niet meer in God te geloven. De disputen in de media zijn bovendien nog lang niet uitgewoed, zeker niet zolang onduidelijk is of de staatskerk wel of geen ruimte biedt voor zulke vergaande vrijzinnigheid.
De schuld voor de aanwezigheid van vrijzinnige predikanten ligt volgens de initiatiefnemers bij de nieuwe opleiding aan de universiteiten. „Deze hechten te veel waarde aan de godsdienstfilosofie, waardoor we het risico lopen dat er steeds meer van dergelijke predikanten komen. Dat is onvruchtbaar”, stelt Ingolf Hennoch Pedersen. Hij is leider van de zogeheten Menighedsfakultet in Aarhus, een instelling die wordt gedragen door de Indre Mission (inwendige zending) in de staatskerk. De Menighedsfakultet fungeerde altijd als opleidingsinstituut voor predikanten, maar dan puur in de aanvullende en vrijwillige sfeer, waarbij vooral de praktische kanten van het predikantschap werden benadrukt.
Nu heeft het instituut echter bij de overheid erkenning aangevraagd voor een vierjarige studie op bachelorniveau. Dat moet de basis worden voor de opleiding van bijbelgetrouwe theologiestudenten die het predikantschap ambiëren. Alleen de bovenbouw van de studie hoeven ze dan nog in Aarhus of Kopenhagen te doen.
De Indre Mission biedt alleen plaats aan mannelijke predikanten en verzet zich ook tegen homohuwelijken. Vrouwelijke predikanten zijn in de rest van de staatskerk inmiddels eerder regel dan uitzondering, maar het homohuwelijk is daarin nog steeds formeel niet gelijkgesteld met het gangbare huwelijk. Mede in het kielzog van de opgelaaide twisten over de belijdenisgrondslagen van de staatskerk, nemen echter ook de stemmen voor de volledige kerkelijke erkenning van het homohuwelijk in sterkte toe.
Predikanten hebben in de huidige situatie het recht om de inzegening van de verbintenissen van homoparen te weigeren. Predikanten die er niets op tegen hebben, mogen hun gang gaan. Door de druk ten gunste van het homohuwelijk komt een volledige breuk met de staatskerk volgens bronnen binnen de Indre Mission in het gezichtsveld.