De ministers besloten vrijdag in Scheveningen om landen die goed hun best hebben gedaan om hun overheidstekort op orde te krijgen, soepeler te behandelen als het tekort door economische tegenvallers toch boven het maximum van 3 procent uitkomt.

Wellink vindt dat een verstandige aanpak. „Als je te goeder trouw bent en er gebeurt iets in de wereld wat je niet had kunnen voorzien, is het redelijk dat je wat meer tijd krijgt om je tekort te verlagen. Dat verhoogt ook de aanvaardbaarheid van het pact.”

De DNB-president is tevreden over de manier waarop de ministers in Scheveningen zijn omgegaan met de crisis rond het stabiliteitspact, dat tot doel heeft de euro gezond te houden. Tussen de lidstaten ontstond vorig jaar een forse ruzie over het pact, omdat Frankrijk en Duitsland de regels aan hun laars lapten. De meerderheid van de lidstaten weigerde de twee landen aan te pakken, waardoor het pact in de prullenbak leek te zijn beland.

De Europese Commissie kwam vorige week met vergaande voorstellen om het pact te versoepelen. Maar Wellink vindt dat niet de goede opstelling. Hij prijst de ministers van Financiën omdat zij „voorzichtiger” hebben gereageerd. De ministers onderstreepten vrijdag dat de hoofdlijnen van het pact overeind moeten blijven, en dat er slechts van minimale aanpassingen sprake kan zijn.

„Ik ben zeker niet negatief”, aldus Wellink over het besluit van de ministers. „Al moeten we wel afwachten wat er in de volgende ronde gebeurt.” De EU-ministers van Financiën hebben de voorstellen van de Europese Commissie vrijdag pas voor het eerst besproken. Hoewel ze met een gezamenlijke verklaring eenheid trachten uit te stralen, is er achter de schermen sprake van een forse verdeeldheid. Vooral landen met hoge tekorten vinden de commissievoorstellen om het pact af te zwakken helemaal nog niet zo gek.