Column: Welvarend
Zonder structuur vaart geen docent wel. Althans, als je niet door je leerlingen getorpedeerd wilt worden. Of als je wilt dat warrige Harrie niet gelijk met zijn handen in het haar zit.
Structuur steunt. Niet het minst voor de 2020-leerlingen met allerhande psychologische of psychosociale plakkertjes. Maar ook de gemiddelde, lekker conservatieve docent voelt zich door structuur in zijn element. Bijvoorbeeld bij het mooie dagopeningsritueel: eerst om beurten een Bijbelvers lezen, vervolgens samen zoeken naar Gods persoonlijke boodschap voor vandaag. Daarna een psalmvers zingen dat tweeënhalve eeuw geleden op rijm is gezet en de Schepper bidden om hulp én heil. Toch ging het op een dag gans anders.
Soms is er iets actueels, waardoor je voorbedachte structuur overboord moet. De docentenopvoeders Visser-Vogel en De Muynck geven in hun boek ”Hier ben ik” terecht aan dat je als docent vooral moet thematiseren, dat wil zeggen: onderwerpen met voorbedachten rade op de agenda zetten. Reageren –bijvoorbeeld op een gebeurtenis– mag niet de les regeren. Evenwel gebeurt er soms iets wat door je eigenlijke planning heen vaart waardoor je toch wilt reageren en tot een plotselinge koerswijziging besluit.
Deze ochtend verliep inderdaad zo. Mijn voorbereide dagopening deponeerde ik in de prullenbak. Want ik wist dat er sommige jongens en meiden in mijn klas zitten die naar hedendaagse christelijke muziek luisteren. Die vragen hebben over het lijden in deze wereld. Die overal naar antwoorden zoeken.
Er was iets moeilijks gebeurd. Een onder ons bekende zangeres was overleden. Nog maar 37 jaar. En dan kun je daar niet omheen. Daarom startte ik de dag met een fragment waarin Kinga Bán zong. Je kon zien dat ze niet lang meer op aarde zou zijn. Het werd stil in de klas.
Enige vooraanstaande critici zijn snel druk met het blootleggen van mogelijke onvolmaaktheden van de muziekgroep Sela. Tot voorbeeld van volwassenen spraken mijn leerlingen die dag echter over de kern van het christenleven. Weegt het lijden van een christen in deze tegenwoordige tijd op tegen de toekomstige heerlijkheid? Zie ik achter ziekte Gods Vaderhand en vertrouw ik de Heere Jezus wel?
Structuur geeft me vaak een vaste koers en een plezierige vaart, jawel, maar ik neig daar blind op te varen. Als ”de bekwame tijd” zich aandient, moet ik die uitkopen, uitbuiten. Want wie nooit zijn structuur laat varen, mist ook weleens de boot.