Opinie

Column: Voltooid leven-wens alleen iets van nu?

Voltooid leven. Ongeveer een maand geleden verschenen de eerste berichten in het nieuws over de uitkomsten van het onderzoek dat is uitgevoerd naar aanleiding van het debat over hulp bij zelfdoding aan ouderen met een doodswens zonder dat zij ernstig ziek zijn. Media kopten de berichten vooral met de woorden ”Ruim tienduizend 55-plussers met actieve wens tot levensbeëindiging.” Die ”ruim 10.000 55-plussers” blijken ”0,18 procent van de 55-plussers” te zijn.

Janneke de Man-van Ginkel
9 March 2020 11:27Gewijzigd op 16 November 2020 18:28
Onderzoekrapport naar aanleiding van het debat over hulp bij zelfdoding aan ouderen met een doodswens zonder dat zij ernstig ziek zijn. beeld ANP, Bart Maat
Onderzoekrapport naar aanleiding van het debat over hulp bij zelfdoding aan ouderen met een doodswens zonder dat zij ernstig ziek zijn. beeld ANP, Bart Maat

Beide getallen geven de feiten uit het onderzoek weer. Maar wat een verschil in gevoelswaarde ligt erin besloten. ”Ruim 10.000 mensen” klinkt als een grote groep, terwijl ”0,18 procent” juist de indruk wekt dat het maar weinig voorkomt. Het maakt dus veel uit welke informatie er op de voorgrond wordt gezet.

In dit debat bepaalt de levensbeschouwelijke opvattingen van de deelnemers in belangrijke mate hun stellingname. Met enerzijds de opvatting dat het leven een van God geschonken gave is, waarvan Hij het begin en het einde bepaalt, en anderzijds de opvatting dat zelfbeschikking, niet alleen over het leven maar ook over het sterven, het hoogste goed is. Maar is het zo eenduidig? En hoe ligt dat bij de mensen om wie het in dit debat gaat?

Het onderzoeksrapport ”Perspectieven op de doodswens bij voltooid leven: de mens en de cijfers” laat inderdaad zien dat levensbeschouwing het enige kenmerk was dat statistisch significant, oftewel betekenisvol, verschillend was bij de groepen: de mensen met een actieve doodswens hadden minder vaak een religieuze levensbeschouwing (32 procent) dan de mensen met een passieve doodswens (45 procent) of de mensen zonder een doodswens (49 procent).

Ook hier geldt echter dat het uitmaakt welke informatie er op de voorgrond wordt gezet. De percentages worden wel kleiner naarmate de doodswens actiever is, maar niettemin heeft 32 procent van de mensen met een actieve doodswens een religieuze levensbeschouwing. Het sluit de doodswens, inclusief de levensbeëindigingswens, dus bepaalt niet uit. Wat daarvan te denken? Hangt dit samen met de maatschappij waarin we leven? Of is het iets wat er altijd is geweest?

Ook in de Bijbel komen wel uitingen voor waarin de suggestie van voltooid leven doorklinkt. Zo staat in Genesis 35:29 van Izak dat hij „zat van dagen” (SV) was of, anders geformuleerd, „verzadigd van dagen” (HSV, Naardense Bijbel). Hetzelfde staat er over koning David (1 Kronieken 23:1 en 29:38), de priester Jojada (2 Kronieken 24:15) en de rijke veehouder Job (Job 42:17). In het Nieuwe Testament is een van de bekendste zinnen uit de lofzang van Simeon: „Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord…”’ (Lukas 2:29). Hierin klinkt ook iets door van uitzien naar de dood.

Door de eeuwen heen komt het uitzien naar de dood dus voor, ook bij mensen die het leven erkennen als een van God geschonken gave, waarvan Hij het begin en het einde bepaalt.

Nu kan gemakkelijk tegengeworpen worden dat het nogal verschil maakt waaruit het uitzien naar het einde van het leven voortkomt. Terecht pleiten de onderzoekers er daarom voor om met mensen te praten over hun doodswens.

Is het hiermee dan afgedaan? Allerminst! Maar het besef dat er door de eeuwen heen antwoorden zijn gezocht op de nood van mensen die uitzien naar de dood, kan wel richting geven aan het denken over het antwoord dat wij als medemensen en als maatschappij nu kunnen en willen geven. Is dat een antwoord dat alleen is gebaseerd op het principe van zelfbeschikking, dat domineert in het huidige maatschappelijke denken, of alleen op het principe dat God begin en einde van het leven bepaalt? Of willen we ons ook laten inspireren door de antwoorden die hierop door de eeuwen heen zijn gegeven?

De verschillende levensbeschouwingen die in het verleden het maatschappelijk denken hebben gevoed, zouden wel eens een veelkleurig palet aan denkrichtingen kunnen opleveren, dat ons verder kan brengen dan de nu dominerende principes alleen.

De auteur is universitair hoofddocent bij de afdeling Verplegingswetenschap van het UMC Utrecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer