Wasdag: stoere vrouwen soppen urenlang in de tobbe

Bart van den Dikkenberg

2 March 2020 10:05Gewijzigd op 16 November 2020 18:23
Huishoudens gebruikten tientallen jaren de langzaamwasser met wringer. beeld Wikimedia, Library of Congress
Huishoudens gebruikten tientallen jaren de langzaamwasser met wringer. beeld Wikimedia, Library of Congress

De was doen, was vroeger een wekelijks terugkerend ritueel. Als het hele gezin op zaterdagavond in de tobbe een poetsbeurt had gekregen, was het water nog fris genoeg om de vuile was van de hele week erin te weken. Stoere vrouwen schrobden de maandag erna, op wasdag, urenlang de vuile was in steenkoud water. Als ze in de stad woonden, konden ze kokend heet water halen bij de waterstoker. Na de witte was kreeg in hetzelfde sopje de bonte was een beurt.

De uitvinding van het wasbord in 1833 is dan ook een uitkomst. Op een geribbeld schrobvlak boenen de huisvrouw of de dienstmeid met een wasborstel en groene zeep de was brandschoon. Urenlang tobben in de tobbe is met het wasbord verleden tijd.

Het wasbord maakt vervolgens plaats voor de eerste met de hand aangedreven wasmachines. En de groene zeep voor zeep van Sunlight of Castella. De was komt daarmee veel schoner uit de tobbe. Blauwsel van Reckitt’s Blue maakt de witte was extra wit.

De eerste machine is de snelwasser. Het apparaat bestaat uit een houten trommel, waarin een geribbelde schijf op de bodem het water in beweging brengt. Binnen vier minuten is de was brandschoon. Een nadeel heeft de snelwasser ook: de was slijt bovengemiddeld snel. Vanaf 1869 verdringt de langzaamwasser daarom de snelle variant.

De langzaamwasser bestaat uit een open bak. Handmatig en later op elektrokracht bewegen een paar schoepen de vuile was heen en weer in een bak met warm water en zeep. Na enige tijd haalt de huisvrouw de was er weer uit en spoelt die met schoon water na. Ze trekt de kledingstukken vervolgens door een wringer en hangt ze aan de lijn.

Aan veel huishoudens gaan deze uitvindingen aanvankelijk voorbij. Maar firma A. van der Laan en Co uit Rotterdam maakt wasmachines bereikbaarder voor de gewone man. Het bedrijf importeert in 1901 de eerste met de hand aangedreven Pan-langzaamwassers uit de VS voor 12,50 gulden per stuk.

Medefirmant Johan Bosch vindt die Amerikaanse machines te duur en maakt ze na. Zijn Velo bestaat uit een houten kuip die wordt aangedreven via een fietsketting. Een jongen van 14 blijkt sterk genoeg om de Velo aan te drijven: een kind kan de was doen.

Bosch pakt de zaken voortvarend aan. Om meer huishoudens aan een wasmachine te krijgen, maakt hij hen bewust van hygiëne: „Bedenk eens hoe gemakkelijk er besmetting ontstaat bij het dooreenmengen van lijfgoed uit verschillende gezinnen. Spreek daar eens over met uwen dokter.” En met succes. In 1935 telt Velo 108 filialen in heel Nederland.

Wasmachines zijn niet blijven steken bij de langzaamwasser: ze ‘wassen’ inmiddels zelfs zonder water. Neem de Siemens iQ700 sensoFresh. Die verwijdert zweetluchtjes door kleding te behandelen met ‘actieve’ zuurstof (ozon). Wasprogramma’s met water doen de was op lage temperatuur en doden ook bacteriën, virussen en schimmels, met ozon.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer