Hebben sterren ons nog wat te vertellen?
Sterren fascineren. Wie heeft er nooit eens omhoog gekeken in een heldere winternacht? Komende nachten staan er tientallen telescopen klaar voor liefhebbers die verder willen kijken dan hun ogen reiken. De Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde organiseert voor de 44e keer de landelijke sterrenkijkdagen. Of liever: sterrenkijknachten.
Aan de donkere nachthemel flonkeren ze, zichtbaar en schijnbaar onbewogen: naar schatting 70.000 miljard miljard sterren. Op vaste plekken ingedeeld in 88 sterrenbeelden.
Maar die rust in het heelal is schijn. Door telescopen is te zien hoe zwarte gaten sterren uit elkaar rukken, sterren hun planeten opslokken en opgebrande sterren exploderen in supernova’s. Het is er een inferno van vuur, radioactieve straling en enorme stofwolken.
Sterrenkijken doet de mensheid al duizenden jaren. Abraham moest van de Heere in de nacht omhoog kijken. „En tel de sterren, indien gij ze tellen kunt”, en de Heere beloofde hem: „Zo zal uw zaad zijn.”
Job, die leefde in de tijd van de aartsvaders, kende sterrenbeelden. Wie de Bijbel leest, komt er in Job 9:9 al drie tegen. „Die den Wagen maakt, den Oríon en het Zevengesternte en de binnenkameren van het zuiden (mogelijk de Dierenriem, BvdD).” En in Job 38:32 wordt de Mazzarôth genoemd.
Lijkbaar
Het sterrenbeeld dat de Statenvertalers kenden als de Wagen, is tegenwoordig beter bekend als de Grote Beer (het steelpannetje). Job kende dat als de ”Banat Na’ash al Kubra” (de dochters van de lijkbaar), een dodenwagen waarachter de klaagvrouwen liepen.
Sterren gaven David een diepe indruk van Gods almacht en grootheid. „Als ik Uw hemel aanzie, het werk Uwer vingeren, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt” (Psalm 8:4); „Hij telt het getal der sterren; Hij noemt ze alle bij namen” (Psalm 147:4).
Hemellichamen werden vanouds vereerd. De Bijbel spreekt bijvoorbeeld van de afgoden Melech (Saturnus) en Kijûn (Amos 5:25), en het aanbidden van zon, maan en sterren (Deuteronomium 4:19). Ze zouden toekomstige gebeurtenissen aankondigen. „Laat nu opstaan die den hemel waarnemen, die in de sterren kijken, die naar de nieuwe manen voorzeggen” (Jesaja 47:13).
Magiërs
Uit het Nieuwe Testament kennen we de ”Wijzen uit het Oosten”, die kwamen om de geboren Koning der Joden te aanbidden (Mattheüs 2:2). Waarschijnlijk waren dit Perzische magiërs, zoroastrische priesters, die in die tijd internationaal beroemd waren om hun kennis van de astrologie. Ze meenden ook gebeurtenissen af te kunnen lezen uit de stand van de sterren.
Toen zij de ster zagen, was dat voor hen het teken dat de Koning der Joden was geboren. De Bijbelverklaarder Matthew Henry meent dat de Wijzen die kennis hadden van Bileam, eveneens een magiër uit het oosten, die profiteerde: „Er zal een ster voortgaan uit Jakob, en er zal een scepter uit Israël opkomen” (Numeri 24:17). Calvijn schrijft in zijn commentaar op Mattheüs 2 dat hun „een verborgen openbaring van de Heilige Geest te hulp was gekomen.”
Hoe dan ook, ze zagen een ster. Wat voor ster? Volgens Peter Barthel, hoogleraar sterrenkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, is de ster van Bethlehem geen verzonnen ster om het belang van de geboorte van de Heere Jezus te onderstrepen. „Ik ben van mening dat er teveel details in het verhaal staan, die Mattheüs niet zomaar uit zijn duim zoog, en dat hij dus gebruik maakte van historische feiten.”
Uniek
Samen met een collega-hoogleraar, de theoloog Van Kooten, redigeerde Barthel een 700 pagina’s dik boek –”The Star of Bethlehem and the Magi” (2015)– om de vraag naar de herkomst van deze unieke ster te beantwoorden. Het gaat volgens hem om „een echt helder hemellichaam of samenstand van planeten. Voor mij heeft de astrologische duiding van een bijzondere ochtendhemel in het jaar 6 voor Christus de beste papieren.”
Danny Faulkner, een Amerikaanse emeritus hoogleraar astronomie, vindt het daarentegen „ontzettend lastig om de beschrijving die Mattheüs geeft van de ster te combineren met astronomische verschijnselen. Maar er bestaat ook geen enkele reden waarom christenen bang zouden moeten zijn voor een bovennatuurlijke verklaring”, schrijft hij in zijn boek ”The Created Cosmos” (2016).
Horoscopen
Kunnen sterren iets vertellen over de toekomst? Barthel is daar heel helder in. „Sterren hebben niets met ons te maken, behalve de zon.” De zon maakt immers leven op aarde mogelijk.
De hedendaagse astrologie is volgens de Groningse hoogleraar in ieder geval een bijgeloof, dat zijn claims niet kan waarmaken. „En dat is bewezen.” Volgens de astrologie bestaat er een verband tussen de stand van hemellichamen en gebeurtenissen die op aarde plaatshebben. Voor elke gebeurtenis meent een astroloog een horoscoop op te kunnen stellen.
„Horoscopen zijn echter gebaseerd op verouderde theorieën die stammen uit de tijd toen mensen een bijgelovig ontzag voor zon, maan en planeten hadden. Nu we weten hoe het heelal werkt, valt het niet te begrijpen hoe hemellichamen van invloed zouden kunnen zijn op menselijke karakters, het moment van geboorte en op andere aardse gebeurtenissen. Geven we astrologie het voordeel van de twijfel, dan kunnen we met behulp van de computer laten zien dat het niet werkt”, verklaart Barthel.
Dat neemt niet weg dat mensen –net als de schrijvers van het Oude Testament– nog steeds geboeid zijn door sterren. De landelijke sterrenkijkdagen trekken niet voor niets elk jaar duizenden bezoekers op tientallen locaties.
Hoe komt dat?
Barthel: „De fascinatie komt natuurlijk uit de vraag naar hoe het prachtige heelal werkt, hoe het zich ontwikkelt, waar de wereld vandaan komt, waar wij vandaan komen en of we uniek zijn.”
Hoewel de astronomische wetenschap zich verder heeft ontwikkeld, vindt de Groningse hoogleraar niet dat het wereldbeeld daardoor is ‘onttoverd’; het heeft niets van zijn aantrekkingskracht verloren. „In het geheel niet. Achter elke horizon ligt immers weer een nieuwe. Kennis maakt onze verwondering alleen maar groter. We moeten de mensheid blijven verwonderen en de vraag voorhouden: wat heb ik aan het heelal, aan de wereld, en wat heeft de wereld aan mij?”
Turen door een telescoop
De nationale sterrenkijkdagen van 28 februari tot en met 1 maart verschaffen iedereen een uitgelezen kans om nader kennis te maken met de sterrenhemel. Zo staan de deuren van zo’n zestig sterrenwachten en andere locaties open. Als het weer tegenzit, bieden verschillende locaties verhalen over actuele sterrenkundige onderwerpen, planetariumvoorstellingen, demonstraties van telescopen. Ook geven experts informatie over weer- en sterrenkunde als hobby.
Bij helder weer is er van alles te zien. De maan staat bijvoorbeeld als een sikkel aan de avondhemel. De maankraters en de uitgestrekte maanzeeën zijn goed zichtbaar dankzij de schaduwwerking.
Het wintersterrenbeeld Orion met zijn karakteristieke zandlopervorm staat aan de zuidelijke hemel. In de onderste helft van het sterrenbeeld bevindt zich de Orionnevel.
De planeet Venus is al vroeg op de avond zichtbaar, laag in het westen. Bekijk deze heldere „dwaalster” door een telescoop en ontdek dat de planeet niet helemaal rond lijkt, omdat het zonlicht van opzij komt.
Op de meeste locaties is de toegang gratis.