Stapje voor stapje in richting van negatieve rente
De Rabobank is eerlijk: garanties dat de meeste klanten gevrijwaard blijven van een negatieve rente op spaargeld kunnen we helaas niet geven, laat het concern weten.
Het viel te verwachten. ING en ABN AMRO maakten al eerder bekend dat particulieren een vergoeding moeten gaan betalen over tegoeden van een flinke omvang. ABN AMRO trekt daarbij een streep bij 2,5 miljoen euro, ING bij 1 miljoen. Over hogere bedragen brengen beide ondernemingen binnenkort 0,5 procent in rekening. Dinsdag volgde Rabo met een zelfde maatregel, met eveneens een grens bij 1 miljoen.
Vooralsnog blijven de minder vermogenden buiten schot. Daar legt Rabobank in de aankondiging van de aanpassingen dan ook alle nadruk op. „Rabobank coulant voor kleine spaarders”, luidt de kop boven het persbericht.
De wijzigingen, die vanaf 1 juli van kracht zullen zijn, houden in dat bij deze financiële speler circa 400 particulieren te maken krijgen met een negatieve rente. Van alle klanten valt dan nog altijd 99,9 procent buiten het nieuwe regime. De vraag is alleen hoe lang dat duurt.
Behoedzaam
Binnen de eurozone is het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) in belangrijke mate bepalend voor de hoogte van de tarieven. Deze instelling hanteert sinds juni 2014 een negatieve rente voor de kasmiddelen die de commerciële banken er stallen. Vanaf afgelopen september staat dit percentage op min 0,5. Dit betekent voor de banken een flinke kostenpost en uiteraard proberen zij die door te berekenen.
De afgelopen jaren hebben zij behoedzaam gemanoeuvreerd in de richting van 0 procent. Aanvankelijk ging het om stapjes omlaag van tienden van een procent, in een later stadium om honderdsten. Bij Rabobank houdt iedereen met een saldo onder 1 miljoen voorlopig een rente van 0,01 procent. Dat betekent overigens slechts 1 euro per jaar op elke 10.000 euro inleg.
De burger is er langzamerhand wel aan gewend geraakt dat zijn spaargeld niks of heel weinig oplevert. Dat maakt het voor de banken in ieder geval gemakkelijker om op enig moment dan toch maar die psychologisch gevoelige stap te zetten en voor alle tegoeden een negatieve rente in te voeren.
Spaarrekeningen
Tot dusver durven zij dat nog steeds niet aan. Het gaat om het betreden van onbekend terrein en niemand weet wat de reactie zal zijn van het publiek.
Afgaande op de spaarcijfers mag je echter veronderstellen dat banken weinig behoeven te vrezen. Vorige week bleek uit een publicatie van De Nederlandsche Bank (DNB) dat het totale saldo op de spaarrekeningen van huishoudens in 2019 met maar liefst 12,6 miljard euro is gegroeid, de grootste toename van de achterliggende zeven jaar. Ondanks de extreem lage rente is er nooit zoveel gespaard als nu.
Rabo moedigt in zijn persbericht sparen „ten zeerste” aan met het oog op financiële zelfredzaamheid, dat „hoog op de maatschappelijke agenda staat” van de bank. „Het is belangrijk om een buffer te hebben voor bijvoorbeeld onverwachte uitgaven, studie van kinderen of eerder stoppen met werken”, schrijft de bank. Maar dat wisten de klanten natuurlijk al lang.