Factchecker Verheggen ergert zich aan onzin
Je kunt hem gerust de ongekroonde klimaatfactchecker van Nederland noemen. Klimaatwetenschapper Bart Verheggen (47) fileert dag in dag uit onvermoeibaar alle onzin die er te koop is. Al sinds 2008 hamert hij met zijn weblog op een en hetzelfde aambeeld: de wetenschappelijke feiten.
In een tijd waarin Jan en alleman nonsens over klimaatverandering kan posten op sociale media en zelfs politici het klimaatprobleem in twijfel trekken, heeft Verheggen het druk. „Ik verklaar mezelf weleens voor gek, dat ik dit nog doe”, vertelt hij in een kamer van het Amsterdam University College waaraan de wetenschapper verbonden is.
Ondanks de onophoudelijke stroom aan misinformatie en de schier eindeloze herhaling van zetten, gaat hij door. Vanuit een sterke drijfveer. Al ziet hij het checken van feiten niet eens als zijn voornaamste taak. „Jammer dat dat soms de boventoon voert.” Verheggen ziet zich vooral geroepen om het publieke debat te voeden met de feiten en inzichten uit de wetenschap. Dat is ook wat hij voor ogen heeft met zijn boek dat eind januari verscheen, ”Wat iedereen zou moeten weten over klimaatverandering”.
De titel factchecker van Nederland wimpelt Verheggen wat weg. „Ik doe het samen met mijn medebloggers.” De Twittertijdlijn (@klimaatveranda) en zijn blog –sinds kort omgedoopt tot Klimaatveranda.nl– worden tegenwoordig ook gevuld door collega’s Jos Hagelaars, Hans Custers en Bob Brand. Hun werk blijft niet onopgemerkt. Elke maand raadplegen 20.000 tot 30.000 mensen de site om feit van fictie te onderscheiden.
Een van de terugkerende onzinnigheden die Verheggen irriteren, is dat het klimaat altijd verandert en er dus natuurlijke oorzaken zijn voor de huidige opwarming. „Klimaat is inderdaad veranderlijk, maar de redenering zelf loopt al spaak op logica. Natuurlijke invloeden sluiten menselijke invloeden namelijk niet uit. We redeneren ook niet: mensen sterven van nature, dus ze kunnen elkaar niet vermoorden. Zo zit de werkelijkheid niet in elkaar.”
Uit de Publieksmonitor Klimaat en Energie bleek onlangs dat 7 procent van de Nederlanders denkt dat er geen klimaatverandering is. Nog eens 21 procent twijfelt aan de opwarming van de aarde. Wat zeggen deze cijfers?
„Dat mensen er goed in zijn zichzelf voor de gek houden. Dat schijnt een bekend fenomeen uit de psychologie te zijn. Als er voor hen onwelgevallige feiten zijn, schieten mensen in een kramp. Een oplossing van het brein is dan om de feiten maar te ontkennen. Ook zeer intelligente mensen en professoren in de natuurkunde zijn niet immuun voor dit menselijke trekje. Bij klimaatscepsis spelen op de achtergrond identiteit, ideologie en politieke voorkeur van mensen een grote rol.
Om een voorbeeld te geven: van de wereldwijde temperatuur en de CO2-concentratie sinds 1880 hebben we goede data. Er bestaat een zeer sterkte correlatie –meer dan 0,8– tussen de stijging van beide. Iedere wiskundige zal dit erkennen. Toch durven sommigen dit wiskundige verband nog te ontkennen, omdat de consequentie ervan conflicteert met hun ideologische overtuiging.”
Politieke ideologie is volgens u een belangrijke factor waarom mensen klimaatwetenschap wantrouwen. Hoe zit dat?
„Vooral bij de glasharde ontkenners van het klimaatprobleem speelt ideologie vaak een rol. De weerstand is vaak gericht tegen overheidsregulering. Alsof dat een glijdende schaal zou zijn naar een volledig door de overheid gecontroleerde samenleving. Zoiets moet volgens hen koste wat het kost voorkomen worden. Bij de aanpak van klimaatverandering komt overheidsregulering kijken, dus dan gaan de haren overeind staan.”
Klimaatverandering zou zelfs onderdeel zijn van een links complot om het kapitalisme omver te werpen, betogen sommigen.
„Klopt. Je hebt overigens twee soorten complotdenkers in de klimaatdiscussie. Allereerst zijn er degenen die overal een complot in zien. Zelfs achter de aanslagen van 9-11 zit dan een complot. Daarnaast heb je de minder extreme variant. Als je politieke weerstand voelt tegen het voorgestelde klimaatbeleid, is ontkenning van klimaatverandering de makkelijkste weg om hiertegen in te gaan.
Dan zit je echter met een probleem in je hoofd, want de meeste wetenschappers zijn het niet met je eens. Je kunt twee dingen doen. Of je zegt dat je slimmer bent dan al die wetenschappers, maar dat valt haast niet te verkopen aan de buitenwereld. Of je zegt dat de wetenschap ook in het complot zit. Alsof wetenschappers elkaar maar wat napraten, of zelfs meebouwen aan een communistische wereldorde. Het is fascinerend welke rare gedachtekronkels mensen soms volgen om de wetenschappelijke conclusies maar niet te hoeven accepteren.”
Wie ziet u als de doelgroep van uw boek?
„Een breed publiek. Vooral de mensen die oprecht geïnteresseerd zijn in de klimaatproblematiek. Ik heb het toegankelijk proberen te schrijven, dus je hebt geen achtergrondkennis nodig.”
Het boek is dus niet tegen sceptici gericht?
„Nee, het is bedoeld als handvat voor het publieke debat. Met dat doel voor ogen komen er wel pseudosceptische argumenten langs. Juist het gewone publiek raakt in verwarring van alles wat er langskomt. Mensen willen weten hoe het zit. Wat weet de wetenschap nu precies? En: hoe weten zij dat dan?”
U onderscheidt scepsis van pseudoscepsis?
„Die laatste term komt van de Amerikaanse astronoom Carl Sagan. Wetenschappelijk scepticisme is gezond en eigen aan de wetenschap. Zo past een onderzoeker zijn claim aan als de bewijsvoering daarvoor sterk genoeg is. Pseudosceptici verwerpen de wetenschap met drogredenen of door cherry picking in data. Dat is onwetenschappelijk. Sterker nog, het is zelfs het tegendeel van wetenschappelijk scepticisme. Want ze omarmen meestal –kritiekloos– alternatieve theorieën.”
Welke rol moeten media spelen?
„Journalisten zijn logischerwijs kritisch, maar waarheidsvinding wil nog weleens het onderspit delven. Zo vind ik het niet altijd gepast om wetenschappelijke berichtgeving te benaderen als politieke onderwerpen, met hoor en wederhoor. Als het over het rookverbod gaat, kun je prima iemand aan het woord laten die het niet eens is met dat verbod. Maar je gaat toch niet iemand uitgebreid een podium bieden die zegt dat roken helemaal niet ongezond is? Wetenschappelijk is dat namelijk onzin. Rond klimaat krijgen achterhaalde ideeën wél een behoorlijk platform. Het geeft een scheef beeld –een false balance genoemd– van de wetenschappelijke stand van zaken. Dat is schadelijk voor de informatievoorziening en duiding waarvoor media bedoeld zijn. Je ontneemt jouw publiek het recht op juiste informatie.”
Tegelijk is het klimaat een enorm complex systeem. Hoe weet u dan zo zeker dat de menselijke uitstoot van CO2 de belangrijkste oorzaak voor de opwarming is?
„Ondanks de complexiteit snapt de wetenschap in grote lijnen hoe het klimaat werkt. Vergelijk het met het menselijk lichaam: op moleculair niveau begrijpen we niet hoe alles zit. Toch weten we dat roken risico’s op bepaalde ziektes sterk vergroot. Bij klimaat is dat niet anders. Sterker nog: de basale natuurkundige principes zijn al in de 19e eeuw aangetoond. Zoals het opwarmende effect van CO2. Dat CO2 een broeikasgas is, dat de mens CO2 uitstoot en dat hij daarmee dus een sterke invloed heeft op het klimaat, dat zijn stuk voor stuk robuuste feiten. Daarover discussieert de klimaatwetenschap niet meer. De onontkoombare conclusie luidt dat de huidige opwarming grotendeels door menselijke emissies wordt veroorzaakt. Onzekerheden binnen de wetenschap zijn er wel, maar gaan over veel specifiekere vragen. Zoals: in hoeverre worden de ijskappen instabiel, en hoe gaat dat proces?”
Voor hoeveel procent is de mens de oorzaak van de opwarming?
„Sinds 1950 is de menselijke bijdrage 100 procent of zelfs ietsje meer. Hoe dat laatste kan? Dat komt doordat natuurlijke factoren, zoals de bijdrage van zon en vulkanen, een licht afkoelend effect hadden. Het IPCC (klimaatpanel van de VN, MK) zegt –en dat is voorzichtig geformuleerd– dat het extreem waarschijnlijk is dat meer dan de helft van de opwarming door de mens komt. Het gaat daarbij uit van de laagste gemene deler en van eventuele ”unknown unknowns”. De meeste wetenschappers zijn veel stelliger over de menselijke oorzaak.”
Welk feit uit uw boek zou u graag aan twijfelaars voorleggen?
„Ik zou hun dít willen zeggen: thermometers zijn niet links of rechts. En CO2-moleculen zijn apolitiek. Die moleculen doen wat ze doen: de atmosfeer opwarmen. Dat laten thermometers en andere metingen duidelijk zien. De zeespiegel stijgt, de groeiseizoenen beginnen steeds vroeger, de sneeuwbedekking op het noordelijk halfrond neemt af en vrijwel alle gletsjers krimpen. Het is rationeel om die wetenschappelijke conclusies te accepteren. Ze vormen als het ware een vingerafdruk van het versterkte broeikaseffect.”
Heeft u als wetenschapper een bijdrage in het debat rond de oplossingen?
„We hebben internationaal afgesproken dat we de opwarming tot 2 graden proberen te beperken. Persoonlijk onderschrijf ik dat doel, vanwege de risico’s van sterkere opwarming. Hoe we dat doel moeten bereiken is bij uitstek een politiek-maatschappelijk vraagstuk. Daar laat ik me als wetenschapper liever niet over uit. Wel kan ik zeggen dat het alle hens aan dek is om de doelen te halen.”
In Nature verscheen eind januari een commentaar: een kwart van de onderzoeken zou een te somber beeld van klimaatverandering schetsen.
„De koppen in de media hierover geven in veel gevallen een onjuist beeld. Het IPCC onderscheidt vier verschillende emissiescenario’s. Deze toekomstscenario’s vangen de onzekerheid op over de keuzes die we als mensen maken. Pakken we de uitstoot van broeikasgassen krachtig aan of niet? Omdat die menselijke keuzes niet te voorspellen zijn, gebruikt de wetenschap verschillende scenario’s. De onderzoekers bekritiseren dat het hoogste emissiescenario vaak wordt voorgesteld als business-as-usual. Als je ziet hoe het klimaatbeleid is ingezet en hoe de kosten van duurzame energie dalen, kun je dat scenario niet meer als business-as-usual beschouwen. De opwarming komt –zelfs als we achterover gaan leunen– waarschijnlijk iets lager uit. Overigens zijn we nog steeds verder verwijderd van het laagste emissiescenario dan van het hoogste. Het blijft logisch om een breed spectrum aan mogelijke scenario’s te gebruiken, om de gevolgen van verschillende keuzes inzichtelijk te maken.”
Wat als over vijftig jaar blijkt dat het meevalt met klimaatverandering?
„Dan ben ik blij. De deuk aan mijn ego neem ik graag voor lief. Al lijkt het me niet waarschijnlijk dat het zal meevallen. Hoewel er onzekerheden zijn over hoe het klimaat precies gaat reageren, is de kans nihil dat de opwarming van de aarde geen probleem vormt. Als ik daarin ongelijk krijg, eet ik mijn oude sok op.”
Wat iedereen zou moeten weten over klimaatverandering, Bart Verheggen; uitg. Prometheus; 208 blz.; € 15,-