Visser acht kans op laagvliegen met F-35 in Friesland zeer klein
De kans dat F-35 gevechtsvliegtuigen in het oosten van Friesland op 75 meter hoogte gaan vliegen is „zeer klein”. Dat zegt staatssecretaris Barbara Visser van Defensie. In het noorden is onrust ontstaan over een mogelijke terugkeer van het laagvliegen in Friesland.
In het kader van de aanvraag van een natuurvergunning voor militaire luchtvaartactiviteiten was aan de provincie gemeld dat ook weer wordt gekeken naar het openen van de laagvliegroute. De provincie voelde zich overvallen. Ook in de Kamer werd aan de bel getrokken. Volgens de staatssecretaris was de melding „te stellig en te prematuur”.
Laagvliegen in Oost-Friesland gebeurt niet meer sinds 2002. Destijds is gestopt om veiligheidsredenen en vanwege geluidsoverlast. Aan die laatste twee randvoorwaarden is volgens Visser niets veranderd en daarom verwacht ze niet dat de gevechtsvliegtuigen weer laag gaan vliegen. Ook is de behoefte van de luchtmacht nog „niet scherp”, zei ze dinsdag in de Kamer.
De bewindsvrouw hoopt binnen zes maanden de provincie definitief uitsluitsel te kunnen geven. „Dit moet niet te lang boven de markt blijven hangen.”