Kerk & religie

Bevinding

Jesaja 29:19

J. C. Philpot
1 February 2020 08:02Gewijzigd op 16 November 2020 18:07

„En de zachtmoedigen zullen vreugde op vreugde hebben in de Heere; en de behoeftigen onder de mensen zullen zich in de Heilige Israëls verheugen.”

Er is een zeer liefelijk en bevindelijk verband tussen de twee verzen van onze tekst: de zachtmoedigen en de behoeftigen. Dezen zijn nauw verbonden met –en inderdaad zijn het dezelfden als– de doven en de blinden.

Maar wat zegt het, zachtmoedig te zijn? Het is niet een natuurlijke zachtmoedigheid, want die is er onder de mensen. Maar een zachtmoedigheid die door Gods genade gewerkt is door de bedeling van de Geest aan het geweten. Zal een mens zachtmoedig zijn, dan moet hij in zijn geest ten ondergebracht, vernederd, verbroken en boetvaardig voor God gemaakt worden. Zijn hoogmoedige gedachten moeten vernederd, zijn hoogvliegende geest in het stof geleid en zijn hart door Gods genade week gemaakt zijn.

Twee dingen moeten samenwerken, zal een mens geestelijk zachtmoedig gemaakt worden: een kennis van God en een kennis van zichzelf; een gevoel van zijn eigen doofheid en de goddelijke doorboring van zijn oren om de woorden van het Boek te horen; een gevoel van zijn eigen blindheid en de bekwaammakende genade van de Heere om hem te doen zien „uit de donkerheid en uit de duisternis.”

Om ons dan zachtmoedig te maken, moet deze hoogmoed vernederd worden. Hoe zou dit beter kunnen gebeuren dan door de bevinding hóé donker wij zijn wanneer God niet met kracht spreekt, en hóé blind wij zijn, tenzij Hij licht geeft?

J. C. Philpot, predikant te Oakham en Stamford

(”Vreugde in de God van Israël”, 2007)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer