De synodeleden mogen vragen stellen. Ds. S. P. Roosendaal (Lelystad) zegt dat het „pijn” doet dat de CGK de „escalatieladder” aflopen. Volgens hem wordt het „vijandbeeld” binnen de kerk gezocht. De kerk is geroepen om heilig te zijn en de katholiciteit te zoeken. Ze is „veelkleurig”, geen „eenheidsworst”, soms een kerk „met dwalingen en al.” De kerk moet niet alles zo fijnmazig mogelijk willen regelen. Dan blijft alleen de eigen gemeente over, aldus ds. Roosendaal. „Er zijn altijd gemeenten te vinden die onheiliger te zijn.” Hij roept op de „escalatieladder” te bestijgen en elkaar in het zicht te houden.

Ds. H. Peet (Sliedrecht) benadrukt het belang van regels voor de onderlinge eenheid. „Wat houdt dan het vast en bondig houden van wat gezamelijk besloten is, zoals de kerkorde zegt?”

En: Is bij de vrouw in het ambt het „Schriftgezag in het geding of is het een zaak van Schriftverstaan?” En mogen gemeenten vrouwen in het ambt bevestigen als classes dat zouden „dragen”?

Ds. Peet voelt met het meerdheidsrapport mee, maar pleit voor „behoedzaamheid.”