Vrijmacht
Jesaja 29:18b
„En de ogen der blinden, zijnde uit de donkerheid en uit de duisternis, zullen zien.”
Het is een bijzondere belofte. Hoe vreemd is het dat, overeenkomstig de woorden des Heeren, degenen „die niet zien, zien zullen, en die zien, blind worden” (Johannes 9:39). Wat een betoning van de bijzondere vrijmacht van God, dat bijna alle belijders zichzelf recht achten, en dat zeer velen onder het volk van God geplaagd worden met de vrees dat het alles verkeerd met hen is. Wat een bijzondere vrijmacht des Heeren dat velen die menen naar de hemel te gaan, naar de hel gaan, en menigeen die bevreesd is naar de hel te gaan, ten hemel reist. Ja, dat velen die zichzelf wijs en in het licht wanen, in onkunde en duisternis ronddolen, terwijl anderen die zichzelf onwetend en dwaas achten, de ware kennis en wijsheid deelachtig zijn. Maar hoe pijnlijk moet het zijn om onszelf blind te gevoelen; behoefte te hebben om te zien en evenwel een deksel over onze ogen verspreid te vinden; in de duisternis te wandelen, en die dingen niet te zien, die wij zo nodig begeerden te zien.
J. C. Philpot, predikant te Oakham en Stamford (”Vreugde in de God van Israël”, 2007)