Taal te boek stellen is onderschatte bezigheid
Taalkundige Anne-Christie Hellenthal weet maar al te goed wat de positieve en negatieve uitwerking van taal kan zijn. Zij woont en werkt in Ethiopië en is uitgezonden door Wycliffe Bijbelvertalers.
Als taalkundig onderzoeker houdt Hellenthal zich bezig met spelling en grammatica van de Gwamataal en andere minderheidstalen, zoals die van de Hozo. „De Hozo zijn een kleine, arme en vaak achtergestelde bevolkingsgroep in Ethiopië”, zegt de taalkundige. „Toen ik leden van deze Hozogroep ooit vertelde over de torenbouw van Babel en dat God alle talen gelijktijdig heeft laten ontstaan, werden ze emotioneel. Ze ontdekten dat elke taal gelijkwaardig is, dat God hen ziet staan en in hun eigen taal naar hen toe komt.”
Hellenthal vertelt daarom geregeld tijdens cursussen en workshops dat God aan de mens verschillende talen heeft gegeven en dat je jouw eigen moedertaal als cadeau mag uitpakken.
Spanning
Ethiopië is een land met ruim tachtig verschillende talen en daarmee ook taalgroepen. Deze grote diversiteit zorgt regelmatig voor spanning en onrust. Het is een continu balanceren tussen eenheid en diversiteit in het land. Hellenthal: „In de afgelopen tijd is de nadruk in het beleid van de overheid enigszins verschoven van aandacht voor diversiteit naar aandacht voor eenheid. Al heeft dat ook weerstand opgeroepen. We zijn even bang geweest dat ook het moedertaalonderwijs op de schop zou gaan en dat men zou kiezen voor het onderwijzen in slechts één taal. Maar dat is gelukkig niet gebeurd, want al die verschillende moedertalen zijn belangrijk voor het zelfbewustzijn van mensen.”
Een groot deel van de ruim tachtig verschillende talen bestaat uit minderheidstalen, waarvan soms nog geen spellingregels of grammatica op papier zijn gezet. Het spreekwoordelijke Groene Boekje, zoals dat in Nederland in gebruik is, bestaat in deze talen niet.
Trainingen
Tien jaar geleden kwam Hellenthal naar Ethiopië om als taalkundig onderzoeker aan het werk te gaan en mee te werken aan het op papier zetten van enkele minderheidstalen en hun stijlgids. De onderzoeker geeft geregeld trainingen en workshops waarin ze mensen bewust maakt van de regels van hun taal.
Ze kende het land tien jaar geleden overigens al wel, want ze studeerde Afrikaanse talen en taalkunde en promoveerde in 2010 op een onderzoek naar de grammatica van het Sheko. Dit is een taal van een minderheid in Ethiopië die wordt gesproken door een kleine vijftigduizend mensen.
Na de verhuizing naar Ethiopië werkte Hellenthal eerst twee jaar aan de universiteit in Addis Abeba, daarna ging ze aan de slag voor SIL Ethiopië, een partnerorganisatie van Wycliffe Bijbelvertalers.
Onderschatting
Hellenthal en haar collega’s die werkzaam zijn in het moedertaalonderwijs merken geregeld dat hun werk wordt onderschat. „Taalkundige kennis legt de basis voor alfabetisering en ook voor het werken aan Bijbelvertalingen. Werken aan de basis klinkt soms weinig spectaculair, maar is wel van groot belang. In Nederland heeft men bijvoorbeeld lang niet altijd door hoezeer je al op jonge leeftijd leert nadenken over taal en het geschreven woord. Vergeleken met talen waarvan nog niet eens een grammatica op papier staat, is dat dus een wereld van verschil.”
Een andere factor die het werk van de taalkundigen zou kunnen belemmeren, is dat er in de fondsenwerving vaak snel een zichtbaar resultaat geboekt moet worden. „Het is gemakkelijker om fondsen te werven voor het vertalen van een Bijbel binnen een paar jaar, dan om geld op te halen voor het werken aan de basis van een taal. Al heb je die basis wel nodig voor een goede vertaling.”
Ze vertelt lachend over een collega die een keer een opsomming maakte van de meest voorkomende vertaalfouten in door hem bestudeerde minderheidstalen. HIj zette deze vertaalfouten over naar een Bijbeltekst in het Engels en liet deze aan Engelstalige donateurs lezen. „De groep donateurs was wel een beetje geschokt, want de Bijbeltekst was moeilijk te lezen door een andere woordvolgorde, verkeerde werkwoordsvormen en tal van andere taalfouten. Er was een moeilijk te doorgronden tekst ontstaan. Zo slordig mag je toch niet met de Bijbel omgaan, was hun oordeel.”
Hellenthal gebruikt het voorbeeld om aan te geven hoe belangrijk het verwerven van taalkennis is en ze moedigt mensen dan ook aan om de volle uitdrukkingskracht van hun taal te gebruiken tijdens het vertalen. „Door de volle uitdrukkingskracht te gebruiken, doe je recht aan de schrijver van de tekst, maar ook aan de lezers ervan. Het doel is om te komen tot een zo natuurlijk mogelijke vertaling. Zo’n vertaling komt echter niet uit de lucht vallen. Het is vaak hard werken, maar dat harde werken is veel waard. Want het leidt tot een veel beter begrip van de tekst.”