Column: Goede voornemens
„En, wat heb jij voor goede voornemens dit jaar...?” was de eerste vraag van mijn collega toen ik op 2 januari weer op mijn werk verscheen. Hij vertelde me dat hij dit jaar echt meer wilde gaan sporten, want zijn buikje was –zeker na de kerstdagen– toch wel wat erg gezwollen afgelopen tijd. Met een kilo of tien te veel aan boord voelde hij zich niet meer zo prettig, dus moest er meer gesport worden. En de jaarwisseling was een mooi aanknopingspunt om dit goede voornemen te gaan verwezenlijken.
Het is een oud gezegde: „De weg naar de ondergang is geplaveid met goede voornemens.” Deze oude wijsheid duidt er op dat er heel wat heersers en koningen met de beste bedoelingen en voornemens aan hun regering zijn begonnen, maar na een aantal jaren vervielen tot tirannie. Ik hoef geen namen te noemen, wellicht ken je dergelijke mensen ook wel in je omgeving.
Maar het oude gezegde geeft ook aan dat het kennelijk al eeuwen erg moeilijk is om goede voornemens uit te voeren. Je bent iets vast van plan, maar het komt er gewoon niet van. Je bent niet de enige, want ongeveer 80 procent van de Nederlanders zegt rond de jaarwisseling een goed voornemen te hebben. En er komt niet veel van terecht: meer dan de helft van de mensen weet aan het eind van het jaar niet eens meer dat ze aan het begin een goed voornemen had. Maar ongeveer een op de vijf mensen is in staat om het goede voornemen ook vol te houden. Mannen schijnen er iets beter in te zijn dan vrouwen…
In het Personality and Social Psychology Bulletin beschrijven de psychologen Woolley en Fishbach een onderzoek naar de goede voornemens van fabrieksarbeiders in de maand januari. Van de 242 arbeiders gaven er 200 aan dat ze inderdaad een goed voornemen hadden voor het komende jaar. 31 procent wilde meer gaan sporten, 10 procent wilde gezonder gaan eten en 14 procent wilde gezonder gaan leven door bijvoorbeeld te stoppen met roken. Goede voornemens hebben ook vaak met geld te maken: 21 procent wilde meer gaan sparen en 14 procent wilde in het nieuwe jaar schulden aflossen. Sociale doelen waren er maar mondjesmaat: 2 procent was van plan meer tijd met het gezin door te gaan brengen en 3 procent wilde ”meer van het leven gaan genieten”.
In de maand maart werd aan de deelnemers gevraagd of ze nog bezig waren met hun goede voornemens. Het bleek dat de goede voornemens die direct voordeel opleverden voor mensen veel succesvoller waren dan goede voornemens waar je lang moet wachten voor je effect bemerkt. Een direct voordeel kan bijvoorbeeld zijn dat je gelijk meer geld overhoudt wanneer je stopt met roken, terwijl je bijvoorbeeld lang moet wachten op een merkbaar betere gezondheid wanneer je minder vet gaat gebruiken. Ook bij vergelijkbare onderzoeken blijkt volgens de onderzoekers dat het veel beter helpt wanneer je kortetermijnbeloningen inzet dan wanneer je gaat voor langetermijnvoordeel. Beloningen op de korte termijn helpen om beter te gaan studeren, je werk beter vol te houden of een gezondere leefstijl aan te nemen.
Ons gedrag veranderen is moeilijk, maar het helpt dus wanneer je het in kleine stapjes doet. Maak een plan, markeer iedere dag of iedere week dat je het volhoudt en beloon jezelf en anderen voor kleine succesjes gedurende het traject.
Wat zou de wereld er anders uitzien wanneer we dat allemaal zouden doen: iedereen neemt zich het beste voor, we gaan daar heel planmatig mee aan de slag en anderen stimuleren je iedere dag om vol te houden en er mee door te gaan. Bijvoorbeeld ouderen of eenzamen bezoeken, vluchtelingen computer- of taalles geven, een onbedoeld zwanger meisje of een ontspoorde jongen opvangen. Die hebben misschien allemaal niet zoveel resultaat op de korte termijn. Maar zij zijn op de lange termijn wel heel belangrijk!
De auteur is hoogleraar kinderlongziekten.