Sinclair Ferguson: waarom christenen goed voedsel nodig hebben
Kleine kinderen krijgen melk, volwassenen vast voedsel. De schrijver van de Hebreeënbrief maakt duidelijk dat christenen moeten groeien in hun geloof. Maar wat is daarvoor nodig?
Dr. Sinclair B. Ferguson hoort weinig reformatorische christenen over groei naar geestelijke volwassenheid spreken. Aan de ene kant begrijpt de Schotse theoloog dat wel. „Er wordt vaak zoveel nadruk gelegd op de dingen die wíj moeten doen. „Volg dit stappenplan en je wordt een beter christen.” Nee, alleen het goede voedsel van het Woord van God kan ons veranderen.”
Ferguson, sinds 2017 hoogleraar systematische theologie aan het Reformed Theological Seminary in de Verenigde Staten, schreef een boek over geloofsgroei: ”Maturity. Growing up and going on in the christian life”. Die groei, zegt hij, werkt God door Zijn Woord, door de Heilige Geest en in de gemeenschap van de kerk.
Waarom is geestelijke groei belangrijk?
„Het is heel eenvoudig: als we niet groeien, gaan we dood. Het principe van groei kom je veel tegen in het Nieuwe Testament. Om het Koninkrijk van God en het leven als christen te verduidelijken, gebruikten de Heere Jezus en de apostelen vaak metaforen uit de natuur, de landbouw of de bouw: de groei van een zaadje, het binnenhalen van de oogst, de bouw van een huis.”
Geen groei zonder Christus, schrijft u.
„Het valt me op dat mensen soms al jaren de brieven van Paulus lezen, zonder dat het hun opvalt hoeveel nadruk de apostel legt op de gemeenschap en eenheid met Christus. Als mensen vragen: „Hoe kunnen we dichter bij Hem leven?”, dan moeten we eerst uitleggen dat ze als christen al één met Hem zijn. „Wie in Zijn Woord blijft, blijft in Hem.”
Als dat de achtergrond is, dan geldt wat er in Kolossensen 3 staat: „Laat het Woord van Christus rijkelijk in u wonen.” We moeten ons voeden met goede melk, met het goede voedsel van het Woord van God. Alleen dát kan ons veranderen. Veel christenen spannen het paard achter de wagen. Als je een huis bouwt zonder een goed fundament, dan stort het in. Alleen Christus is sterk genoeg als fundament voor ons leven.”
Hoe belangrijk is geloofszekerheid voor geestelijke groei? Christenen kunnen er sterk mee worstelen.
„Ik begrijp dat, ook vanuit mijn eigen achtergrond. Er is een kerkelijke traditie in Nederland –en ook in Schotland– waarin geloofszekerheid als verdacht wordt gezien. De fundamentele oplossing die de reformator Johannes Calvijn geeft, is dat onze zekerheid niet in onszelf ligt, maar in Christus. Het is een paradox die sommige christenen moeilijk kunnen vatten: alleen als je wegkijkt van jezelf en op Hem ziet, ontstaat er geloofszekerheid. Het is niet onbelangrijk om naar binnen te kijken, maar dat mag nooit vaker gebeuren dan dat we op Christus zien.”
Ferguson zoekt naar een voorbeeld. „Kent u die afbeelding waarop een lelijke oude vrouw óf een mooi jong meisje staat, afhankelijk van hoe je ernaar kijkt? Er is sprake van optische illusie, van gezichtsbedrog. Sommige mensen hebben het meisje nog nooit gezien. Wat kun je daaraan doen? Kijken naar een bepaald punt in de afbeelding. En dan licht opeens het gezicht van het jonge meisje op.
Dat sommige christenen met geloofszekerheid worstelen, heeft deels een psychologische verklaring. Ze kijken vooral naar de lelijke vrouw in zichzelf. Maar zolang ze alleen dat doen, is er geen zekerheid. Dan zie je het mooie meisje niet. Het punt in de afbeelding waarop ze hun ogen moeten richten, is Christus.”
De Amerikaanse presbyteriaanse predikant Benjamin Morgan Palmer (1818-1902) had in zijn gemeente een vrouw die met geloofszekerheid worstelde. „Toen ze voor zes maanden naar New York vertrok, raadde hij haar aan niets anders te lezen dan over Jezus Christus”, zegt Ferguson. „Dat was een drastische maatregel. Maar ze kwam terug als een veranderde vrouw.
Charles Haddon Spurgeon, predikant in het negentiende-eeuwse Londen, voerde duizenden gesprekken met gemeenteleden. Velen hadden weinig zondebesef voordat ze tot geloof kwamen. Een jonge vrouw vertelde over haar bekeringsweg: „Ik ontdekte dat ik niet was als de Heere Jezus, ik wist dat ik de Heere Jezus nodig had en ik zag op de Heere Jezus.” Spurgeon legde geen meetlat langs haar geestelijke groei. Niet haar ellendekennis telde, maar hoe goed ze Christus kende. Haar geloof groeide op een gezonde manier. De vrouw leerde steeds meer haar zonde kennen, maar dat stond niet los van haar groeiende zicht op de toereikendheid van het werk van Christus. Er was meer genade in Hem dan zonde in haar.”
Hoe beleeft u dat persoonlijk?
„In mijn eigen leven liggen de beste en slechtste tijden van geestelijke groei vaak dicht bij elkaar. Beproevingen, dingen die me verdrietig maken – ze laten me meer van Gods genade zien en helpen me op Hem te vertrouwen. Het leven is vaak een donkere kamer, waarin we geen uitweg zien. Maar dat is vaak de manier waarop de Heere werkt.”
Maturity. Growing up and going on in the christian life, Sinclair B. Ferguson; uitg. Banner of Truth; 231 blz.; € 8,90