Duitse generaals vreesden fiasco Ardennenoffensief
Een mistige kou drijft tussen de hoge dennen achter het Belgische dorp Foy. Amerikaanse soldaten doken er 75 jaar geleden weg voor granaatvuur van de Duitse aanvallers. Midden in het bos vormen takken en twee houten kruisen een gedenkplek.
Het is een ontroerend eerbetoon aan de soldaten van de Easy Company, 2nd battalion, 506th Parachute Infantry Regiment die op deze plek sneuvelden tijdens de Battle of the Bulge.
Battle of the Bulge… wat uitstulping of ronding betekent. Zo is deze veldslag, de laatste serieuze oprisping van nazi-Duitsland, de geschiedenis in gegaan. De Duitsers wisten namelijk slechts een ‘uitstulping’ in de geallieerde linies te bewerkstelligen. Bij ons bekend als het Ardennenoffensief. Duitsers spreken over Unternehmen Wacht am Rhein. Een wanhoopsoffensief dat vooraf al tot mislukken gedoemd was en bijna 160.000 militairen aan beide zijden het leven kostte. Komend weekend wordt dat op tal van plaatsen langs het voormalige front herdacht.
De schrik en verwarring onder de Amerikanen is groot als op 16 december 1944 ’s morgens om 5.30 uur een halfuur durend spervuur uit 2000 Duitse kanonnen losbarst. Al snel doemen uit de ijzige mist de eerste tanks van het 6e Duitse pantserleger op. De laatste grote slag van de Tweede Wereldoorlog begint op een moment dat de strijd tussen de geallieerden en Duitse bezetters in een impasse verkeert.
Door een verkeerde inschatting van de Britse generaal Montgomery bij operatie Market Garden lopen de Britse en Amerikaanse troepen vast in de Betuwe, tussen Arnhem en Nijmegen. Bovendien worden er veel manschappen ingezet om de Scheldemond te veroveren, om zo gebruik te kunnen maken van de haven van Antwerpen. De Amerikanen hebben daarnaast vijf volledige divisies nodig voor de strijd in het Hürtgenwald. Gevolg is dat de 200 kilometer lange frontlinie in de Ardennen slechts bezet wordt door vier onervaren Amerikaanse divisies.
Omdat tegelijkertijd het Russische offensief tot stilstand komt en de Duitse troepen de Amerikanen in Italië tegen weten te houden, kan Hitler zijn reservetroepen inzetten voor een tegenaanval. Zijn doel is eveneens de haven van Antwerpen, om zo te voorkomen dat de geallieerden hun aanvoerlijnen flink kunnen inkorten. Bovendien komen er bij het doorsnijden van de geallieerde linies, in de visie van de Führer, troepen vrij voor het Oostfront en ontstaat er bij eventuele vredesonderhandelingen een sterker uitgangspunt.
De tactiek is simpel, en gebaseerd op eerder behaalde successen. Zowel tijdens de Eerste Wereldoorlog als in 1940 werden de Belgische Ardennen gebruikt om de tegenstander te misleiden en te verslaan. Op drie plekken moet het geallieerde front aangevallen worden, terwijl zowel de noord-, de west- als de zuidflank van dit offensief dan beschermd wordt door Duitse legereenheden om te voorkomen dat de Amerikanen extra troepen aanvoeren. Daarom dient niet alleen Antwerpen, maar ook Brussel ingenomen te worden.
Dwaas plan
De Duitse generaals vinden het echter een dwaas plan. Niet alleen kunnen de geallieerden sneller nieuwe versterkingen aanvoeren, maar er is eenvoudigweg te weinig brandstof om de vijf pantserdivisies te kunnen bevoorraden. SS-Obergruppenführer Josef Dietrich verwoordt de opzet van Hitler als volgt: „Wat Hitler van me wil, is dat ik de Maas oversteek, Brussel verover en dan verder optrek en Antwerpen inneem. En dat allemaal in de slechtste periode van het jaar, en door de Ardennen als de sneeuw heupdiep is en er geen ruimte is om vier tanks voorop te plaatsen, laat staan om pantserdivisies in te zetten. Een periode waarin het om 8 uur nog niet licht is en om 4 uur alweer donker, en dat met gerepareerde divisies, voornamelijk bestaande uit kinderen en zieke oude mannen – en dat met Kerst.”
Echter: Befehl ist Befehl. In het diepste geheim worden vijf pantserdivisies en dertien infanteriedivisies samengetrokken, in totaal 200.000 soldaten. Zelfs de defensieve naam van de operatie, Wacht am Rhein, moet de vijand zand in de ogen strooien. De onderlinge communicatie gebeurt via ordonnansen, om te voorkomen dat het radioverkeer onderschept wordt. Ook het aanvangsbombardement mag maar maximaal een halfuur duren, om het verrassingseffect niet uit de aanval te halen.
Artilleriebeschieting
Om halfzes in de ochtend van 16 december 1944 barst het geweld los met een artilleriebeschieting uit meer dan 2000 kanonnen. De Amerikanen worden compleet overrompeld als uit de mist de eerste Duitse troepen tevoorschijn stormen. Vanwege een laag wolkendek kunnen geallieerde vliegtuigen ook niet te hulp schieten.
Al direct krijgt de Duitse opmars te maken met vertraging. Vanwege het beperkte aantal beschikbare tanks moesten infanteristen van Hitler als eerste een bres in de linies slaan, daarna zouden de pantsers doorstoten. De slecht getrainde en onervaren Duitse reserves hebben echter moeite met de stugge Amerikaanse verdediging en de zware voertuigen krijgen veel last van de modder.
Met name in het noorden en zuiden van de aanvalslinie ondervinden de troepen van Hitler de nodige tegenstand. Aan de noordflank loopt het Duitse 6e pantserleger vast op het geoefende Amerikaanse 5e korps bij het Belgische Elsenborn, waardoor de geplande aanval op Luik voorkomen wordt. Alleen de beruchte SS Kampfgruppe Peiper weet een brug over de Maas te veroveren. Dit legeronderdeel is met name bekend van het bloedbad bij Malmedy, waar 84 Amerikaanse krijgsgevangenen door de fanatieke nazi’s in koelen bloede vermoord worden. Ook in het zuiden weet het 7e Duitse leger niet door de Amerikaanse 4e infanteriedivisie heen te breken.
In de middelste sector is het een ander verhaal. Het 5e Pantserleger breekt daar het front over 60 kilometer compleet open. De 28e infanteriedivisie van de Amerikanen krijgt klop en twee regimenten van de onervaren 106e divisie worden omsingeld en moeten zich na enkele dagen vanwege munitiegebrek overgeven.
De verwarring onder de Amerikanen neemt toe doordat berichten over het Duitse offensief elkaar tegenspreken. Ook de Duitsers zorgen daarvoor, met infiltratieacties en luchtlandingen achter de geallieerde linies. In Amerikaanse uniformen en in jeeps snijden Duitse saboteurs een groot aantal telefoonlijnen door. De wildste geruchten doen daardoor de ronde. De infiltranten worden door een domme taalfout later gepakt en volgens oorlogsrecht geëxecuteerd.
Kritiek
Nog net op tijd weten de Amerikanen de 82e en de beroemde 101e luchtlandingsdivisie als versterking naar het Ardennenfront te krijgen, waarbij de 101e de linie in en rond Bastogne (Bastenaken) moet verdedigen. Ondertussen krijgt generaal Patton de opdracht om zijn aanval op het Saargebied te staken en met drie divisies een tegenaanval in te zetten op de Duitse zuidflank en vervolgens richting Bastogne op te rukken.
Daar is de situatie inmiddels kritiek. Omdat het de Duitsers niet lukt om de verdedigingslinie rond Bastenaken te doorbreken, wordt de stad omsingeld. Door het felle verzet van de Amerikanen moeten de Duitse troepen om de stad heen en kunnen ze alleen gebruikmaken van smalle en slecht begaanbare binnenwegen richting de Maas. Daardoor gaat kostbare tijd verloren.
De terreinwinst die de Duitsers weten te boeken ligt met name ten noorden en gedeeltelijk ten westen van Bastogne. Sankt Vith wordt veroverd, ondanks hardnekkig verzet door de Amerikanen, die daarbij 5000 soldaten verliezen. Door gebrek aan brandstof verloopt de opmars echter steeds trager en komt die uiteindelijk tot stilstand. Alle hoop van de aanvallers is nu gericht op het veroveren van Bastogne, waar zich grote voorraden brandstof van de geallieerden bevinden.
Het strategisch gelegen Bastogne, een knooppunt van wegen, moet van opperbevelhebber Eisenhower in geallieerde handen blijven. De in allerijl uit bevrijd gebied teruggehaalde 101e Airborne Divisie is samen met nog twee kleinere legeronderdelen belast met de verdediging van stad en omgeving. Het terugtrekken van de para’s gebeurt zo snel en onverwacht dat veel van hen niet eens hun wapens bij zich hebben. Met een tekort aan alles graven de Screaming Eagles zich in rond Bastogne.
Op 22 december proberen de Duitsers generaal Anthony McAuliffe, de Amerikaanse bevelhebber in Bastogne, met een ultimatum tot overgave te bewegen. Die antwoordt echter kort en kracht met: „Nuts”, loop naar de pomp. Een hevige artilleriebeschieting volgt, met daarna bombardementen op de stad op 23 en 24 december. De volgende dagen proberen de Duitsers opnieuw de linies te doorbreken met een pantseroffensief. Die kan afgeslagen worden, mede dankzij de aanvoer van nieuwe voorraden door Amerikaanse vliegtuigen. Op 26 december weten de eerste tanks van generaal Patton de Duitse omsingeling aan de zuidkant van de stad te doorbreken.
Rollen omgedraaid
Kort daarna zijn de rollen omgedraaid. Met een Amerikaans tegenoffensief bij Sankt Vith en Bastogne worden de Duitsers vanaf 3 januari 1945 steeds meer in de verdediging gedrongen, waarbij om iedere meter grond slag geleverd moet worden. Uiteindelijk zijn op 28 januari de laatste verzetshaarden in de Ardennen opgerold en komt er officieel een eind aan de Battle of de Bulge.
De herinneringen aan deze uitputtingsslag liggen ook na 75 jaar nog voor het oprapen in Bastogne en omgeving. Alleen al deze plaats telt drie boeiende musea, die ieder hun eigen verhaal vertellen over een strijd waarbij ruim 19.000 Amerikaanse militairen het leven verloren (exclusief 21.000 vermisten) en er ruim 47.000 gewond raakten. Bij de Duitsers sneuvelden er ruim 17.000 (exclusief 16.000 vermisten) en raakten er 35.000 gewond. Ze liggen gescheiden van elkaar op de diverse begraafplaatsen in en rond de Ardennen.