CGK-commissie buigt zich over zeven klachten
De christelijke gereformeerde klachtencommissie inzake misbruik van pastorale en andere kerkelijke gezagsrelaties heeft zich vanaf 2002 over zeven klachten moeten buigen.
De landelijk werkende commissie werd ingesteld door de generale synode 2001. Haar taak is „de bij haar of bij een kerkenraad binnengekomen klachten te bezien op ontvankelijkheid, en deze in dat geval nader te onderzoeken en te beoordelen op al dan niet gegrondheid ervan. In zich voordoende gevallen wordt advies uitgebracht over de afdoening van de zaak aan de kerkenraad van de gemeente waartoe de aangeklaagde behoort.”
In het septembernummer van ”Ambtelijk Contact”, het maandblad „ten dienste van ouderlingen en diakenen van de christelijke gereformeerde kerken in Nederland”, geeft commissielid A. Heystek uit Veenendaal nadere informatie over het werk van de klachtencommissie. In zijn artikel schrijft hij dat de commissie aan de -vrijdag geopende- generale synode 2004 „helaas” zal moeten rapporteren „dat ze zich vanaf 2002 over zeven klachten heeft moeten buigen; de commissie is dus niet voor niets in het leven geroepen. Ook in ónze kerken komen dergelijke misstanden voor.”
Soms moeten zaken ongegrond worden verklaard, bijvoorbeeld wegens gebrek aan bewijs, aldus Heystek, „waarmee niet gezegd is dat hetgeen waarover geklaagd wordt niet werkelijk gebeurd is.” Behalve het behandelen van klachten heeft de commissie zich tot taak gesteld „activiteiten te organiseren gericht op het voorkomen van dergelijke klachten en op het geven van informatie over deze zaken.”
Door middel van publicaties en toerustingsactiviteiten wil de klachtencommissie meer bekendheid geven aan haar werk. „Bekendheid kan er toe leiden dat mensen weten waar zij met hun klachten terechtkunnen. Anderzijds zal bekendheid ook potentiële ’daders’ van hun daden kunnen weerhouden. Zelfs kun je er mee bereiken dat een ieder er attent op gemaakt wordt om signalen op dit gebied op te vangen.”
Van meet af aan heeft de commissie contact gezocht met vergelijkbare initiatieven in verwante kerken. „Daaruit bleek dat onze kerken terzake wat voorop lopen. Dankbaar hebben we gebruik gemaakt van de (ervarings)deskundigheid vanuit de Gereformeerde Kerken.”
Ongetwijfeld zult u de komende tijd meer van ons vernemen, besluit Heystek zijn artikel, „temeer ook daar we de GS zullen voorstellen om een preventiebeleid op te stellen om de kerken en haar leden te dienen.”