Kerk & religie

Eertijds

Johannes 1:5

Robert Murray M’Cheyne
5 December 2019 08:41Gewijzigd op 16 November 2020 17:40

„En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft Hetzelve niet begrepen.”

Hoe meer de Zon der gerechtigheid scheen, des te meer hebt u uw ogen gesloten. O, hoe geheel bent u in de duisternis en bemint u haar! Een natuurlijk mens tast naar de zaligheid. Een mens die in de duisternis verkeert, tast rond als een blinde. Als hij nodig heeft de deur te vinden, is hij genoodzaakt haar tastende te zoeken. Hij voelt overal rond, niet wetende waar hij zijn hand moet plaatsen. Dikwijls gaat hij juist naar een tegenovergestelde richting. Zo is het met de natuurlijke mens die de zaligheid zoekt: hij tast ernaar in de duisternis. „Wij tasten naar de wand, gelijk de blinden, en gelijk die geen ogen hebben, tasten wij; wij stoten ons op de middag, als in de schemering, wij zijn in woeste plaatsen gelijk de doden” (Jesaja 59:10). Herinnert u uzelf niet een tijd toen u bekommerd was over uw ziel? Toen een plotselinge doodstijding, of enig gevaar, u deed beven voor het behoud van uw ziel? Waarheen ging u om vrede te verkrijgen? U wist niet waarheen? U tastte ernaar. U wist niet waarheen u moest gaan. U werd op Jezus gewezen, maar u kon Hem niet begrijpen: „de duisternis heeft het niet begrepen.” Hoe duidelijk is het daarom dat u in donkerheid leeft! Zij weten niet waartegen zij zullen struikelen. Iemand die in de duisternis is, weet niet waartegen hij aankomt.

Robert Murray M’Cheyne, predikant te Dundee

(”Leerredenen”, 1862)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer