De Saambinder verwees afgelopen eeuw vooral naar ‘oude’ theologen
Het kerkblad van de Gereformeerde Gemeenten verwees in de periode 1919-2019 veel vaker naar theologen van voor de twintigste eeuw dan vergelijkbare kerkbladen. De periode 1945-1969 wijkt daarvan af.
Op 14 november 1919 verscheen het eerste nummer van De Saambinder, het weekblad van de Gereformeerde Gemeenten. De eerste editie verwijst naar de bekende gereformeerde theoloog Alexander Comrie. Dat nummer zette daarmee een trend, leert een onderzoek naar de gedigitaliseerde nummers van De Saambinder in Digibron. Alle edities van De Saambinder van november 1919 tot en met half augustus 2019 noemen achtereenvolgens Johannes Calvijn, Maarten Luther, Alexander Comrie, Gisbertus Voetius en kerkvader Augustinus het vaakst. Er is wel een flinke afstand tussen Calvijn en Augustinus, Calvijn wordt bijna vijf keer zo vaak aangehaald.
Het opdelen van de honderd jaargangen in blokken van vijfentwintig jaar maakt fluctuaties door de tijd heen zichtbaar. De eerste periode is dan van 1919 tot en met 1942, omdat De Saambinder in 1943 en 1944 niet verscheen. Calvijn, Comrie en Luther vormen in dit tijdvak de top drie. Op een geschatte vierde plaats komt Petrus Datheen. Geschat, omdat ”Datheen” vaak naar de psalmberijming van Datheen verwijst en niet naar de persoon. Op de vijfde plaats staat de negentiende-eeuwse predikant L. G. C. Ledeboer.
Terugval Comrie
Opvallend is dat Comrie in de tweede periode (1945-1969) tijdelijk uit de top vijf verdwijnt. Na Luther en Calvijn volgen in deze periode Willem Teellinck, Voetius en Karl Barth. In de laatste twee perioden, 1970-1994 en 1995-2019, doen John Bunyan en Thomas Boston hun intrede in de top vijf. Van 1970 tot en met 1994 worden achtereenvolgens Calvijn, Luther, Comrie, Bunyan en Voetius het vaakst genoemd. Van 1995 tot en met 2019 zijn dat Calvijn, Luther, Comrie, Boston en Augustinus.
De periode 1945-1969 wijkt het meest af van de andere perioden. Alleen in deze periode staat Luther op de eerste plaats en komen Teellinck en Barth voor in de top vijf. Dat de naam van Barth de kolommen van De Saambinder vaak haalde, weerspiegelt een zekere aandacht voor de theologische en kerkelijke ontwikkelingen buiten de eigen kring. Het barthianisme maakte zeker ook in de Nederlandse Hervormde Kerk grote opgang, waarop vanuit de Gereformeerde Gemeenten kritisch werd gereageerd. De tijdelijke terugval van Comrie in de ‘canon’ van De Saambinder suggereert een geringere actualiteit van vraagstukken waarbij men deze Schots-Nederlandse oudvader meestal te hulp roept, zoals de verhouding tussen rechtvaardiging en heiliging en tussen geloof en wedergeboorte.
De eerste plaats van Luther en de derde plaats van Teellinck zijn gemakkelijker te verklaren. Luther werd in 1966 vaak genoemd in de rubriek ”Kansel en Katheder”. De hoge plaats van Teellinck is te herleiden tot de rubriek ”Gedachten uit het verleden” (1950-1952). De intrede van Bunyan en Boston in de top vijf in de laatste twee perioden wijst op een grotere waardering van de voorbeeldfunctie van deze puriteinen voor de geloofsbezinning, rond thema’s als heilsorde en verbondsleer.
Eigentijdse theologen
Hoewel de periode 1945-1969 het meest afwijkt van de overige perioden, overheerst in de gehele periode 1919-2019 continuïteit. Calvijn en Luther maken in alle perioden onderdeel uit van de top drie van meest genoemde theologen, terwijl Comrie daar in drie periodes in voorkomt. Fluctuaties zijn vooral zichtbaar in de vierde en vijfde plaats van de top vijfs, maar de afstand tussen de eerste en de vierde of de vijfde plaats is doorgaans behoorlijk groot.
Alleen in 1945-1969 komt een eigentijds theoloog voor in de top vijf, en zelfs dan nog op de laatste plek. In alle andere perioden worden theologen van voor de twintigste eeuw veel vaker genoemd. De kerkelijke periodieken De Wekker en De Waarheidsvriend laten wat dat betreft een heel ander beeld zien. Ook de bladen van respectievelijk de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland noemen Calvijn en Luther het vaakst. Vaak scoren contemporaine theologen als Abraham Kuyper, Karl Barth, Harry Kuitert en Dietrich Bonhoeffer echter hoger dan theologen van voor de twintigste eeuw als Comrie, Voetius, Bunyan en Boston.
De auteur werkt aan de Vrije Universiteit aan een promotieonderzoek over ontwikkelingen in de gereformeerde gezindte vanaf circa 1900 tot heden.