Niks nieuws: de krant weet zich weer te bewijzen
Net als vier eeuwen geleden moet ook nu de krant zijn bestaansrecht bewijzen. Toch lijkt het dieptepunt van dalende abonneeaantallen gepasseerd. Bij steeds meer kranten stijgt het aantal abonnees. Die lezen doordeweeks digitaal, maar grijpen in het weekend toch graag naar hun vertrouwde krant.
Van de hand van de Groningse mediahistoricus Huub Wijfjes verschenen tal van boeken over de journalistiek in Nederland, over omroepen en over kranten. Zoals het monumentale ”De krant in bedrijf” uit 1983, verschenen bij het 75-jarig bestaan van brancheorganisatie De Nederlandse Dagbladpers (NDP). Niemand kon op dat moment bevroeden dat de Nederlandse krantenwereld al over haar hoogtepunt heen was. Maar in de nu verschenen, door Wijfjes en zijn jongere collega Frank Harbers geredigeerde bundel ”De krant, een cultuurgeschiedenis”, laten de auteurs daarover geen twijfel bestaan.
Het boek vormt het eerste deel van een serie over de Nederlandse mediageschiedenis. Volgende titels gaan over radio, televisie en nieuwe media. Het nu verschenen boek beschrijft de geschiedenis van de Nederlandse kranten vanaf 1618. In dat jaar, ten tijde van het Twaalfjarig Bestand in de Tachtigjarige Oorlog en aan de vooravond van de Dordtse Synode, verscheen de wat wordt beschouwd als de eerste Nederlandse krant: ”Courante uyt Italien, Duytslandt &c.”. Kort daarop verschenen er kranten in tal van Nederlandse steden.
Herwijnen
Vier eeuwen geleden al bestond de inhoud van kranten vooral uit actualiteiten. Die nieuwsberichten kwamen voor een breed publiek beschikbaar, omdat ze dankzij de uitvinding van de drukpers snel en goedkoop verspreid konden worden. Kranten werden doorgegeven en tot in de uithoeken van Nederland gelezen. In de familiekroniek ”De hoeve en het hart” (2019) beschrijft Enny de Bruijn bijvoorbeeld hoe zo’n drie eeuwen geleden zelfs een boer in het Gelderse Herwijnen de krant spelt.
Het mooie van een overzichtswerk is dat er een lijn zichtbaar wordt. Zo blijkt dat de krant aan het begin van de 17e-eeuw zijn bestaansrecht moet bewijzen. Dan al leeft de vraag of de krant leugen in het land brengt. Iets dergelijks klinkt ook hedendaagse lezers bekend in de oren. Al was het maar omdat de Amerikaanse president Trump voortdurend diverse media beticht van het verspreiden van ”fake news”.
Handel en welvaart
Ondanks verdachtmakingen verwerft de krant in Nederland al snel bestaansrecht. Een grote rol daarbij speelt de internationale handel in de Gouden Eeuw. Daardoor neemt niet alleen de welvaart in de Republiek toe. Ook ontstaat behoefte aan informatie over ontwikkelingen in het buitenland. Nederland heeft bovendien een tolerant klimaat. Daardoor worden in Nederland gedrukte kranten gelezen tot in de uithoeken van de Westerse invloedssfeer. Zelfs in de tijd van de Amerikaanse Revolutie aan het einde van de 18e eeuw hebben Nederlandse kranten internationaal de naam dat ze staan voor onafhankelijke berichtgeving.
Joop W. Koopmans zoomt in een boeiend hoofdstuk in op de periode 1700-1813. Een periode waarin kranten de wereld van mensen vergroten en een dankbaar vehikel vormen om denkbeelden vanuit de opkomende verlichting te verspreiden. Maar ook een tijdperk waarin regionale kranten opkomen, al lopen deze aanvankelijk aan de leiband de autoriteiten. Het verkrijgen van betrouwbaar nieuws is soms een hele opgave. Dat wordt helemaal lastig tegen de tijd dat de Fransen het voor het zeggen krijgen. In die periode verschijnen sommige kranten tweetalig: in het Frans en in het Nederlands.
De negentiende eeuw leidt tot een stormachtige toename van oplages. In de eerste plaats is er de industrialisatie. Daardoor wordt het krantendrukken gemechaniseerd. Van een exclusief product wordt de krant een massamedium. In de tweede plaats trekt de overheid zich terug. Na het verdwijnen van het dagbladzegel breekt een ongekende persvrijheid aan. Die leidt tot tal van nieuwe titels, die deels drijven op de verzuiling. Een tijd van polemiek en polarisatie ook, die leidt tot een breed palet aan liberale, socialistische en christelijke dagbladtitels.
Christelijke dagbladen
De brede aanpak van Wijfjes c.s. heeft voor- en nadelen. Er is weliswaar aandacht voor de gevolgen van de verzuiling voor het medialandschap, maar de analyse hiervan blijft wat aan de oppervlakte. Dat kan misschien niet anders in een overzichtswerk, maar het roept ook vragen op.
Een fors deel van het boek gaat in op de afgelopen honderd jaar. Terecht is er bijvoorbeeld veel aandacht voor de rol van kranten in aanloop naar en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar het is toch wat al te grijs dat kranten als het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad slechts in bijzinnen genoemd worden. Zeker ook omdat elders in tot in detail wordt ingaan op bijvoorbeeld de onderlinge verhoudingen tussen uitgevers.
Dat het anders kán bewijst Peter Bootsma in het vorig jaar verschenen jubileumboek ”Trouw, 75 jaar tegen de stroom in”, waarin hij de ontstaansgeschiedenis van diverse christelijke dagbladen in perspectief zet.
Mooi is dan weer wel dat in het slothoofdstuk van ”De krant, een cultuurgeschiedenis”, wordt ingezoomd op de vraag naar de rol van de krant in een tijdperk van digitalisering. Het duurt even voordat krantenbedrijven daarop een goed antwoord hadden. Illustratief is het NDP-eeuwfeest in 2008. Waar er in 1983 nog een dik jubileumboek verscheen, zijn kranten bij het eeuwfeest zo druk met zichzelf dat er geen jubileumboek verschijnt.
Waar een kwarteeuw eerder nog ferm klonk: „Wij geloven in de toekomst van die oude, vertrouwde krant”, was er vanaf de eeuwwisseling sprake van teruglopende abonneeaantallen door de opkomst van internet. Toch weten traditionele krantenbedrijven zich om te vormen. En daardoor vinden ze opnieuw aansluiting bij de doelgroep. Kernwoorden zijn digitalisering en kwaliteitsjournalistiek. Al blijft er een punt van zorg: Een aanzienlijke groep Nederlanders lijkt niet bereid te betalen voor kwaliteitsjournalistiek.
Toch lonkt er perspectief op het moment dat kranten hun toegevoegde waarde weten te bewijzen. Kranten zien de oplages dalen, maar het aantal abonnees stijgen. Dat komt vooral doordat steeds meer mensen doordeweeks artikelen digitaal lezen en in het weekend op papier. Voorbeelden daarvan zijn Trouw en NRC Handelsblad. Maar ook het Reformatorisch Dagblad ziet een sterk toegenomen interesse in digitaal nieuws in combinatie met een weekendabonnement. Een succesvolle krant maken is daarom na vier eeuwen geen hopeloze zaak. Maar het blijft een uitdaging.
Boekgegevens
De krant. Een cultuurgeschiedenis, Huub Wijfjes & Frank Harbers (red.); uitg. Boom; 368 blz.; € 34,90