Docenten betogen in het hele land
Leraren zijn woensdagochtend begonnen met actievoeren. Bij het ministerie van Onderwijs in Den Haag blokkeren leraren de ingang met speelgoedtractortjes, een knipoog naar de boerenprotesten in de stad. Op het Plein, naast de Tweede Kamer, kunnen leraren het debat over de onderwijsbegroting volgen op schermen.
In heel het land voeren medewerkers van basisscholen, middelbare scholen en het speciaal onderwijs actie voor meer salaris, minder werkdruk en een betere aanpak van het lerarentekort. Ze vinden de 460 miljoen euro die het kabinet extra wil investeren onvoldoende.
In Rotterdam houden onderwijzers, schoolleiders en ouders een protestmars van het Wilhelminaplein naar het stadion van Excelsior.
In Amsterdam is een grote manifestatie op de Dam. Verder voeren leraren onder meer actie in Leeuwarden en Eindhoven, Arnhem en Zwolle.
Volgens de Algemene Onderwijsbond (AOb) blijven 4200 scholen gesloten, 1600 meer dan bij de vorige onderwijsstaking.
Populair onder de deelnemers van het protest is het T-shirt met de expres verkeerd gespelde tekst “Ik ben GEEN toprioriteit”, een idee van tv-programma Zondag met Lubach.
Op het Plein in Den Haag staan leraren met spandoeken met leuzen zoals “Als er geen structureel geld bijkomt voor het onderwijs, dan worden de stakingen net zo structureel als de problemen”.
„Als ik de minister was, zou ik niet meer kunnen slapen van de gevolgen van het lerarentekort”, zegt de Haagse docente Inge Mollema. Ze is een van de honderden deelnemers aan het lerarenprotest aan de Lange Voorhout in Den Haag. Ook daar begint de actie op gang te komen.
De leraren zijn voor de Kloosterkerk bijeengekomen om hun stem te laten horen voor meer salaris en aanpak van de werkdruk en het lerarentekort.
Mollema zit al 30 jaar in het onderwijs en geeft les aan het Maris College in Kijkduin. Ze vreest dat klassen nog groter worden door het tekort en vindt dat vooral de aanvangssalarissen omhoog moeten. „De 460 miljoen van Slob is een zoethoudertje, er moet structureel geld bij”, stelt ze.
„Rutte en Slob ten spijt, we zijn wel toprioriteit”, meldt een spandoek met een bewuste spelfout.
Stakende leraren en andere belanghebbenden die het onderwijsdebat in de Tweede Kamer willen bijwonen, krijgen nul op het rekest van de beveiliging. Er is geen plek meer in het gebouw van de Kamer.
De publieke tribune zit vol, de plekken in het Kamergebouw waar geïnteresseerden kunnen meeluisteren zijn vergeven, en zelfs de extra stoelen die in de centrale hal staan, zijn allemaal bezet.
De beveiliging heeft de volwassenen en kinderen die in de lange rij voor de ingang aan de Lange Poten stonden weggestuurd. Genodigden en bezoekers van de debatten die in de kleinere commissiezalen worden gehouden, worden nog wel toegelaten.
Om ervoor te zorgen dat de ingang bereikbaar bleef, zijn de mensen weggestuurd. Buiten kunnen ze nog wel wachten en naar binnen als er plaats is, zegt een woordvoerder van de Tweede Kamer.
Op het Plein voor het parlementsgebouw staat een glazen huis, waar interviews met politici worden gehouden. Leraren kunnen ook terecht op het Lange Voorhout, waar sprekers de menigte toespreken vanaf het podium en het debat ook te volgen is op een scherm.
Onderwijzers leggen vandaag het werk neer en demonstreren omdat ze meer geld en waardering eisen van de politiek. Het gaat vooral om structureel geld om de salarissen te verhogen. De eenmalige zak geld die verantwoordelijk minister Arie Slob uittrekt, is volgens de leraren onvoldoende.