Stichting Levi wil dienstbaar zijn aan vergeten groepen in Roemenië
Met slechts een handvol vrijwilligers zet de stichting Levi zich in voor de allerarmsten in Roemenië. De in de zomer opgerichte stichting wil mensen helpen die anders worden vergeten. Precies zoals de levieten dat deden.
„We doen zoveel mogelijk met z’n drieën”, vertelt ds. A. T. van Andel. Samen met zijn dochter Esther en diaken Baldwin Bolk richtte de predikant van de hersteld hervormde gemeente in Kockengen begin dit jaar de stichting Levi op. Met z’n drieën vormen ze het bestuur.
„De meeste organisaties zijn het contact met het werkveld kwijt. Daarom vinden we het belangrijk om als bestuur regelmatig in Roemenië te zijn”, vertelt ds. Van Andel. „We worden ondersteund door twee vrachtwagenchauffeurs van elders uit het land”, vult Bolk aan. „Zij zijn met de hulpgoederen in tweeënhalve dag op locatie.”
Nu de projecten in Roemenië steeds beter gaan lopen, willen ds. Van Andel en diaken Bolk het professioneler gaan aanpakken. In hun optiek hoort daar ook een stichting bij. „Tot nu toe hadden we telkens problemen bij de grens. Roemenen hebben het niet zo op hulpgoederen. Ze vinden dat iedereen zichzelf maar moet bedruipen. We moesten telkens met vrachtbrieven van andere organisaties de grens over. Dit hoeft nu niet meer. Bovendien konden we zo de ANBI-status verkrijgen”, legt ds. Van Andel uit.
Bolk was eigenlijk geen voorstander van een nieuwe stichting, maar hij onderkent wel de noodzaak hiervan. „Anders blijft het toch vooral bij een uit de hand gelopen hobby. Met een stichting kunnen we doorpakken.”
Dat is hard nodig, vindt hij. „Wij komen op plaatsen, waar anders niemand komt.”
Mentaliteitsverandering
Het begon allemaal zes jaar geleden. Stichting Ruchama vroeg ds. Van Andel als chauffeur voor een hulptransport naar Roemenië. De predikant heeft een vrachtwagenrijbewijs en geeft les aan beginnende vrachtwagenchauffeurs. „Sindsdien ben ik besmet met het Roemeniëvirus.”
Bolk kan wel vertellen waardoor dit ‘virus’ wordt veroorzaakt. „De mensen zijn daar zo hartelijk en dankbaar.”
Eén ding is in ieder geval zeker: via zijn predikant is diaken Bolk ook aangestoken door het virus. „Het begon allemaal toen hij een foto liet zien. Daarop stonden alleen maar vier muren. Dit moest een kerk worden, maar het project kwam wegens gebrek aan financiële middelen stil te liggen. Toen dacht ik: hieraan ga ik meehelpen.”
Vooral het verhaal achter de foto trof Bolk. „De predikant van een Romakamp had geld gekregen van een Engelse organisatie voor de bouw van zijn huis. Maar omdat hij zijn dankbaarheid aan God wilde tonen, besloot hij het geld niet in zijn huis te steken, maar in de bouw van een kerk. Dit is tekenend voor de geloofsbeleving van deze mensen.”
Zo zijn er sinds 2015 nauwe contacten met het Romakamp in Gherla, in Noord-Roemenië. Ds. Van Andel ziet dat het verrichte werk z’n vruchten afwerpt. „In het Romakamp zien we verblijdende dingen. De mensen stelen, roken en drinken niet meer. Ze zijn ook allemaal aan het werk. In de zomer hebben ze met onze hulp ook de kerk afgebouwd. Er heeft echt een mentaliteitsverandering plaatsgevonden.”
De stichting ondersteunt het kamp met voedsel, kleding, medische spullen en huisraad. „Maar ze zijn vooral blij met de Bijbels”, vertelt Bolk. „Zo kwam er een jongen van een jaar of zeventien zijn oude, versleten Bijbel inruilen voor een nieuwe. Dat zegt veel over de belangstelling die er is voor het Woord.”
Stichting Levi heeft plannen voor de toekomst. „We zetten op twee dingen in”, onderstreept ds. Van Andel. „In de eerste plaats willen we een medische post in het kamp. Die zou één dag in de week open kunnen zijn voor kampbewoners en voor armen uit de omgeving. Dit kan bijvoorbeeld in samenwerking met een ziekenhuis, die dan één dag per week een dokter levert.”
Pesterijen
De hersteld hervormde predikant denkt hiermee twee vliegen in een klap te kunnen slaan. „Deze post kan dan op de andere dagen in de week worden gebruikt voor het onderwijs aan kinderen. Dat is ons tweede speerpunt. Veel Romakinderen gaan hoogstens een paar jaar naar school. Wegens pesterijen zitten ze vaak snel weer thuis. Door te investeren in onderwijs, willen we de kinderen weer een toekomst geven. Het begin is er, maar er is nog veel werk te verzetten.”
https://stichting-levi-20.webself.net/
Roma in Roemenië
Roemenië telt een kleine 22 miljoen inwoners. Zo’n 6 tot 10 procent van de bevolking behoort tot de Roma. Hiermee herbergt het Balkanland het grootste aantal zigeuners van Europa.
De meeste Roemenen hebben het niet zo op de Roma. Soms lopen de onderlinge spanningen uit tot gewelddadige confrontaties.
Toen het land nog communistisch was, konden de Roma zelfs niet in het bevolkingsregister worden ingeschreven. Tegenwoordig behoren de Roma nog tot de onderkant van de samenleving.
Romakinderen gaan doorgaans voor slechts een korte tijd naar school of zelfs helemaal niet. Dit heeft deels te maken met het feit dat Roma vroeg huwen. De gemiddelde leeftijd waarop wordt getrouwd, ligt rond de vijftien jaar.
In Nederland wonen ook Roma. Hoewel er geen officiële cijfers beschikbaar zijn, wordt hun aantal tussen de 10.000 en 15.000 geschat.