Het Evangelie delen vanuit een communistische blokflat
De communistische Oost-Duitsers hadden God totaal vergeten, maar gelukkig had God hen niet vergeten, aldus Gerard en Janneke de Wit. Het zendingsechtpaar hoopt in het Duitse Schwerin een christelijke gemeenschap te stichten.
Gerard en Janneke de Wit werden in februari vorig jaar vanuit de hervormde Sint-Jansgemeente en protestantse Pauluskerk in Gouda uitgezonden naar Schwerin, de hoofdstad van de Oost-Duitse deelstaat Mecklenburg-Voorpommeren. Dit zendingsproject van gemeentestichting kwam voort uit een samenwerking tussen de Gereformeerde Zendingsbond (GZB), de European Christian Mission (ECM) en de Freie evangelische Gemeinde (FeG) van Schwerin.
Geen leden
Het echtpaar sprak woensdagavond op een gemeenteavond in de Nieuwe Kerk in Ermelo over zijn werk in het voormalige communistische land. „Ooit was er een kerk in Noordoost-Duitsland, maar die verdween door de succesvolle tactiek van de communisten. In de voormalige Duitse Democratische Republiek, de DDR, werd de kerk niet verboden, maar subtiel tot nul gereduceerd. Wie lid van de Partij was, kreeg allerlei maatschappelijke voordelen, wie geen lid was kon maatschappelijk praktisch niet meer functioneren.”
Omdat de Oost-Duitsers massaal kozen voor het lidmaatschap van de communistische partij, had de kerk geen leden meer en verdween, vertelde Janneke de Wit. „Zo is Mecklenburg-Voorpommeren het meest atheïstische deel van Europa. Van de honderdduizend inwoners van Schwerin is slechts een half procent kerkelijk.”
Het echtpaar De Wit, afkomstig uit het onderwijs, vestigde zich met zijn drie kinderen –dochter Lisa (7) en zonen Aron (5) en Lars (2)– eerst in de binnenstad van Schwerin. Daarna verhuisde het gezin naar de buitenwijk Lankow.
Deze verhuizing was behalve een grote verandering vooral een leerproces, aldus Gerard de Wit. „In de binnenstad zaten wij tussen de middenstanders. Toen wij in een van die communistische blokflats in Lankow kwamen wonen, werden wij geconfronteerd met allerlei sociale problematiek.” Hij noemde daarbij armoede, werkeloosheid en allerlei problemen in gezinnen die typerend zijn voor een voormalig communistisch land als de DDR. „Het betekende dat we uit ons eigen christelijke kringetje en comfortzone moesten komen.”
Wij zijn geneigd om voor het veilige te gaan, maar volgens de gelijkenis van de talenten moeten we risico’s durven nemen, zei De Wit. „Als de Oost-Duitsers niet naar de kerk komen, moet de kerk naar de Oost-Duitsers komen. In plaats van weg te kruipen achter kerkmuren, moeten wij present zijn op pleinen en op speelvelden.”
Vertrouwen
De zendingswerker wees erop dat zending bedrijven in een voormalig communistisch land vooral een kwestie is van relaties leggen. „In een land met zo’n verleden van angst voor de Stasi, de geheime politie, blijkt het niet gemakkelijk het vertrouwen te winnen.”
Om die verbinding te maken en mensen te bereiken, zijn de De Wits actief in het Patchwork Center, een centrum in de voormalige Sovjetwijk Dreesch met een café en een werkplaats voor de mensen uit de buurt, waar ook andere zendingswerkers bij betrokken zijn. Ook kwam er een voedselbank voor kinderen, de zogeheten Kindertafel. Die blijkt aan te slaan bij tieners en kinderen die in de thuissituatie weinig liefde ervaren. Janneke de Wit: „Alleen al van een sfeer waarin niet wordt geschreeuwd of gescholden gaat aantrekkingskracht uit.”
Gesprekje met de koningin
Koning Willem-Alexander en koningin Máxima bezochten op 20 mei 2019 op hun reis door Duitsland de stad Schwerin. Het gezin De Wit stond met zijn twee oudste kinderen op de voorste rij om het Nederlandse koningspaar te zien. Dochter Lisa (7), die wist dat koningin Máxima drie dagen daarvoor jarig was geweest, had een tekening gemaakt. Toen Máxima dichtbij kwam, feliciteerde Gerard de Wit de koningin met haar verjaardag.
Verrast door deze Nederlandse felicitatie reageerde koningin Máxima spontaan met het uitwisselen van enkele zinnen en kon Lisa de tekening overhandigen. Toen koning Willem-Alexander, die erbij kwam staan, geïnteresseerd vragen stelde, antwoordde Gerard dat hij door de GZB is uitgezonden. Uit diens reactie concludeerde Gerard dat de koning bekend was met de GZB.