Een tropische herinnering
Historica Anneke van der Stoel beschrijft in ”De sieraden van Lai Kaloea” het leven van zendeling Johannes Belksma (1884-1942) en zijn dochter Hanna (1917-2010).
Belksma werd in 1916 uitgezonden door de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) naar Celebes (nu Sulawesi). De auteur, schoondochter van Hanna Belksma, heeft de familieverhalen van de Belksma’s, die teruggaan tot de jaren voor de Tweede Wereldoorlog, uit de eerste hand en ze wist vele onbekende bronnen aan te boren. Wij hebben hier een authentiek beeld van wat zich in de jaren voor en na de Tweede Wereldoorlog heeft afgespeeld in huiselijke kring, op het zendingsveld en op het zendingskantoor van de GZB.
De auteur volgt zendeling Belksma vanaf zijn onderwijzersbaan, zijn huwelijk met Hiltje Greidanus, zijn roeping voor de zending en zijn werk aan de opleidingsschool voor onderwijzers voor de Torajabevolking. Dat zijn werk grote impact heeft gehad op het denken van onderwijzers en voorgangers in de Torajakerk is in de jaren na zijn dood meermalen door de Torajabevolking bevestigd.
Kerklidmaatschap
Voortdurend zien wij ook de worsteling van de hervormde bestuursleden van de GZB om een rechtvaardiging te vinden voor het feit dat zij de gereformeerde Belksma en zijn vrouw, en andere zendelingen uit de Gereformeerde Kerken in Nederland, uitzonden omdat hervormde kandidaten zich niet aandienden. Tot ver na Tweede Wereldoorlog, zo blijkt uit de bronnen, zat dit verschil van kerklidmaatschap ertussen en gaf dit onder andere conflicten over kerkelijke verantwoordelijkheden, weduwenpensioenen en de ‘kindgelden’.
Goed ook om te lezen is dat ondanks dat het weleens schuurde, de GZB het werk van deze eerste zendelingen voor de Torajakerk oprecht waardeerde en dat Belksma en later ook zijn weduwe, ondanks de pijn, positief waren over de GZB. Dat de latere Utrechtse hoogleraar S. van der Linde, zelf ook ooit zendingspredikant op Celebes, heel anders dacht over die samenwerking met leden uit de Gereformeerde Kerken, wordt kort in het boek aangeroerd. De Torajakerk was volgens Van der Linde wel „royaal orthodox”, maar zeker niet „geijkt gereformeerd.”
De schrijfster laat ook duidelijk zien waar de zendelingen voor kwamen te staan. Moesten ze loyaal zijn aan hun opdrachtgever of het louter en alleen aan de Geest overlaten hoe de kerk op het zendingsveld eruit kwam te zien? Voor een aantal zendelingen was het de vraag of het overdragen van de Bijbel voldoende was of dat dit moest gebeuren in de bedding van de gereformeerde traditie met haar cultureel bepaalde leerstellingen en strak ingerichte kerkdiensten. In hoeverre moest recht gedaan worden aan de oosterse drang naar uitbeelding en expressie?
Gereformeerde kerkorde
Van hervormde zijde van het hoofdbestuur werd onvoorwaardelijk vastgehouden aan eigen principes en dat een zelfstandige Torajakerk een gereformeerde kerkorde diende te hebben. Het advies van prof. Kraemer om dit aan de jonge kerk over te laten kon het hoofdbestuur dan ook niet overnemen.
Net zo relevant als de zendingsgeschiedenis is de familiegeschiedenis van de Belksma’s. We worden hier ooggetuige van de vreugde en het verdriet, de tegenslagen en bemoedigingen, de eenzaamheid en de contacten met de lokale bevolking, van de geboorte van kinderen en enkele sterfgevallen. Met recht is het zo: ”mission is passion”, zending is lijden.
Duidelijk wordt ook hoe sterk de ”adat” (traditionele gebruiken) en de ”aloek” (religieuze voorschriften) binnen de traditionele godsdiensten van de Toraja’s waren en dat die met de komst van het christendom zo moeilijk te breken zijn. De ongekend grote dodenfeesten in Torajaland konden door de zendelingen moeilijk worden ingedamd, wel werd door de christenen een eenvoudiger, aangepast ritueel gebruikt. Hier blijkt ook dat zendingswerk altijd de harde strijd om de ziel, het hart van het volk inhoudt. Een strijd tussen het licht en de duisternis.
De auteur schrijft bewogen en het geheel is een verantwoorde mix van biografie en zendingsgeschiedenis. De foto’s in het boek brengen het hele verhaal nog dichterbij. De sieraden van de buurvrouw van de familie Belksma in Toraja, Lai Kaloea, spelen door het hele boek een fascinerende rol.
De auteur is te feliciteren met deze mooie studie. Een verrijking binnen de zendingsliteratuur. Een boek dat we kunnen plaatsen in de categorie ”biografie als missiologie”.
De sieraden van Lai Kaloea. Geschiedenis van een zendingsfamilie. Tussen Holland en Celebes, Anneke van der Stoel; uitg. Boekencentrum/Boekscout; 427 blz.; € 24,99