Het partijbestuur eiste dinsdag direct dat de fractie haar naam wijzigt en stapt daarvoor mogelijk naar de rechter. „Ik ga ervan uit dat zij zich de fractie-Herben gaan noemen”, stelde partijvoorzitter Belder. Volgens het reglement van orde van de Tweede Kamer mogen Herben en de zijnen echter gewoon doorgaan onder de naam LPF-fractie: dat is immers de titel waarop de acht kamerleden in januari 2003 gekozen zijn.

Anders wordt het op dit punt pas bij de eerstvolgende kamerverkiezingen. Dan zullen de huidige LPF-kamerleden en de nu nieuw op te richten partij onder een nieuwe naam aan de verkiezingen deel moeten nemen. Jurisprudentie leert dat die naam niet te veel mag lijken op die van de huidige LPF, als die partij dan nog bestaat.

Het motief voor de fractie om uit de partij te stappen, is „dat er met het partijbestuur en veel leden niet te werken valt”, aldus kamerlid Nawijn. Een commissie van wijze mannen, onder leiding van kamerlid Van As, gaat de komende tijd onderzoeken hoe de nieuwe partij eruit moet zien. „In ieder geval arm en onafhankelijk”, zegt Nawijn, „zonder grote geldschieters en met een hoge drempel voor querulanten.” Een deel van de problemen van de LPF werd de achterliggende jaren veroorzaakt doordat de partij financieel sterk afhankelijk was van met name de vastgoedmagnaten Maas en Thunnissen.

Het kamp van het oude bestuur laat bij monde van directeur van het partijbureau Both weten niet voor de kamerfractie te willen wijken. „Wij trekken bij de volgende verkiezingen meer stemmen dan Herben, Eerdmans en Nawijn.” Partijvoorzitter Belder meent dat het merendeel van de partij juist achter het bestuur staat. Hij stelde dinsdagavond dat de breuk een vooropgezet plan is, waarbij met name Nawijn en zijn medewerker Bakker een kwalijke rol hebben gespeeld.

De huidige kamerfractie van de LPF zal niet met geldgebrek te kampen krijgen. De kamerleden en hun fractiepersoneel worden betaald door de staat.

De reacties van collega’s van andere partijen waren hartverwarmend, zei Herben na een kamerdebat over Irak dinsdag. Zijn collega-fractievoorzitters stelden net als kamervoorzitter Weisglas dat zij de perikelen bij de LPF als een interne partijkwestie zien en wilden niet tegenover de pers reageren.

Advocaat Hammerstein, die zich samen met vastgoedondernemer Maas inzette voor de LPF, verwacht dat met de breuk het lot van de partij bezegeld is. De partij kan niet zonder de kamerfractie en de fractie zal bij volgende verkiezingen verdwijnen uit de Tweede Kamer, luidt zijn analyse. Maas, die kapitalen in de partij stak, vindt het besluit van de fractie „in- en intriest.”