Dow na acht winstdagen omlaag
De aandelenbeurzen in New York zijn maandag na acht handelsdagen op rij met winst in het rood gesloten. Beleggers keken vooral naar de oliesector na de sterk gestegen olieprijzen als gevolg van de aanvallen op twee belangrijke olievelden in Saudi-Arabië. Verder kreeg autobouwer General Motors (GM) een tik na de aankondiging van een staking.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,5 procent lager op 27.076,82 punten. De breder samengestelde S&P 500-index verloor 0,3 procent tot 2997,96 punten. Technologiebeurs Nasdaq zakte ook 0,3 procent, tot 8153,54 punten.
Door de aanvallen op de olie-installaties in Abqaiq en Khurais afgelopen zaterdag werd ongeveer 5 procent van de wereldwijde olieproductie stilgelegd. President Donald Trump heeft toestemming gegeven om de strategische oliereserve van de Verenigde Staten te gebruiken. Een vat Amerikaanse olie steeg 12,9 procent in prijs tot 61,94 dollar. Brentolie werd 13 procent duurder op 68,06 dollar per vat.
Grote olieconcerns als ExxonMobil, Chevron en ConocoPhillips wonnen 2,2 tot 9,1 procent. Oliedienstverleners als Schlumberger, Halliburton en Transocean dikten tot 13,6 procent aan. De luchtvaartsector kwam juist onder druk te staan door de vrees voor hogere brandstofprijzen. Dit gold voor fondsen als Delta Air Lines, United Airlines en American Airlines, die tot 7,3 procent verloren.
Bij de overige bedrijven zakte GM 4,3 procent. Het bedrijf gaat gebukt onder de eerste staking in twaalf jaar. Bij tientallen vestigingen in de VS heeft personeel het werk neergelegd, vanwege een conflict over onder meer lonen en banen. Volgens kenners verliest GM mogelijk 50 miljoen dollar per dag dat de staking voortduurt.
Netflix sloot 0,1 procent hoger. De videostreamingdienst herstelde van een negatief begin aan de handelsdag na de bekendmaking dat de rechten voor de hitserie Seinfeld zijn binnengehaald. Amazon ging 1,7 procent omlaag na een bericht van de Wall Street Journal dat het zijn eigen producten in zoekresultaten bevoordeelt. Het bedrijf ontkende dat.
De euro was 1,0997 dollar waard, tegen 1,1004 dollar eerder op de dag bij het sluiten van de Europese beurzen.