Drs. J. Kruidenier verkent grondslagen westerse cultuur
Jarenlang gaf hij les aan pabo De Driestar in Gouda. Generaties studenten maakten via drs. J. Kruidenier kennis met filosofen, kunstenaars en schrijvers. De zeven boeken die hem hebben geïnspireerd weerspiegelen een brede belangstelling: van Spurgeon tot Haasse en van Van Riessen tot Nolthenius.
Vijftien jaar geleden verhuisde drs. J. Kruidenier van Reeuwijk naar het Friese Bakkeveen. Tijdens het uitlaten van de hond in het bos bedenkt de ouddocent van De Driestar welke auteurs invloed op hem hebben uitgeoefend.
Er valt genoeg te kiezen, want in de rustieke woning zijn boeken niet ver weg. Sinds Kruidenier in 1963 begon als onderwijzer, is de bibliotheek uitgegroeid tot een respectabele collectie van theologie, literatuur, filosofie en kunstgeschiedenis.
Prins der predikers
- „In jaren zestig herleeft in de Engelstalige wereld de belangstelling voor de negentiende-eeuwse ds. Charles Haddon Spurgeon. Uitgeverij De Banier verzorgde een verkorte uitgave van zijn autobiografie: ”Prins der predikers”.
Spurgeon was baptist en calvinist. Hij benadrukte de goddelijke soevereiniteit maar ook de menselijke verantwoordelijkheid. De opwekkingsprediker George Whitefield (1714-1770) was voor hem een inspirerend voorbeeld.
Dit boek heeft een diepe indruk op mij gemaakt. Ik bespeurde er verwantschap in met de prediking van ds. L. Huisman. Hij was sinds september 1961 predikant in de gereformeerde gemeente van Vlaardingen, de plaats waar ik ben opgegroeid. Spurgeon is reformatorisch en bevindelijk, spreekt ruim over Gods heerlijk Koninkrijk, en doet een krachtig appel op het hart van alle hoorders.”
Spurgeon, Gelijkenissen
- „Een voorbeeld van Spurgeons krachtige preken is het boek ”De gelijkenissen van de Heiland verklaard en toegepast in leerredenen”. Hij weerlegt verontschuldigingen om tot Christus te komen.
Een citaat: „Ik zou heden morgen wel graag mijn ziel aan Christus willen toevertrouwen, maar ik voel mij niet in een geschikte gemoedstoestand om op Christus te vertrouwen. Ik heb die bewustheid niet van zonde, welke ik geloof een geschikte voorbereiding te zijn om tot Christus te komen.” Ach mijn hoorder, dit is een verontschuldiging, die er heel fraai uitziet, maar toch is ze niet waar. Er wordt geen geschiktheid vereist, eer u op Christus mag vertrouwen.
Wat uw tegenwoordige toestand ook is, als u aan Jezus Christus uw ziel toevertrouwt, dan bent u terstond verlost en behouden; uw zonden zijn u vergeven; u bent een kind van God geworden; u bent aangenomen in de Geliefde. Waar leest u in de Schrift van geschiktheid voor Christus?”
Van Riessen: Mondigheid
- „Bij mijn aantreden in 1968 als leraar geschiedenis van De Driestar veranderde er veel in het onderwijs. De kweekschool werd pedagogische academie. Na enkele jaren ging ik ook het vak Cuma geven. Dat vak moest studenten kennis van het culturele en maatschappelijke leven bijbrengen. Echter, er waren nauwelijks voorschriften voor de inhoud.
Het boek ”Mondigheid en de machten” van prof. H. van Riessen heeft mij geholpen dit vak vorm te geven. De filosoof Van Riessen presteert het om in een heldere gedachtengang de situatie van de cultuur te verduidelijken. Hij laat zien dat de geschiedenis een ontwikkeling van menselijke macht is. Tegelijk nemen de machten van wetenschap, techniek en organisatie een betrekkelijk zelfstandige vorm aan: ze ontwikkelen zich los van de mens. Wij hadden hem op school een keer als gastspreker. Dat was echt indrukwekkend.”
Haasse: Woud der Verwachting
- „Ik heb het vak Cuma ingevuld als een verkenning van de hoofdmomenten van de westerse cultuur: Oudheid, Middeleeuwen, Renaissance, Verlichting, Romantiek. Je maakt dan gebruik van veel bronnen, handboeken en gidsen. Het is niet makkelijk om middeleeuwers vlees en bloed te geven. Dat maakte het boek ”Het woud der verwachting” van Hella S. Haasse zo waardevol. Dat boek, verschenen in 1949, beschrijft het leven van Charles van Orléans (1394-1465).
Het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van de Honderdjarige Oorlog, een reeks oorlogen tussen de huizen Valois en Anjou om de Franse troon.
Ik ben vaak naar Frankrijk geweest. Als je dan kastelen als Chateaudun, Blois en Amboise bezoekt, helpt het boek van Haasse om je te oriënteren. Ik maakte de reizen enerzijds voor het werk als docent, anderzijds voor vakantie. Ik maakte dia’s voor de lessen. Mijn vrouw fotografeerde met een andere camera voor het fotoalbum. Later maakte de directie het mogelijk een keer een reis naar Italië maken, naar Toscane, vooral Florence. Je ziet dan waar en hoe de Renaissance ontstond en ook het eerste voorbeeld van een Laatste Avondmaal, inspiratiebron voor Da Vinci. Dat was echt magnifiek.”
Kruidenier: Tijdgeest verstaan
- „Misschien een beetje wonderlijk om mijn eigen boek te noemen. Waarom ik het toch doe: in 1984 werd de driejarige pedagogische academie opgevolgd door de vierjarige Pabo. Het nieuwe vierde jaar werd voor het eerst in 1987-1988 aangeboden. In dat nieuwe vierde jaar zat aardig wat ruimte.
Toen is bedacht in die ruimte een algemeen cultureel programma aan te bieden, bedoeld als verkenning van de eigentijdse cultuur. Met een aantal collega’s boden we parallelle programma’s aan over theologie, filosofie, sociale wetenschappen, beeldende kunst, bouwkunst, literatuur en muziek. We deden dat via hoorcolleges.
Studenten raakten zo ook geïnteresseerd in filosofie. Ik nam voor elk college een persoon. Jean-Paul Sartre bijvoorbeeld. En ik ging niet gelijk bij de inleiding zeggen wat er allemaal mis was met deze man. Ik zette hem gewoon springlevend neer. We moeten niet te vlug met onze beoordeling komen. Die evaluaties deed ik aan het eind.
In 1992 kreeg ik de opdracht een handboek te schrijven bij het deelprogramma filosofie. Daarvoor werd ik deels vrijgesteld van andere taken. Het was een fantastische opdracht: een zoektocht naar de geestelijke grondslagen van onze beschaving, met het oog op onze christelijke roeping. Dat werd het boek ”De tijdgeest verstaan.””
Nolthenius: Franciscus
- „De laatste vakantie heb ik dit boek meegenomen op vakantie naar Frankrijk. Het eerste deel bevat fragmenten uit kronieken. Het zijn wat saaie, brokkelige stukjes. Het middendeel beschrijft het beeld dat middeleeuwers zich gevormd hadden van Franciscus van Assisi: ongelooflijk boeiend. In het laatste deel stelt Nolthenius zaken aan de orde als de betrouwbaarheid van de bronnen.
Wil je kennismaken met een echte middeleeuwer, dan moet je het middendeel lezen. Je ontmoet een excentriek man. Franciscus was voorbestemd om zijn vader in de lakenhandel op te volgen. Maar hij breekt ermee op een ongelooflijk radicale manier: naakt zoekt hij zijn toevlucht bij de bisschop.
Typisch Franciscus: het oude leven laat hij voor honderd procent achter zich. Hij verzorgt melaatsen, herstelt een vervallen kerkje, wil geen vast onderkomen en bezit hebben maar voorziet in zijn onderhoud door te bedelen. Je kunt al die dingen wel bedenken, maar voer ze maar eens uit! Franciscus wilde niets anders dan wat Christus zelf heeft opgedragen, in praktijk brengen.
En zo voelde hij zich ook: hij wilde een volgeling van Christus zijn.”
Schouten: Zoveel liefde
- „Het boek ”Zoveel liefde” is een historische roman over Betsy Groen van Prinsterer. Het verscheen in 2018 en is geschreven door Edith A. Schouten-van Heijningen (1944). Zij was getrouwd met Ad Schouten, Tweede-Kamerlid voor de ARP in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Na zijn overlijden in 1984 bleef zij met zes kinderen achter.
Het boek neemt je mee naar het Réveil in de negentiende eeuw. Protestantse christenen uit de elite gingen zich bekommeren om christelijk onderwijs, opvang van weeskinderen en ziekenzorg.
Een centrale figuur was Betsy Groen van Prinsterer. Deze Groningse burgemeestersdochter bezocht vanaf haar vijftiende een kostschool in Den Haag. Via haar vriendin Mimi Groen van Prinsterer leerde ze Guillaume kennen. Na hun huwelijk werd ze een drijvende kracht achter het Revéil in Nederland.
Zelf kinderloos, had de zorg voor weeskinderen alle liefde van haar hart. In dit boek komt het negentiende-eeuwse Den Haag van gegoede kringen en achterbuurten tot leven.”
Jacob Kruidenier
Drs. J. (Jacob) Kruidenier (1942) is geboren en getogen in Vlaardingen. Kerkelijk behoorde hij daar tot de gereformeerde gemeente. Nadat hij kweekschool De Driestar had doorlopen, werd Kruidenier onderwijzer in Dinteloord (1963-1968). Tot zijn prepensioen in 1998 doceerde hij culturele en maatschappelijke vorming aan pabo De Driestar in Gouda.
In 1994 publiceerde Kruidenier ”De tijdgeest verstaan”, waarin hij zeven schetsen over negentiende- en twintigste-eeuwse filosofen bundelde.
Kruidenier publiceert regelmatig recensies voor het Reformatorisch Dagblad. Hij woont met zijn vrouw in het Friese Bakkeveen en is lid van de hervormde gemeente te Wijnjewoude.
Serie ”Uit de boekenkast”, deel 3. Mensen uit alle geledingen van de maatschappij vertellen over boeken die invloed hebben gehad op hun leven.