Column: Voorouders komen tot leven
Vroeger wilde ik graag archeoloog worden. Ik las het boek van C. W. Ceram over ”Goden, graven en geleerden” en droomde ervan als eerste een faraograf binnen te gaan. Maar toen ik een studie moest kiezen, schudde mijn vader zijn hoofd. Hij zei: „Je kunt maar beter een vak leren. Over geschiedenis en archeologie kun je zelf wel een boek lezen.” Aldus geschiedde.
Het advies van mijn vader had niet te maken met de gedachte dat de natuurwetenschappen superieur zijn aan de geesteswetenschappen. Dat schijnen ze tegenwoordig in Den Haag te denken. Nee, mijn vader was een groot liefhebber van geschiedenis. Na zijn pensionering haalde hij zijn schade in door HOVO-cursussen te volgen over de klassieke oudheid.
Stiekem krijg ik daar zelf af en toe al zin in. Want de tijd heeft bepaald niet stilgestaan in de wereld van de archeologie. We denken vaak dat naarmate iets langer geleden is, we er minder met zekerheid over kunnen zeggen. Denk aan de verhalen van de paleontologen, de collega’s van de archeologen. Met hun schedelvondsten proberen zij de afkomst van de homo sapiens te achterhalen. Je hoeft geen criticus van de evolutietheorie te zijn om in te zien dat dit best lastig is.
Maar toch, er is iets aan het veranderen. Onze voorouders van ver voor de christelijke jaartelling komen tot leven. Zij hadden hetzelfde DNA als wij. In het Duitse Eulau werd in 2005 een massagraf gevonden met daarin een gezin: een vader en een moeder en twee zoons. Die familieverbanden konden worden vastgesteld door DNA-analyse. Aan hun verwondingen was af te lezen dat ze 4500 jaar geleden op brute wijze waren vermoord. Ze waren niet in het graf gesmeten, maar met zorg begraven, de kinderen tegen de ouders aangevlijd. Als je daarvan een reconstructie ziet, breekt je hart.
De moordenaars verraadden hun afkomst door de pijlpunten die ze gebruikten. Zij kwamen uit een noordelijker streek in de Harz. Door analyse van het tandglazuur kon worden vastgesteld dat juist de vrouwen in het massagraf ook hiervandaan kwamen. Zij zijn omgebracht door hun eigen familie! Die wilden blijkbaar niet dat hun vrouwen trouwden met mannen buiten de stam.
Zo zijn er meer verhalen te vertellen. Onze oosterburen zijn nog steeds aan het bekomen van de vondst van de hemelschijf van Nebra. Het is een bronzen schijf van ongeveer 30 centimeter doorsnee met daarop een voorstelling van de nachtelijke hemel. Op de schijf zijn sterren ingelegd in het brons. De sterren zijn van goud, maar anders dan tegenwoordig gaat het niet om puur goud. De vervuiling van het goud (met tin en zilver) ‘verklapt’ de plek waar het 3600 jaar geleden vandaan is gehaald: uit het Engelse Cornwall. Als volleerde rechercheurs zijn Duitse archeologen erin geslaagd de hemelschijf te ontcijferen.
Wat is hier aan de hand? Botten, pijlen en andere archeologische vondsten kunnen met elkaar in verband worden gebracht. Dat is mogelijk dankzij verfijnde meettechnieken, die we pas sinds enkele tientallen jaren tot onze beschikking hebben. Om er een verhaal van te maken, heb je nog steeds verbeeldingskracht nodig. Maar wie zegt dat we alleen maar kunnen gissen, heeft het bij het verkeerde eind.
De boeken van de oergeschiedenis worden geopend. Onze voorouders zijn been van ons been. Met hen delen we goed en kwaad. (Nu niet meteen vragen of ze wel of niet van Adam en Eva afstamden. Dat komt later nog wel.) Zij begroeven hun doden op een liefdevolle manier. Toch gedroegen ze zich ook buitengewoon gewelddadig. Ze waren vindingrijk in het kwaad. De stem van het bloed riep overluid. Ze leefden onder eenzelfde sterrenhemel als wij en zochten met hun hemelschijf naar de verbinding tussen hemel en aarde. Een verbinding waarvan Paulus later zou schrijven dat die tot stand is gebracht door de Messias van Israël.
Exacte methodes in de archeologie leiden tot existentiële vragen. Onze voorouders maken mij onrustig. Wat maakt dat ik me zo verwant met hen voel? Wij zijn nog lang niet klaar met hen. Ik hoop maar dat ik net als mijn vader ooit ook nog eens colleges archeologie kan gaan volgen.
De auteur is hoogleraar toegepaste MR fysica aan de Universiteit van Amsterdam.